Rolf Clemens Wagner (1944 – 2014)
Rolf Clemens Wagner was een terrorist van de West-Duitse terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Hij behoorde tot de zogenaamde tweede generatie RAF-leden. Hij is betrokken geweest bij de ontvoering van en moord op de West-Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer en de aanslag op de Amerikaanse generaal Alexander Haig. Ook nam hij deel aan een bankoverval in Zürich, waarbij een onschuldige omstander om het leven kwam. Wagner werd tweemaal veroordeeld tot levenslang en kreeg daar later nog eens twaalf jaar bovenop. Deze straffen werden uiteindelijk omgezet tot één totale levenslange gevangenisstraf. In 2003 werd hem gratie verleend en kwam hij vrij. Rolf Clemens Wagner overleed in 2014 op 69-jarige leeftijd.
Streng gevangenisregime en strikte isolatie
Veroordelingen in Zwitserland en West-Duitsland
Tweede veroordeling in de Bondsrepubliek
Jeugd en studie
Rolf Clemens Wagner werd op 30 augustus 1944 geboren in Hohenelbe (het huidige Vrchlabí in Tsjechië). Zijn vader was werkzaam als tandarts. Nadat hij zijn middelbare school had afgerond ging hij in 1964 economie studeren. Eerst in Hamburg, daarna in Bochum en Frankfurt. Echter, stopte hij met zijn studie zonder een diploma te hebben behaald en ging werken als commercieel assistent bij verschillende bedrijven in de omgeving van Frankfurt. Wagner werkte onder meer een tijdje bij de reisorganisatie van postorderbedrijf Neckermann. In 1971 werd hij officieel bij de universiteit uitgeschreven.
Mei-offensief in 1972
Wagner raakte betrokken bij de RAF in de nasleep van het gewelddadige ‘Mei-offensief’ in 1972, waarin de terreurorganisatie kort achter elkaar meerdere aanslagen pleegde. Deze aanslagen waren gericht tegen Amerikaanse faciliteiten in de Bondsrepubliek, instellingen van de Duitse politie en het gebouw van de Springer-uitgeverij. Ook probeerden terroristen van de Rote Armee Fraktion de onderzoeksrechter Wolfgang Buddenberg te vermoorden. Bij deze moordaanslag – waarbij een explosief onder de passagiersstoel van zijn auto ontplofte – raakte zijn vrouw Gerta zeer ernstig gewond. De onderzoeksrechter zat op het moment van de explosie niet in de wagen, omdat hij was gaan lopen.
Klopjacht
Na het Mei-offensief openden de Duitse autoriteiten een ware klopjacht op de daders en binnen anderhalve maand werden verschillende RAF-terroristen opgespoord en aangehouden. Onder hen waren Andreas Baader, Holger Meins, Jan-Carl Raspe, Gudrun Ensslin, Bernhard Braun, Brigitte Mohnhaupt, Ulrike Meinhof, Irmgard Möller en Klaus Jünschke. Een aantal van deze RAF-leden waren de belangrijkste beklaagden tijdens het beruchte Stammheim-proces in Stuttgart.
Streng gevangenisregime en strikte isolatie
De gevangengenomen RAF-terroristen werden opgesloten in een zwaarbewaakte vleugel van de gevangenis. Ze werden strikt van andere gevangenen gescheiden gehouden en in totale isolatie opgesloten. Tevens werden ze onderworpen aan een zeer streng gevangenisregime. Volgens RAF-sympathisanten buiten de gevangenismuren werden de RAF-gevangenen psychologisch gemarteld. De gedetineerden zouden continu worden geobserveerd door bewakers, het neonlicht werd ‘s nachts aangelaten en er werd voor hen bepaald welke boeken ze mochten lezen. Sommige gevangenen werden ziek door de volledige isolatie waarin ze zaten. Door het gebrek aan prikkels kregen sommigen van hen last van hallucinaties en depressies.
Politieke identiteit breken
De psychologische martelingen waren voornamelijk bedoeld om de politieke identiteit van de RAF-leden te breken. Om te protesteren tegen de omstandigheden in de gevangenis gingen de terroristen meerdere keren in hongerstaking. In die periode sloten veel RAF-sympathisanten zich aan bij het zogenaamde ‘Antifoltercomité’, dat actief campagne voerde tegen de inhumane behandeling van RAF-gevangenen.
Aansluiting bij de RAF
Op 9 november 1974 overleed RAF-lid Holger Meins in de gevangenis van Wittlich, aan de gevolgen van een hongerstaking. Zijn dood wakkerde de woede onder de RAF-sympathisanten nog verder aan. Verschillende RAF-aanhangers werden actief lid van bij de Rote Armee Fraktion en gingen ondergronds bij de terreurorganisatie. Ook Rolf Clemens Wagner sloot zich aan bij de RAF en dook onder in de illegaliteit. De tweede generatie RAF-terroristen had als voornaamste doelstelling: het bevrijden van hun kameraden uit de West-Duitse gevangenissen. Wagner voegde zich bij een kleine groep die was opgericht door Peter-Jürgen Boock en Waltraud Liewald. Deze groep bereidde op dat moment plannen voor om RAF-leider Andreas Baader uit de gevangenis te bevrijden.
