Klaus Jünschke (1947)
Klaus Jünschke is een voormalige terrorist van de terreurgroep Rote Armee Fraktion (RAF). Hij behoorde tot de zogenaamde tweede generatie RAF-leden. Jünschke was betrokken bij verschillende terroristische activiteiten. In 1977 werd hij veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, voor zijn aandeel bij de moord op een politieagent tijdens een bankoverval. In 1988 werd er gratie aan hem verleend en kwam hij vervroegd op vrije voeten. Na zijn vrijlating werd Klaus Jünschke schrijver en werkte hij aan non-fictie boeken.
Studie en aansluiting bij het SPK
Bankoverval in Kaiserlautern en arrestatie
Getuige in het Stammheim-proces
Maatschappelijke projecten en publicist
Studie en aansluiting bij het SPK
Jünschke studeerde psychologie in Heidelberg in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. In 1970 kwam de jonge student in aanraking met het Socialistisch Patiëntencollectief (SPK). Deze links-radicale groepering zag zichzelf als een therapiegemeenschap en wilde – in de geest van de antipsychiatrie – ziekte inzetten voor de revolutionaire strijd, tegen de kapitalistische klassenmaatschappij. Het motto van het Socialistisch Patiëntencollectief was: ‘Verander ziekte in een wapen!’ Leden van de groepering waren van mening dat veel psychiatrische ziekten werden veroorzaakt door de kapitalistische consumptiemaatschappij.
Zeer omstreden
Het SPK beweerde dat de traditionele geneeskunde en de klassieke psychiatrie probeerden om psychiatrische patiënten weer ‘gezond’ te krijgen voor een in hun ogen ‘zieke’ samenleving. Volgens leden van het SPK moest eerst de samenleving worden ‘hersteld’, voordat genezing van patiënten met psychische aandoeningen überhaupt mogelijk was. Het Socialistisch Patiëntencollectief was zeer omstreden in die tijd en kreeg dan ook veel kritiek vanuit de medische wereld.
Overstap naar de RAF
Veel leden van het SPK sloten zich later aan bij de RAF, om deel te nemen aan de gewapende revolutionaire strijd. Klaus Jünschke was een van hen. In deze periode stond de Rote Armee Fraktion nog vooral bekend als de ‘Baader-Meinhof-Groep’. Jünschke ondersteunde de RAF onder meer met het huren van appartementen waarin ondergedoken RAF-leden zich konden verschuilen. Daarnaast was hij betrokken bij de logistieke processen van de RAF, zoals het regelen van materialen die gebruikt konden worden bij het plegen van aanslagen en de handel in valse kentekenplaten. In deze periode verloofde Klaus Jünchke zich met het RAF-lid Elisabeth von Dyck.
Bankoverval in Kaiserlautern en arrestatie
Klaus Jünschke werd op 9 juli 1972 samen met de RAF-terroriste Irmgard Möller, door de West-Duitse politie gearresteerd in Offenbach am Main (Hessen). Jünschke werd verdacht van betrokkenheid bij een bankoverval in Kaiserslautern (Rijnland-Palts) op 22 december 1971. Bij deze bankberoving werd 134.000 DM buitgemaakt en werd de 32-jarige politieagent Herbert Schoner doodgeschoten. De diender was daar met zijn met zijn werk bezig en toevallig op het verkeerde moment op de verkeerde plek.
Rode minibus
Toen de agent een rode minibus opmerkte die voor het bankfiliaal stond, wilde hij de chauffeur aanspreken en zeggen dat het voertuig daar niet mocht stoppen. De bestuurder van het voertuig trok onmiddellijk een vuurwapen en beschoot de politieman. Herbert Schoner werd geraakt en strompelde gewond naar de ingang van het bankgebouw. Daar kwam hij oog in oog te staan met de andere RAF-terroristen die net naar buiten kwamen gerend. Ook zij begonnen direct te schieten. Herbert Schoner werd door meerdere kogels dodelijk getroffen.
