Sieglinde Hofmann (1945)

Sieglinde Hofmann is een voormalige Duitse terroriste die behoorde tot de zogenaamde tweede generatie van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Ze speelde een sleutelrol bij verschillende terreurdaden, waaronder de ontvoering van de West-Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer en de aanslag op de NAVO-commandant Alexander Haig. In 1980 werd Hofmann in Frankrijk gearresteerd en uitgeleverd aan de Bondsrepubliek. Ze werd tweemaal veroordeeld en bracht in totaal 19 jaar in de gevangenis door. In 1999 werd ze vrijgelaten.

Opleiding

Lid van het SPK

Aansluiting bij de RAF

Siegfried Hausner Commando

Ontvoering Hanns-Martin Schleyer

Schleyer wordt dood aangetroffen

Arrestatie in Joegoslavië en vrijlating

Aanhouding in Parijs

Uitlevering aan de Bondsrepubliek en strafproces

Tweede proces en vrijlating

 

Opleiding

Hofmann werd op 14 maart 1945 geboren in Bad Königshofen. Tijdens haar jeugd ging Sieglinde Hofmann naar een katholieke meisjesschool. Ze volgde een opleiding tot verpleegster en ging stage lopen als doktersassistente. Later volgde ze een opleiding tot maatschappelijk dienstverlener aan de Technische Hogeschool in Heidelberg, in de deelstaat Baden-Württemberg. Na het afronden van haar opleiding ging ze aan de slag als welzijnswerker en richtte ze zich voornamelijk op de hulpverlening aan drugsverslaafden.

 

Lid van het SPK

In deze periode kwam Hofmann in contact met het Socialistisch Patiëntencollectief (SPK). Dit collectief was een omstreden links-radicale vereniging, die er bizarre opvattingen op na hield over de gezondheidszorg en dan met name over de behandeling van psychiatrische patiënten. Leden van het SPK waren van mening dat psychiatrische aandoeningen, het gevolg waren van de kapitalistische consumptiemaatschappij. Het SPK zette zich vooral af tegen de macht van doktoren. Veel RAF-terroristen van het eerste uur waren bij het SPK betrokken, voordat ze zich aansloten bij de gewapende revolutionaire strijd van de Rote Armee Fraktion.

 

Aansluiting bij de RAF

Ook Sieglinde Hofmann radicaliseerde tijdens haar lidmaatschap van het Socialistische Patiëntencollectief en in 1976 sloot ze zich aan bij de RAF. In de zomer van dat jaar vertrok ze samen met de RAF-leden Siegfried Haag, Peter-Jürgen Boock en Stefan Wisniewski naar Zuid-Jemen, waar ze militair werd getraind in een Palestijns trainingskamp. Eenmaal terug in de Bondsrepubliek nam Hofmann deel aan verschillende terreuracties. Deze terreurdaden waren vooral bedoeld om de West-Duitse overheid onder druk te zetten om RAF-gevangenen (waaronder de leiders Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe) vrij te laten. Sieglinde Hofmann groeide al snel uit tot een belangrijke figuur binnen de Rote Armee Fraktion. Ze was betrokken bij de voorbereidingen en planning van aanslagen en werd de vertrouwelinge van Brigitte Mohnhaupt, die op dat moment leiding gaf aan de tweede generatie RAF-terroristen.

 

Siegfried Hausner Commando

Sieglinde Hofmann werd aanvankelijk verdacht van betrokkenheid bij de moord op de West-Duitse bankdirecteur Jürgen Ponto op 30 juli 1977. Later bleek dat niet zij, maar de RAF-leden Christian Klar, Susanne Albrecht, Brigitte Mohnhaupt en Peter-Jürgen Boock direct bij de liquidatie van de bankier betrokken waren geweest. Hofmann had wel een belangrijke rol gespeeld bij de ontvoering van de Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer op 5 september 1977. Ze maakte die dag deel uit van het zogenaamde ‘Siegfried Hausner Commando’ waaraan ook de RAF-terroristen Stefan Wisniewski, Peter-Jürgen Boock en Willy Peter Stoll deelnamen.

