Knut Folkerts (1952)

Knut Folkerts is een voormalig lid van de terroristische organisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Hij behoorde tot de zogenaamde tweede generatie RAF-leden. Folkerts was betrokken bij tal van gewelddadige acties, zoals de aanslag op de Duitse procureur-generaal Siegfried Buback en de ontvoering van werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer. Daarnaast pleegde hij meerde gewapende overvallen. In 1977 werd Folkerts in Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar, voor de moord op de Utrechtse rechercheur Arie Kranenburg. Later werd hij uitgeleverd aan de Bondsrepubliek Duitsland en kreeg hij tweemaal levenslang opgelegd. In 1995 werd hij vrijgelaten.

Overval wapenwinkel

Hinderlaag in Utrecht

Dood van Arie Kranenburg

Arrestatie

Veroordeling

Vrijlating

Uitzitten Nederlandse straf

 

Overval wapenwinkel

Op 1 juli 1977 pleegde Knut Folkerts een overval op een wapenwinkel in Frankfurt. Aangenomen wordt dat het RAF-lid Willy Peter Stoll hier ook bij betrokken was. De wapenroof was zeer waarschijnlijk onderdeel van de voorbereidingen voor de ontvoering, van werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer twee maanden later.

 

Hinderlaag in Utrecht

Op 19 september 1977 was Knut Folkerts vermoedelijk betrokken bij een schietpartij met de politie in Den Haag, samen met de RAF-terroriste Angelika Speitel. Hij en Speitel wisten echter aan de politie te ontkomen. Drie dagen later (op 22 september 1977) wilden Knut Folkerts en RAF-lid Elisabeth von Dyck een huurauto inleveren bij een autoverhuurbedrijf aan de Croeselaan in Utrecht. Het voertuig was twaalf dagen eerder gehuurd door de terroriste Sigrid Sternebeck en gebruikt bij de ontvoering van Hanns-Martin Schleyer. De omgeving van het autoverhuurbedrijf werd op dat moment al door de Nederlandse politie in de gaten gehouden, omdat ze waren getipt door de Duitse autoriteiten.

Escalatie

De politie had een hinderlaag voor de terroristen opgezet en er lagen sluipschutters op de daken van gebouwen in de buurt. Op het moment dat Knut Folkerts bij het autoverhuurbedrijf aankwam, was Elisabeth von Dyck al uit de wagen gestapt. Het was koopavond en dus waren er op dat moment veel mensen op straat. Toen Folkerts bij de balie stond om de sleutels en papieren te overhandigen, kreeg hij in gaten dat er iets niet klopte en al vrij snel realiseerde hij zich dat er een arrestatieteam in de buurt was. Toen de agenten probeerden om Folkerts te arresteren escaleerde de situatie.

 

Dood van Arie Kranenburg

Folkerts greep naar zijn vuurwapen en schoot de 46-jarige rechercheur Arie Kranenburg neer. De kogels doorboorden zijn longen en hij viel bewusteloos op de grond. Ook Arie’s collega Leen Pieterse werd door kogels getroffen en raakte zwaargewond. Knut Folkerts rende de zaak uit en kon buiten door leden van het arrestatieteam alsnog worden opgepakt. Door de snelheid waarmee de RAF-terrorist zijn vuurwapen had getrokken en de vele mensen die aan het winkelen waren, konden de sluipschutters niets uitrichten. Het risico dat ze onschuldige mensen zouden raken, was simpelweg te groot. Kranenburg – vader van een 2-jarige zoon – overleed onderweg naar het ziekenhuis. Vijf weken na zijn dood werd zijn tweede zoontje geboren. Joke, de weduwe van Arie Kranenburg, bleef radeloos achter.

 

Arrestatie

Knut Folkerts kon door de politie worden gearresteerd, maar zijn vrouwelijke RAF-kameraad ontsprong de dans. De 26-jarige Elisabeth von Dyck (die in eerste instantie werd aangezien voor de RAF-terroriste Brigitte Mohnhaupt) wist te ontsnappen. Een tijdlang was ze uit beeld, maar op 4 mei 1979 kwam ze weer in het vizier van de West-Duitse autoriteiten. Ze betrad op dat moment een appartement in Neurenberg dat door de RAF als schuilplaats werd gebruikt, en al een tijdje door de politie werd geobserveerd. Toen de politie Von Dyck probeerde te arresteren greep ze naar haar pistool. De agenten aarzelden geen moment en schoten haar neer. Ze werd geraakt in haar dij en rug. Haar verwondingen waren zo ernstig dat ze even later in het ziekenhuis overleed.

