Siegfried Haag (1945)

Siegfried Haag is een voormalige terrorist van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Hij behoorde tot de zogenaamde tweede generatie RAF-leden. Haag speelde een belangrijke rol bij de recrutering van nieuwe RAF-terroristen, die zich wilden inzetten voor de gewapende revolutionaire strijd van de terreurorganisatie. In 1976 werd hij gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar. In 1987 werd hij vervroegd vrijgelaten.

Advocatenkantoor

Hongerstakingen

Gijzelingsactie ambassade Stockholm

Werving van nieuwe RAF-leden

Militaire training in Aden

Arrestatie in 1976

Afluisterapparatuur

Offensief 77

Veroordeling en vrijlating

Opgeroepen als getuige

 

Advocatenkantoor

Siegfried Haag werd op 15 maart 1945 geboren in Aurich (Nedersaksen). Voordat Haag betrokken raakte bij terroristische activiteiten van de Rote Armee Fraktion was hij werkzaam als advocaat. Samen met zijn collega Eberhard Becker – die later ook lid werd van de RAF – runde hij een advocatenkantoor in Heidelberg. In die hoedanigheid was hij een van de 15 verdedigingsadvocaten van RAF-leider Andreas Baader. Haag speelde als koerier een belangrijke rol bij de overdracht van informatie, tussen RAF-terroristen die op verschillende locaties in de Bondsrepubliek Duitsland gevangenzaten. Specifieke instructies van Andreas Baader konden vaak via Siegfried Haag aan andere RAF-gedetineerden worden doorgegeven.

 

Hongerstakingen

Tijdens hun gevangenschap namen veel RAF-gevangenen deel aan collectieve hongerstakingen, om te protesteren tegen hun slechte behandeling in de zwaarbewaakte penitentiaire inrichting.  Ze werden in strikte isolatie gehouden en hadden geen rechtstreeks contact met andere RAF-gevangenen. De hongerstakingen leidden tot ernstige gezondheidsproblemen bij sommige gedetineerden. Een aantal RAF-leden heeft later verklaard dat Siegfried Haag de gevangenen destijds onder druk zette, om de hongerstakingen voort te zetten. Het RAF-lid Holger Meins overleed op 9 november 1974 aan de gevolgen van een hongerstaking.

 

Gijzelingsactie ambassade Stockholm

Advocaat Siegfried Haag kon zich goed vinden in de marxistische ideologie van de Rote Armee Fraktion en had sympathie voor hun gewelddadige revolutionaire strijd. Via zijn advocatenkantoor werden tal van nieuwe RAF-leden gerekruteerd. Hieronder waren Lutz Taufer, Volker Speitel, Hanna Krabbe, Bernhard Rössner en Ulrich Wessel. Op 24 april 1975 bestormden terroristen van de RAF de West-Duitse ambassade in Stockholm, waar ze het ambassadepersoneel in gijzeling namen. Het RAF-commando dat de gijzelingsactie uitvoerde, had zich vernoemd naar de overleden Holger Meins. Het doel van deze terreurdaad was om de West-Duitse regering onder druk te zetten, om de RAF-gevangenen vrij te laten.

Bloedbad

De terreuractie van het ‘Holger-Meins-Commando’ in Stockholm liep uit op een bloedbad. Er werden twee diplomaten vermoord en doordat er per ongeluk explosieven voortijdig afgingen, kwam een van de terroristen om het leven. Een andere terrorist stierf elf dagen later aan zijn verwondingen. Tevens raakten 10 ambassademedewerkers en 4 RAF-terroristen gewond. En hoewel Siegfried Haag niet zelf had deelgenomen aan de gijzelingsactie, was hij wel betrokken geweest bij de voorbereiding ervan. Hij werd kort gearresteerd, maar wegens gebrek aan bewijs weer vrijgelaten. Na zijn vrijlating ging Siegfried Haag direct ondergronds en sloot hij zich aan bij zijn RAF-kameraden.