Zelfmoord RAF-kopstukken
In 1977 pleegde de RAF verschillende gewelddadige terreuracties. De terroristen vermoordden procureur-generaal Siegfried Buback, brachten de bankier Jürgen Ponto om het leven en ontvoerden de Duitse werkgeversvoorzitter en econoom Hanns-Martin Schleyer. Tevens kaapten terroristen van de bevriende Palestijnse verzetsorganisatie PFLP een vliegtuig van de luchtvaartmaatschappij Lufthansa. Deze terreurdaden veroorzaakten een ware schokgolf in de Bondsrepubliek Duitsland en toonden aan dat de Rote Armee Fraktion, de gewapende revolutionaire strijd nog lang niet had afgezworen. De terreuracties hadden als voornaamste doel het vrij krijgen van de RAF-gedetineerden uit de gevangenis, maar de West-Duitse overheid weigerde resoluut om met de terroristen te onderhandelen. Niemand werd vrijgelaten en in de nacht van 18 oktober 1977 pleegden de RAF-kopstukken Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe zelfmoord in hun cel.
Schleyer-ontvoering
Rolf Clemens Wagner was op 5 september 1977 betrokken bij de ontvoering van Hanns-Martin Schleyer. Anderhalve maand na zijn ontvoering werd de werkgeversvoorzitter vermoord teruggevonden in de kofferbak van een auto. Hij bleek door kogels om het leven te zijn gebracht. Nooit is precies duidelijk geworden wie de fatale schoten op Schleyer heeft gelost. In zijn boek ‘Het Baader Meinhof Complex’ suggereert de Duitse onderzoeksjournalist en RAF-expert Stefan Aust, dat Rolf Clemens Wagner weleens de daadwerkelijke moordenaar van Schleyer zou kunnen zijn. Hij baseerde zijn conclusie onder meer op verklaringen van andere RAF-terroristen. Het is echter nooit bewezen dat Wagner destijds ook daadwerkelijk de schutter was.
Arrestatie in Zagreb
In het voorjaar van 1978 werd de 33-jarige Rolf Clemens Wagner samen met zijn RAF-kameraden Peter-Jürgen Boock, Brigitte Mohnhaupt en Sieglinde Hofmann, gearresteerd op de luchthaven van Zagreb. De Joegoslavische regering deed daarna een voorstel aan de autoriteiten in de Bondsrepubliek. Ze boden aan om de RAF-terroristen uit te ruilen tegen een aantal Kroatische separatisten, die in West-Duitsland in ballingschap zaten. De West-Duitse overheid ging daar echter niet op in, maar eiste wel dat de RAF-terroristen zo snel mogelijk aan de Bondsrepubliek zouden worden uitgeleverd.
Vertrek naar Aden
De rechtbank van Belgrado oordeelde echter dat de terroristen niet konden worden uitgeleverd, wegens gebrek aan bewijs. De Joegoslavische autoriteiten gaven de RAF-leden vervolgens toestemming om uit te reizen naar een land van hun keuze. Het viertal koos ervoor om naar Zuid-Jemen te gaan en de terroristen vlogen vervolgens naar de hoofdstad Aden. Daar sloten ze zich aan bij een militair trainingskamp van een bevriende Palestijnse verzetsorganisatie. In het kamp werden ze getraind op guerrillatactieken, leerden ze omgaan met zware (semi)automatische vuurwapens en leerden ze hoe ze zelf explosieven konden maken.
Aanslag op Alexander Haig
In de zomer van 1979 dook Rolf Clemens Wagner weer op in de Bondsrepubliek. Op 25 juni 1979 was hij samen met zijn RAF-kameraden Werner Lotze en Susanne Albrecht betrokken bij de aanslag op Alexander Haig, de opperbevelhebber van de NAVO-strijdkrachten in Europa. De Amerikaanse generaal werd door de RAF gezien als een gemakkelijk doelwit, omdat hij iedere dag dezelfde route nam naar het centrale commandocentrum van de NAVO (SHAPE), vlakbij het Belgische Mons. Toen de opperbevelhebber met zijn dienstauto over een brug reed ontplofte er een landmijn. Haig en zijn chauffeur kwamen met de schrik vrij en konden ongedeerd uit de auto komen. Drie van zijn lijfwachten die in een auto achter hen reden raakten wel gewond.
Bankoverval Zürich
Een paar maanden later (op 19 november 1979) was Rolf Clemens Wagner betrokken bij een bankoverval in Zürich, Zwitserland. Ook de terroristen Christian Klar, Peter-Jürgen Boock en Henning Beer namen hieraan deel. Nadat ze de Zwitserse Volksbank hadden verlaten met een flinke buit, sloegen ze op de vlucht voor de politie. Er volgde een klopjacht op de daders. De RAF-terroristen vluchtten een winkelcentrum binnen, maar de Zwitserse politie had hen al snel in het vizier.