Aanbod

Op het moment van de schietpartij was er nog geen enkel spoor van Hanns-Martin Schleyer, die ruim twee weken daarvoor was ontvoerd. Knut Folkerts zou later verklaren dat de West-Duitse federale politie hem na zijn arrestatie in Nederland een aanbod had gedaan. Als hij zou vertellen waar de werkgeversvoorzitter werd vastgehouden, dan zou hij worden geholpen met een nieuwe identiteit en een nieuw leven in de Verenigde Staten. Bovendien zouden de West-Duitse autoriteiten hem een geldbedrag van 1.000.000 Duitse mark hebben beloofd. Volgens Knut Folkerts zou de Duitse politie zelfs hebben gedreigd om hem te doden, als hij het aanbod niet zou accepteren.

 

Veroordeling

Knut Folkerts werd door de Nederlandse rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar, voor de moord op Arie Kranenburg. Op het moment van zijn veroordeling zat hij al ongeveer een jaar in hechtenis. Folkerts heeft zijn gevangenisstraf in Nederland echter nooit uitgezeten, maar werd uitgeleverd aan de Bondsrepubliek. Daar werd hij in 1980 aangeklaagd voor de moorden op procureur-generaal Siegfried Buback, zijn chauffeur Wolfgang Göbel en hoofdsergeant van Justitie Georg Wurster. Daarnaast werd hij beschuldigd van de vorming van een terroristische organisatie en de overval op een wapenwinkel in Frankfurt. Knut Folkerts werd door de rechtbank veroordeeld tot tweemaal levenslange gevangenisstraf.

Folkerts niet in Keulen

Knut Folkerts, Brigitte Mohnhaupt en Christian Klar werden veroordeeld voor de moord op Siegfried Buback, maar de exacte toedracht is nooit duidelijk geworden. Een aantal voormalige RAF-leden – onder wie Silke Maier-Witt – hebben verklaard dat Folkerts op het moment van de aanslag op Buback in Amsterdam was, en dus niet actief aan de moord op de procureur-generaal en zijn metgezellen in Keulen kan hebben deelgenomen. Ook Christian Klar – die door de politie werd gezien als medeplichtige – zou niet aan de moordaanslag hebben deelgenomen. De ex-RAF-leden wezen Stefan Wisniewski aan als schutter. Hij zou als bijrijder van de motor de fatale schoten hebben gelost. Ook de RAF-leden Peter-Jürgen Boock en Verena Becker hebben verklaard dat Wisniewski die bewuste dag had geschoten. Volgens Boock was Günter Sonnenberg de bestuurder van de motor.

Medeplichtigheidsbeginsel

In de strafzaken tegen Folkerts, Mohnhaupt en Klar heeft de rechtbank niet specifiek kunnen bepalen wie tijdens de moord op Buback, welke handeling heeft verricht. Nooit werd exact vastgesteld wie de schutter was, wie de motor bestuurde, maar ook niet wie de bestuurder van de vluchtauto was, waarmee de daders konden ontsnappen. Volgens de rechter volstond het zogenaamde ‘medeplichtigheidsbeginsel’, waarbij alle medeplichtigen die op de een of andere manier betrokken waren bij de voorbereiding en uitvoering van de aanslag, verantwoordelijk konden worden gehouden voor elkaars bijdrage. En dat betekende dat degene die het vluchtvoertuig had bestuurd net zo goed een moordenaar is, als de daadwerkelijke schutter.

Juridische beoordeling

Voor de juridische beoordeling was het niet van belang of Knut Folkerts, Christian Klar of Brigitte Mohnhaupt hadden geschoten of dat ze alleen maar de vluchtauto hadden bestuurd. De Duitse federale recherche is er altijd van uitgegaan dat er in totaal ongeveer tussen de 15 en 20 RAF-leden bij de moord op Buback en zijn medepassagiers betrokken moeten zijn geweest.

Nieuw onderzoek tegen Wisniewski

Op 25 april 2007 startte procureur-generaal Monika Harms een nieuw onderzoek tegen Stefan Wisniewski, op basis van nieuwe informatie en verklaringen van oud-RAF-leden (waaronder Peter-Jürgen Boock). Wisniewski was al eerder veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij de gijzelingsactie in de West-Duitse ambassade in Stockholm in 1975 en de ontvoering en de moord op Hanns-Martin Schleyer in de herfst van 1977. Stefan Wisniewski had in 1981 tweemaal een levenslange gevangenisstraf opgelegd gekregen en zat tussen 1978 tot zijn vrijlating in 1999 achter de tralies.

Geen enkel forensisch bewijs

Het onderzoek dat door Monika Harms werd gestart, zou nieuw licht moeten laten schijnen op de rol die Wisniewski destijds had gespeeld bij de moord op Siegfried Buback. Echter was er geen enkel forensisch bewijs tegen hem en bovendien werd Peter-Jürgen Boock door de Duitse federale recherche, nu niet bepaald gezien als een betrouwbare bron. Wisniewski heeft nooit officieel in deze zaak getuigd en het onderzoek bleef zonder resultaat.