 

Werving van nieuwe RAF-leden

Samen met het RAF-lid Ronald Mayer rekruteerde Siegfried Haag tal van nieuwe extra leden voor de terreurorganisatie. Onder hen waren Knut Folkerts, Uwe Folkerts, Günter Sonnenberg, Adelheid Schulz, Peter-Jürgen Boock, Waltraud Boock, Christian Klar en Sabine Schmitz. Ook Verena Becker (een terroriste van de anarchistische terreurgroep 2 Juni-Beweging) werd door Siegfried Haag en Ronald Mayer gerekruteerd voor de Rote Armee Fraktion. In deze periode werd de organisatiestructuur van de RAF beter gestroomlijnd en er werd een efficiënter logistiek systeem opgezet.

 

Militaire training in Aden

De gerekruteerde nieuwe RAF-leden huurden appartementen waarin ze met hun kameraden konden onderduiken. Er werden vuurwapens en explosieven aangeschaft en auto’s gestolen die bij de verschillende terreuraanslagen konden worden gebruikt. Om hun plannen te financieren pleegden de RAF-terroristen tal van bankovervallen. In de zomer van 1976 reisde Siegfried Haag af naar de Zuid-Jemenitische hoofdstad Aden. Samen met andere RAF-leden nam hij daar deel aan militaire trainingen in Palestijnse kampen. Ze leerden er omgaan met automatische wapens en verkregen kennis over de fabricage van explosieven. In deze kampen werden de aanslagen gepland die later tijdens het zogenaamde ‘Offensief 77’, in de Bondsrepubliek Duitsland zouden worden gepleegd.

 

Arrestatie in 1976

Tijdens de voorbereidingen van aanslagen werden zowel Siegfried Haag als Roland Mayer op 30 november 1976 door de West-Duitse politie gearresteerd, in de buurt van Butzbach (Hessen). Haag was op dat moment in het bezit van een doorgeladen vuurwapen en in de auto waarin hij reed werden documenten aangetroffen, met daarin aanwijzingen voor aanslagplannen en een ontvoering. Het was op dat moment echter nog onduidelijk wat of wie precies de doelwitten van de RAF waren.

Gedecodeerde documenten

Helaas konden de aanwijzingen uit de gecodeerde documenten pas achteraf (na de aanslagen in 1977) worden ontcijferd. Na de arrestatie van Siegfried Haag werden de voorbereidingen van aanslagen tijdelijk stilgelegd. RAF-lid Brigitte Mohnhaupt die op 8 februari 1977 uit de gevangenis vrijkwam, ging direct weer ondergronds en nam de leiding van de Rote Armee Fraktion gedeeltelijk op zich. Ook het RAF-lid Christian Klar speelde in die periode een belangrijke rol binnen de terreurorganisatie.

 

Afluisterapparatuur

Nadat Siegfried Haag was vastgezet werden de gesprekken die hij voerde met zijn advocaten in de Stammheim-gevangenis (stiekem en tegen de regels in) afgeluisterd door de West-Duitse veiligheidsdiensten. Het toenmalige hoofd van de bondskanselarij Manfred Schüler van de Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (SPD) had toestemming gegeven voor de afluisterpraktijken. Na de ontvoering van de christendemocratische burgemeesterskandidaat voor West-Berlijn, Peter Lorenz (op 25 februari 1975), waren er door technici van de inlichtingendienst kleine microfoons geplaatst, in 5 cellen van de zwaarbeveiligde Stammheim-gevangenis. Na de gijzelingsactie in de ambassade in Stockholm (op 24 april 1975) werden nog eens 2 cellen – die op dat moment onbezet waren – voorzien van afluisterapparatuur. Traugott Bender (de toenmalige minister van Justitie van Baden-Württemberg) en Karl Schies (de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken van Baden-Würtemberg) gaven later toe, dat deze afluisterpraktijken ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.