Veroordeling
Een dag na de bankoverval in Kaiserslautern verscheen er een krantenbericht in het West-Duitse dagblad Bild met de kop: ‘Bende Baader-Meinhof gaat door met moorden.’ De ontsteltenis in de Bondsrepubliek over de moord op Schoner was groot. De jonge politieman liet een vrouw en twee kleine kinderen achter. Tijdens de uitvaart van Herbert Schoner waren zeker 1000 mensen aanwezig, waaronder 400 politieagenten.
Indirect bewijs
En hoewel Klaus Jünschke de overval samen met zes andere RAF-leden had gepleegd, kon zijn betrokkenheid tijdens het strafproces alleen worden bewezen aan de hand van indirect bewijs. De exacte rol die Jünschke tijdens de bankoverval had gespeeld is nooit precies opgehelderd. Of hij ook zelf heeft geschoten of zelfs maar een vuurwapen bij zich had gedragen, is nooit duidelijk geworden. Het indirecte bewijs was in ieder genoeg om hem te veroordelen als medeplichtige aan moord. Op 2 juni 1977 werd hij veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf wegens de collectieve moord op Herbert Schoner en andere misdrijven.
Getuige in het Stammheim-proces
Tijdens het beruchte Stammheim-proces waarin de strafzaken werden gevoerd tegen de kopstukken van de RAF, zoals Andreas Baader, Gudrun Ensslin, Ulrike Meinhof en Jan-Carl Raspe, werd Klaus Jünschke op de 131ste procesdag opgeroepen als getuige. Tijdens zijn gevangenschap nam hij deel aan meerdere hongerstakingen, om te protesteren tegen de slechte omstandigheden in de streng bewaakte penitentiaire inrichting. Later nam hij afstand van de Rote Armee Fraktion en de gewapende revolutionaire strijd. In de gevangenis volgde Klaus Jünschke een opleiding sociale wetenschappen en rondde deze af met een diploma. Op 4 mei 1979 werd zijn verloofde Elisabeth von Dyck in Neurenberg door de politie doodgeschoten.
Gratieverlening
Na 15 jaar gevangenschap weigerde de regionale rechtbank van Koblenz de vervroegde vrijlating, die gebruikelijk was wanneer iemand deze periode had uitgezeten. De rechtbank vond de strafbare feiten die door Klaus Jünschke waren begaan te ernstig, om hem op dat moment al voor vervroegde vrijlating in aanmerking te laten komen. De Duitse politica Antje Vollmer van de West-Duitse groene partij ‘Die Grünen’ pleitte voor gratie van Jünschke, omdat hij tijdens zijn detentie duidelijk zou hebben laten zien dat hij het terrorisme de rug had toegekeerd. In 1988 werd hem uiteindelijk toch gratie verleend door de toenmalige premier van de deelstaat Rijnland-Palts, Bernhard Vogel.
Maatschappelijke projecten en publicist
Na zijn vrijlating ging Klaus Jünschke werken als publicist en zette hij zich in voor allerlei maatschappelijke projecten. Daarnaast schreef hij een aantal non-fictie boeken. In deze boeken laat hij zijn kritiek doorschemeren over de vorm en de functie, die het strafsysteem in Duitsland heeft. In 1997 werd hij lid van de adviesraad van de gevangenis in Keulen-Ossendorf. Jünschke neemt als opiniemaker deel aan het publieke debat in de dagelijkse media. Hij is onder meer betrokken bij de linkse krant ‘Junge Welt’, die zich manifesteert als een onafhankelijk, marxistisch medium. Daarnaast is hij actief voor het systeemkritische Duitse dagblad Die tageszeitung (taz) dat in 1978 werd opgericht, als links alternatief voor de traditionele socialistische en communistische kranten. Klaus Jünschke kreeg na zijn vrijlating een relatie met Christiane Ensslin, de zus van RAF-kopstuk Gudrun Ensslin.
Lees ook:
Een volledig overzicht van RAF-terroristen