Stefan Wisniewski is een voormalige terrorist van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Hij behoorde tot de zogenaamde tweede generatie RAF-terroristen. Tijdens zijn lidmaatschap van de RAF zou hij onder meer betrokken zijn geweest bij bankovervallen, gijzelingen en moord. In 1981 werd Wisniewski veroordeeld tot twee levenslange gevangenisstraffen. In 1999 werd hij voorwaardelijk vrijgelaten.

Jeugd

Autoritaire hervormingsscholen

Links-radicale krakersscene

Aansluiting bij de RAF

Gijzeling in West-Duitse ambassade

Trainingskamp in Zuid-Jemen

Moordaanslag op Siegfried Buback

Ontvoering van Hanns-Martin Schleyer

Verklaringen Peter-Jürgen Boock

Arrestatie in Parijs

Hongerstaking

Veroordeling

Vrijlating

 

Jeugd

Stefan Wisniewski werd op 8 april 1953 geboren in Klosterreichenbach, een kleine plaats in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. Zijn vader was een Poolse dwangarbeider die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s naar Duitsland werd gedeporteerd. Zijn moeder was een weduwe en vluchtelinge uit Oost-Pruisen. Op 9 oktober 1953 (toen Stefan Wisniewski amper enkele maanden oud was) stierf zijn vader in Tübingen.

 

Autoritaire hervormingsscholen

In de zomer van 1968 ging Stefan Wisniewski stage lopen als elektrotechnisch installateur in Baiersbronn, enkele kilometers onder Klosterreichenbach. Echter brak hij de stage al snel weer af. In 1969 werd hij in een tehuis geplaatst wegens opvoedingsproblemen. Wisniewski liep een aantal keren uit het tehuis weg. De omstandigheden in deze West-Duitse ‘hervormingsscholen’ waren in die tijd zeer slecht. De leiding was autoritair en de jongeren die er woonden werden systematisch ernstig onderdrukt.

 

Links-radicale krakersscene

Begin jaren 70 verhuisde Stefan Wisniewski naar Hamburg en werkte hij een tijdje op de grote vaart. Tijdens zijn bootreizen maakte hij kennis met de armoede en belabberde omstandigheden in derdewereldlanden. Terug in Hamburg raakte hij betrokken bij de links-radicale krakersscene en nam hij deel aan protesten tegen de detentieomstandigheden van de RAF-leden Andreas Baader, Gudrun Ensslin, Ulrike Meinhof, Jan-Carl Raspe en Holger Meins.

Bezetting Amnesty International

In 1974 nam Stefan Wiesniewski deel aan de bezetting van het kantoor van de mensenrechtenorganisatie Amnesty International in Hamburg. Bij deze protestactie waren verschillende jongeren betrokken die zich later zouden aansluiten bij de Rote Armee Fraktion, waaronder Christian Klar, Susanne Albrecht, Willy-Peter Stoll, Ralf Friedrich, Knut Folkerts en Monika Helbing.

 

Aansluiting bij de RAF

Ook nam Stefan Wisniewski deel aan protestacties tegen de conservatieve uitgeverij van Axel Springer, omdat zijn kranten destijds zeer negatief over de linkse beweging in de Bondsrepubliek schreven. Springer (die werd gezien als een symbool van de gevestigde orde in West-Duitsland) werd er door linkse jongeren van beschuldigd doelgericht propaganda te verspreiden tegen de socialistische idealen. Sommige protesten escaleerden tot gewelddadige confrontaties tussen demonstranten en de politie. Er werd met stenen en brandbommen gegooid, eigendommen van Axel Springer werden vernield en er werden voertuigen in brand gestoken met fakkels. De gewelddadige protesten waren een uiting van de spanningen en polarisatie die in die tijd in de West-Duitse samenleving heersten.

Dood van Holger Meins

De RAF-gevangenen gingen tijdens hun detentie meerdere keren in collectieve hongerstaking om te protesteren tegen het strenge gevangenisregime waaraan ze werden blootgesteld. Holger Meins (een van de RAF-gedetineerden) overleed op 9 november 1974 aan de gevolgen van een hongerstaking, wat de woede onder RAF-sympathisanten tegen de West-Duitse autoriteiten nog verder aanwakkerde. Na de dood van Meins sloot Wisniewski zich actief bij de Rote Armee Fraktion aan.