 

Ontvoering Hanns-Martin Schleyer

Toen Schleyer zijn kantoor in Keulen aan het eind van de middag verliet, werd hij opgewacht door zijn chauffeur die hem naar huis zou rijden. Vanwege de terreurdreiging op dat moment in de Bondsrepubliek – de RAF had inmiddels al tal van wreedheden begaan – werden veel hoogwaardigheidsbekleders beveiligd. Zo ook Hanns-Martin Schleyer. De Mercedes van de werkgeversvoorzitter werd gevolgd door een auto, waarin drie politiemannen zaten om hem te escorteren. De agenten waren gewapend, maar Schleyer en zijn chauffeur niet.

Telefoonketen

De RAF-terroristen hadden langs de route die Schleyer zou rijden een telefoonketen opgezet, zodat de schutters Hofmann, Boock, Wisniewski en Stoll (het viertal dat de ontvoering daadwerkelijk zou gaan uitvoeren) precies wisten wanneer ze in actie moesten komen. De taken waren vooraf verdeeld. Het was de bedoeling dat Hofmann en Boock de politiemannen in de volgauto zouden uitschakelen. Stoll zou de chauffeur van Schleyer aanvallen en Wisniewski zou de werkgeversvoorzitter overmeesteren.

Vuurgevecht

Op het moment dat het konvooi de Vincenz-Statz-Straße ingereden kwam liep Sieglinde Hofmann op de stoep met een kinderwagen, die gevuld was met machinepistolen. Toen Schleyer en zijn lijfwachten passeerden duwde ze de kinderwagen de weg op, om te voorkomen dat het konvooi voorbij zou rijden. Stefan Wisniewski kwam vervolgens pijlsnel achteruit vanaf een oprit de straat opgereden en blokkeerde de Mercedes van de werkgeversvoorzitter. Zijn chauffeur wist tijdig te remmen, maar het voertuig van zijn lijfwachten remde te laat en botste tegen zijn voorganger. Hierdoor werd de wagen van Schleyer tegen de auto van Wisniewski aangeduwd. De RAF-leden begonnen direct te schieten. Binnen anderhalve minuut werden zeker 119 kogels afgevuurd op het konvooi. De chauffeur van Hanns-Martin Schleyer werd door Willy Peter Stoll dodelijk getroffen. Sieglinde Hofmann en Peter-Jürgen Boock namen de lijfwachten onder vuur.

Volkswagen busje

Nadat de chauffeur van Schleyer was neergeschoten rende Willy Peter Stoll plotseling langs zijn kameraden Boock en Hofmann en sprong hij als een razende op de motorkap van de politiemannen. Vervolgens schoot hij zijn machinepistool volledig leeg op de inzittenden. Alle drie de lijfwachten kwamen om het leven. Hanns-Martin Schleyer werd in een Volkswagen busje gesleept en weggevoerd naar een ondergrondse parkeergarage van een RAF-schuilplaats. Daar werd het busje omgewisseld voor een ander voertuig. Vervolgens werd schleyer naar een appartement in een flat gebracht, dat speciaal was geprepareerd om de werkgeversvoorzitter een tijdlang onder te brengen.

 

Schleyer wordt dood aangetroffen

Schleyer werd opgesloten in een geluidsdichte kast en gedwongen om mee te werken aan een videoboodschap. Deze videoboodschap zou vervolgens door de RAF-terroristen worden gebruikt, om de West-Duitse autoriteiten te dwingen, om RAF-leden die in de gevangenis zaten vrij te laten. De overheid ging echter niet in op de eisen van Rote Armee Fraktion. Hanns-Martin Schleyer werd later via Nederland naar België gebracht en uiteindelijk door zijn belagers vermoord. Het lichaam van de werkgeversvoorzitter werd op 19 oktober 1977 gevonden in de kofferbak van een Audi in de buurt van de plaats Mulhouse in de Franse Elzas. Peter-Jürgen Boock zou later verklaren dat de fatale schoten op Schleyer waren gelost door Stefan Wisniewski en Rolf Heissler.