Voorkomen van aanslagen

Door het afluisteren van Siegfried Haag en andere RAF-gevangenen dachten de autoriteiten, dat ze verdere instructies voor aanslagen vanuit de gevangenis konden voorkomen. Hierdoor was het afluisteren volgens Manfred Schüler wettelijk gerechtvaardigd. Bovendien konden ze met de afluisterapparatuur strafrechtadvocaten opsporen, die mogelijk betrokken waren bij terroristische activiteiten. De officier van Justitie in Stuttgart verklaarde echter nooit op de hoogte te zijn geweest van de afluisterpraktijken en de hogere regionale rechtbank verbood het aftappen van de gesprekken tussen de RAF-gevangenen en hun advocaten onmiddellijk.

Otty Schily verlaat het Stammheim-proces

De afluisteroperaties leverden geen enkel bewijs op en ook geen nieuwe informatie over de voorbereidingen van nieuwe aanslagen. Door de afluisterpraktijken werd het strafproces tegen de RAF-kopstukken – dat toen inmiddels al 2 jaar bezig was – ernstig in gevaar gebracht. Otty Schily – de raadsman van Gudrun Ensslin – riep zelfs op tot stopzetting van het Stammheim-proces. Volgens hem was er sprake van een volledige schending van de grondwet. Schily en een aantal andere RAF-advocaten verlieten daarop de rechtszaal en namen vervolgens niet meer deel aan het proces. De strafzaak ging echter gewoon door en 6 weken later – op 28 april 1977 – werden de RAF-leiders veroordeeld tot levenslange gevangenisstraffen. Ulrike Meinhof kon niet meer worden veroordeeld, omdat zij een jaar eerder in de gevangenis was overleden.

 

Offensief 77

In 1977 liet de Rote Armee Fraktion West-Duitsland wederom schudden op zijn grondvesten, door het plegen van meerdere gewelddadige acties. Tijdens het zogenaamde ‘Offensief 77’ werden aanslagen gepleegd op de procureur-generaal Siegfried Buback en bankdirecteur Jürgen Ponto. Daarnaast probeerde de terreurorganisatie een aanslag te plegen op het gebouw van het Openbaar Ministerie in Karlsruhe. De terreurgolf naderde zijn climax tijdens de zogenaamde ‘Duitse herfst’, waarin de West-Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer werd ontvoerd en vermoord en een passagierstoestel van Lufthansa werd gekaapt. In Nederland werd de Utrechtse rechercheur Arie Kranenburg doodgeschoten. De Duitse herfst eindigde met de zelfmoorden van de RAF-leiders Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe tijdens de zogenaamde ‘dodennacht van Stammheim’.

 

Veroordeling en vrijlating

In 1979 werd Siegfried Haag door de rechtbank in Stuttgart veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar, wegens medeplichtigheid aan moord en andere misdrijven. Tijdens zijn gevangenschap nam Haag afstand van de Rote Armee Fraktion en de gewapende revolutionaire strijd. Achter afgezien vond hij de gewelddadige acties van de RAF niet gerechtvaardigd en betuigde hij spijt over zijn aansluiting bij de terreurorganisatie. Na meer dan 10 jaar in de gevangenis te hebben gezeten, werd Siegfried Haag in februari 1987 vervroegd vrijgelaten vanwege een ernstige ziekte.

 

Opgeroepen als getuige

Jaren later werd Siegfried Haag opgeroepen om te getuigen tegen het RAF-lid Verena Becker, die onder meer werd verdacht van betrokkenheid bij de aanslag op de procureur-generaal Siegfried Buback. Haag weigerde dit omdat hij niet langer juridisch kon worden vervolgd, voor zijn betrokkenheid bij RAF-aanslagen. Daarop gaf de regionale rechtbank van Stuttgart opdracht om hem aan te houden. Dit bevel werd vervolgens ingetrokken door het Federale Hof van Justitie, dat een eventuele strafrechtelijke vervolging van Siegfried Haag resoluut uitsloot. Volgens het Hof had Siegfried Haag het volledige recht om de getuigenis tegen Becker te weigeren.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