 

Gijzeling in West-Duitse ambassade

Op 24 april 1975 was Stefan Wisniewski mogelijk betrokken bij een gijzelingsactie in de West-Duitse ambassade in Stockholm. Dit is echter nooit met zekerheid vast komen te staan. Hij was in ieder geval niet een van de zes RAF-terroristen die de gijzeling in het gebouw uitvoerden. Vermoed wordt dat hij zich buiten het ambassadegebouw schuilhield en de andere terroristen via de radio informatie doorgaf over de ontwikkelingen op het ambassadeterrein. De gijzelingsactie eindigde met een aantal explosies in het gebouw en de arrestaties van de RAF-leden Karl-Heinz Dellwo, Lutz Taufer, Bernhard Rössner, Hanna Krabbe, Siegfried Hausner en Ulrich Wessel. Hausner en Wessel waren bij de explosies echter zo zwaar gewond geraakt dat ze later aan hun verwondingen overleden.

 

Trainingskamp in Zuid-Jemen

In de zomer van 1976 hield Stefan Wisniewski zich schuil in een trainingskamp van de Palestijnse verzetsorganisatie PFLP in de Democratische Volksrepubliek Jemen (meestal Zuid-Jemen genoemd). Daar nam hij deel aan militaire oefeningen, zoals het schieten met (automatische) wapens en het fabriceren van explosieven. Een jaar later (in de zomer van 1977) was Wisniewski weer terug in de Bondsrepubliek en nam hij deel aan een bankoverval in Essen (Noordrijn-Westfalen). Met het geld dat bij de bankovervallen werd buitgemaakt kon de Rote Armee Fraktion nieuwe terreuraanslagen voorbereiden en financieren.

 

Moordaanslag op Siegfried Buback

Stefan Wisniewski zou op 7 april 1977 betrokken zijn geweest bij de moordaanslag op de procureur-generaal Siegfried Buback. Deze hoge functionaris werd in Karlsruhe vanaf een motor neergeschoten in zijn auto. Deze moord was een zeer schokkende gebeurtenis in de Bondsrepubliek en wakkerde de angst voor het terrorisme nog verder aan. Naast Siegfried Buback kwamen nog twee andere mensen om het leven. Zijn chauffeur en een medewerker werden ook gedood in de kogelregen. Buback werd als doelwit uitgekozen vanwege zijn belangrijke rol als procureur-generaal. Hij stond aan het hoofd van de strijd tegen terrorisme en werd gezien als een symbool van het establishment en de repressieve overheidsmaatregelen.

Verklaringen Verena Becker

Al begin jaren 80 zou Stefan Wisnieski door het RAF-lid Verena Becker zijn genoemd als schutter, iets dat later door Peter-Jürgen Boock werd bevestigd. Becker beweerde dat Wisniewski de bijrijder was die Siegfried Buback vanaf de motorfiets neerschoot. Deze beschuldiging leidde tot verdere onderzoeken en juridische procedures om de verantwoordelijken voor de moord op de procureur-generaal te vinden en te berechten. Het feit dat een lid van de Rote Armee Fraktion de identiteit van de vermeende schutter onthulde, verhoogde de aandacht en interesse in de zaak en bracht nieuwe ontwikkelingen aan het licht in het onderzoek naar deze tragische gebeurtenis. De betrokkenheid van Wisniewski bij de liquidatie van de Buback kon echter nooit worden aangetoond wegens gebrek aan forensisch bewijs.

 

Ontvoering van Hanns-Martin Schleyer

In de herfst van 1977 pleegden terroristen van de RAF verschillende misdrijven. Op 5 september 1977 was Stefan Wisniewski betrokken bij de ontvoering van de West-Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer. Bij deze gewelddadige ontvoering werden de chauffeur en drie lijfwachten van Schleyer doodgeschoten. Zes weken later werd de werkgeversvoorzitter vermoord teruggevonden in de kofferbak van een auto, die geparkeerd stond in de Franse plaats Mulhouse.