Vuurgevecht
Er ontstond een vuurgevecht tussen de terroristen en de agenten, waarbij een onschuldige omstander werd geraakt. De 56-jarige Edith Kletzhändler die daar aan het shoppen was, kreeg een kogel in haar nek en overleed aan haar verwondingen. Even later stalen de terroristen een auto, waarbij ze de bestuurster uit haar wagen sleepten. De vrouw raakte daarbij zwaargewond door een kogel in haar borst. Rolf Clemens Wagner kon nog diezelfde dag worden gearresteerd. Boock, Klar en Beer wisten te ontsnappen.
Veroordelingen in Zwitserland en West-Duitsland
Rolf Clemens Wagner werd op 26 september 1980 in Zwitserland veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, voor moord, meervoudige poging tot moord, diefstal en andere misdrijven. Tevergeefs probeerde hij zijn uitlevering aan de West-Duitse autoriteiten te voorkomen, maar in 1982 werd hij toch overgedragen aan de Bondsrepubliek. Na de uitlevering van Wagner bleef het Zwitserse vonnis van kracht. In de Bondsrepubliek werd hij veroordeeld voor de misdrijven die hij eerder had begaan. Op 13 maart 1985 werd Rolf Clemens Wagner door het hooggerechtshof in Düsseldorf veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, voor zijn betrokkenheid bij de moord op Hanns-Martin Schleyer.
RAF-uitvallers
Begin jaren tachtig hadden verschillende terroristen de Rote Armee Fraktion verlaten. Deze zogenaamde RAF-uitvallers werd de mogelijkheid geboden om in de DDR een geheel nieuw leven beginnen. Ze werden door de Stasi beschermd en voorzien van een geheel nieuwe identiteit. Jarenlang konden de voormalig terroristen in Oost-Duitsland een relatief onbezorgd en anoniem leven leiden. Daar kwam echter een einde aan toen de Berlijnse Muur viel en de DDR ineenstortte. De bescherming door de Stasi viel weg en veel voormalig RAF-leden werden opgespoord en gearresteerd door de West-Duitse autoriteiten. Zo ook Werner Lotze, die betrokken was geweest bij de Schleyer-ontvoering en de mislukte aanslag op Alexander Haig.
Tweede veroordeling in de Bondsrepubliek
Werner Lotze werd een belangrijke kroongetuige in de strafprocessen tegen zijn voormalige RAF-kameraden en legde uitgebreide verklaringen af. Hierdoor werd er in 1993 ook een nieuw proces mogelijk tegen Rolf Clemens Wagner, in de zaak Alexander Haig. De rechtbank achtte zijn betrokkenheid bij de mislukte aanslag voldoende bewezen en veroordeelde Wagner tot een gevangenisstraf van twaalf jaar. De rechtbank hield echter rekening met het feit dat hij al tweemaal tot levenslang was veroordeeld en legde daarom één totale levenslange gevangenisstraf op. Tijdens zijn gevangenschap nam Wagner deel aan vijf hongerstakingen.
Vrijlating
In 2003 werd de inmiddels 59-jarige Rolf Clemens Wagner gratie verleend door de toenmalige bondspresident Johannes Rau, omdat zijn gezondheidstoestand verslechterde. Op 9 december 2003 werd hij daadwerkelijk vrijgelaten. Wagner had op dat moment ruim 24 jaar vastgezeten. Daarmee is hij een van de RAF-terroristen die het langst in de gevangenis hebben doorgebracht.
Geen berouw
Rolf Clemens Wagner heeft nooit openlijk spijt betuigd van zijn terreurverleden. In het najaar van 2007 verdedigde hij de moord op werkgeversvoorzitter Schleyer, in een interview met het marxistisch georiënteerde Duitse dagblad ‘Junge Welt’. Volgens hem was het een gerechtvaardigde keuze geweest om Schleyer – gezien zijn conservatieve anticommunistische opvattingen en naziverleden – te ontvoeren. De kaping van Lufthansa-vlucht 181 door terroristen van de aan de RAF-gelieerde Palestijnse verzetsorganisatie PFLP, was volgens Wagner wél een verkeerde beslissing geweest.
Ergernis Duitse politici
Het feit dat Wagner de moord op Schleyer zelfs na al die jaren nog steeds vergoelijkte, wekte de ergernis van veel Duitse politici. Met hun gewelddadige acties hadden de RAF-terroristen immers talloze gezinnen in de ellende gestort en eindeloos laten lijden. De uitspraken van Rolf Clemens Wagner toonden aan dat van genade en gratie nooit geen sprake kon zijn, zonder berouw. Wagner overleed op 11 februari 2014 in Bochem, Noordrijn-Westfalen. Hij werd 69 jaar.
Lees ook:
Een volledig overzicht van RAF-terroristen