Een vijfde schutter

Tijdens het onderzoek op de plek van de ontvoering in Keulen werden kruitsporen aangetroffen op de twee rechterdeuren van de auto van de lijfwachten. Deze kruitsporen konden niet worden gelinkt aan de vuurwapens van de vier terroristen. Bovendien werd er een semiautomatisch pistool (een Colt M1911) aangetroffen dat niet was gebruikt door Sieglinde Hofmann, Peter-Jürgen Boock, Stefan Wisniewski of Willy Peter Stoll. Dat zou suggereren dat er nog een vijfde persoon direct bij de ontvoering betrokken moet zijn geweest. De Duitse federale recherche heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar deze mogelijke vijfde schutter, maar er is nooit iemand geïdentificeerd.

 

Arrestatie in Joegoslavië en vrijlating

Sieglinde Hofmann werd op 11 mei 1978 gearresteerd in het toenmalige Joegoslavië, samen met haar RAF-kameraden Peter-Jürgen Boock, Rolf Wagner en Brigitte Mohnhaupt. De autoriteiten in Belgrado onderhandelden met de West-Duitse overheid over de uitlevering van het viertal. In ruil voor de RAF-terroristen zouden dan een aantal Joegoslaven die in de Bondsrepubliek Duitsland in de gevangenis zaten worden uitgewisseld. Maar omdat de autoriteiten geen akkoord konden bereiken over de uitwisseling, werden de RAF-leden weer vrijgelaten. Vervolgens werden de terroristen per vliegtuig overgebracht naar een land van hun keuze.

 

Aanhouding in Parijs

Hofmann vertrok naar Aden in Zuid-Jemen. In de lente van 1979 keerde ze terug naar de Bondsrepubliek en ging direct weer ondergronds bij de Rote Armee Fraktion. Twee jaar later op 5 mei 1980 werd ze opnieuw aangehouden in een appartement in Parijs. Ze was op dat moment in gezelschap van het RAF-lid Ingrid Barabass die ook door de Franse recherche werd opgepakt. De twee RAF-vrouwen waren op dat moment in de Franse hoofdstad om namens Brigitte Mohnhaupt te onderhandelen over een fusie van de Rote Armee Fraktion, met de anarchistische terreurgroep 2 Juni-Beweging.

 

Uitlevering aan de Bondsrepubliek en strafproces

Nadat Sieglinde Hofmann door de Franse autoriteiten was uitgeleverd aan West-Duitsland, werd ze in eerste instantie alleen beschuldigd van deelname aan de moord op bankier Jürgen Ponto. Ze werd door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar. Echter, was het bewijs tegen haar flinterdun. De veroordeling van Hofmann was in feite alleen maar gebaseerd op verklaringen van het RAF-lid Hans-Joachim Dellwo. Later bleek dat ze nooit direct betrokken is geweest bij de moord op Ponto en dat de veroordeling van Sieglinde Hofmann een verkeerde inschatting was.

 

Tweede proces en vrijlating

Drie dagen voordat haar detentie erop zat – in augustus 1995 – werd Sieglinde Hofmann weer officieel aangehouden om te worden berecht voor andere misdrijven. Na haar tweede proces werd de inmiddels 50-jarige Hofmann schuldig bevonden aan betrokkenheid bij vijf moordzaken en drie gevallen van poging tot moord. De rechtbank achtte bewezen dat ze betrokken was bij de aanslag op NAVO-commandant Alexander Haig in 1979. Daarnaast werd ze veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor haar betrokkenheid bij de ontvoering van en moord op Hanns-Martin Schleyer. Op 5 mei 1999 kwam Sieglinde Hofmann weer op vrije voeten.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