 

Verklaringen Peter-Jürgen Boock

De RAF-terrorist Peter-Jürgen Boock heeft verklaard dat Stefan Wiesniewski en Rolf Heissler destijds verantwoordelijk waren voor de fatale schoten op Schleyer. Echter werd Peter-Jürgen Boock door zijn jarenlange drugsverslaving en tegenstrijdige verklaringen, beschouwd als een zeer onbetrouwbare getuige. Het Duitse Openbaar Ministerie ging er lange tijd van uit dat naast Wisniewski ook het RAF-lid Rolf Clemens Wagner rechtstreeks betrokken is geweest bij de moord op Schleyer. Wie de fatale schoten daadwerkelijk had gelost is nooit met zekerheid vast komen te staan.

 

Arrestatie in Parijs

Op 11 mei 1978 werd Stefan Wisniewski gearresteerd op de luchthaven Orly in Parijs en vervolgens uitgeleverd aan de Bondsrepubliek Duitsland. Wisniewski zou zich na zijn arrestatie zeer agressief hebben gedragen. Tijdens een verhoor zou hij zelfs een rechter fysiek hebben aangevallen. Hiervoor werd hij veroordeeld tot 8 maanden gevangenisstraf. Tevens probeerde Wisniewski tijdens zijn detentie om uit de gevangenis te ontsnappen. Bij zijn ontsnappingspoging bond hij een gevangenbewaarder vast en verwondde hij de gevangenisdirecteur. De ontsnappingspoging mislukte echter.

 

Hongerstaking

Tijdens zijn strafproces ging Stefan Wisniewski in hongerstaking, waarna hem dwangvoeding werd toegediend. Bij het toedienen van dwangvoeding werden de gevangenen meestal vastgebonden op een stoel. Vervolgens werd er via een buis in de neus vloeibaar voedsel of voedingsoplossing direct in de maag gepompt. Het toedienen van dwangvoeding werd beschouwd als een controversiële en ingrijpende procedure. Echter, was het onder dwang toedienen van voedsel een noodzakelijke maatregel om levensbedreigende gezondheidsproblemen bij de gedetineerden te voorkomen.

Krachtig instrument

RAF-terroristen gingen tijdens hun gevangenschap meerdere keren in hongerstaking als protestmiddel tegen hun detentieomstandigheden en politieke status. Hongerstakingen werden gezien als krachtig instrument om aandacht te vragen voor hun eisen en om druk uit te oefenen op de West-Duitse autoriteiten. De hongerstakingen waren vaak onderdeel van bredere protestacties van de RAF-gevangenen.

 

Veroordeling

Op 4 december 1981 werd Stefan Wisniewski veroordeeld tot twee levenslange gevangenisstraffen wegens moord, ontvoering, dwang van een constitutioneel orgaan en lidmaatschap van een terroristische organisatie. Na het vonnis ontstond er commotie in de rechtszaal doordat de aanwezige RAF-sympathisanten leuzen scandeerden, waaronder:

‘Je kunt revolutionairen opsluiten en vermoorden, maar het idee nooit.’

Daarop opende Stefan Wisniewski zijn blauwe gevangenisjas, waaronder een rood T-shirt tevoorschijn kwam met daarop het logo van de Rote Armee Fraktion (een vijfpuntige ster) en de tekst:

‘Het maakt niet uit.’

Vervolgens werden de RAF-sympathisanten uit de rechtszaal verwijderd. In zijn slotverklaring verdedigde Wisniewski de gewapende strijd van de Rote Armee Fraktion met de woorden:

‘Geweld is het laatste en meest extreme middel, maar verdomd noodzakelijk.’

 

Vrijlating

In 1997 gaf Stefan Wisniewski een interview aan de Duitse krant Die Tageszeitung (taz). Daarin vertelde hij dat de moord op werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer een ‘ramp’ was, maar noodzakelijk. Volgens hem zou het een teken van zwakte zijn geweest als de Rote Armee Fraktion hem had vrijgelaten, zonder dat de terroristen (waarvoor tijdens de ontvoering vrijlating was geëist) waren vrijgekomen. In 1999 werd Wisniewski voorwaardelijk vrijgelaten, omdat hij tijdens zijn gevangenschap afstand had gedaan van de terroristische misdrijven.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