DNA-sporen

Op 8 april 2010 werd ook Verena Becker beschuldigd van vermoedelijke betrokkenheid bij de moord op Siegfried Buback en zijn medepassagiers. De Duitse recherche had nieuwe aanwijzingen voor haar betrokkenheid  bij de zaak. Bekentenisbrieven – die door de Rote Armee Fraktion waren verstuurd om de aanslag op Buback op te eisen – zouden haar DNA-sporen bevatten. Daarop gaf het Duitse Openbaar Ministerie de opdracht om de woning van Becker te doorzoeken. Door nieuwe technieken en moleculaire genetica kon worden vastgesteld dat de brieven inderdaad van haar afkomstig waren. Zo werden er bijvoorbeeld speekselsporen van Verena Becker gevonden op drie enveloppen. Zelf verklaarde ze dat ze nooit direct betrokken is geweest bij de moord en ook niet bij de voorbereiding ervan. Naar eigen zeggen was ze op dat moment in het Midden-Oosten. Een dag na de aanslag zou ze pas zijn teruggekeerd naar Europa, waar ze het nieuws over de moord op Buback via de kranten vernam.

Arrestatie Becker en Sonnenberg

Verena Becker werd op 3 mei 1977 (bijna een maand na de aanslag op Buback) aangetroffen bij een café in Singen, in het zuiden van Baden-Württemberg. Ze was toen in het gezelschap van Günter Sonnenberg, die ook door de politie staande werd gehouden. De agenten vroegen het RAF-duo om zichzelf te legitimeren, maar ze konden geen identiteitsbewijs tonen. Daarop verzochten de dienders de twee RAF-leden om hen te volgen naar hun auto. Om arrestatie te voorkomen trokken Becker en Sonnenberg een vuurwapen en schoten ze de politiemannen neer. Beide agenten raakten gewond. Een van hen was er zeer ernstig aan toe. De terroristen ontsnapten maar werden al snel weer opgespoord. Na een schotenwisseling met de politie, werd Günter Sonnenberg door een kogel in de achterkant van zijn hoofd getroffen. Verena Becker werd in haar dij geraakt. Vervolgens kon het tweetal worden gearresteerd.

Moordwapen Buback

Sonnenberg lag daarna vier weken in coma. Bij hun arrestatie werd het vuurwapen aangetroffen waarmee Siegfried buback een maand eerder om het leven was gebracht. Bovendien was Verena Becker in het bezit van een haarborstel, waarin een haar werd aangetroffen. Die haar was identiek aan een haar die na de moord op Buback werd aangetroffen in een motorhelm van de daders. Na de aanslag op de procureur-generaal hadden de schutters hun motor – met daarop hun helmen – geparkeerd onder een brug en waren vervolgens in een vluchtauto gestapt.

Veroordeling Becker en Sonnenberg

Becker werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor poging tot moord op de politieagenten, maar werd na twaalf jaar detentie in 1989 vrijgelaten. Günter Sonnenberg werd veroordeeld tot tweemaal levenslang, maar werd in 1992 voorwaardelijk op vrije voeten gesteld. In juli 2012 werd Becker alsnog veroordeeld voor medeplichtigheid aan de moord op Buback en kreeg ze een gevangenisstraf opgelegd van 4 jaar. Desalniettemin is de precieze rol van Verena Becker bij de moord op de procureur-generaal nooit opgehelderd.

 

Vrijlating

Op 16 oktober 1995 – na een detentieperiode van 18 jaar – werd Knut Folkerts vervroegd vrijgelaten. Tijdens zijn gevangenschap heeft hij zich tegenover andere gevangen RAF-kameraden uitgesproken, vóór het beëindigen van de gewapende revolutionaire strijd van de Rote Armee Fraktion. Bovendien zou hij hebben gezegd zijn eigen terreurdaden te betreuren. Hierbij verwees hij voornamelijk naar de dood van rechercheur Arie Kranenburg in Utrecht.

 

Uitzitten Nederlandse straf

Op 5 augustus 2005 eiste de Nederlandse regering dat Knut Folkerts alsnog de rest van zijn straf – de 20 jaar die hij opgelegd kreeg voor de moord op Kranenburg – zou uitzitten. De Duitse grondwet stond de uitlevering van Duitse burgers echter alleen toe onder bepaalde specifieke omstandigheden. Daarom stuurden de Nederlandse autoriteiten een verzoek om juridische bijstand, aan de federale Duitse rechterlijke macht. Het doel van dit verzoek was dat Knut Folkerts de Nederlandse gevangenisstraf in zijn eigen land kon uitzitten. In de praktijk hield dat in dat de Nederlandse rechterlijke macht de recente jurisprudentie van het Federaal Grondwettelijk Hof van juli 2005 over het Europese arrestatiebevel (dat de uitlevering van Duitse staatsburgers verbood) kon omzeilen.

Niet-ontvankelijk verklaard

Op 31 mei 2006 beval de rechtbank in Den Haag dat Knut Folkerts zijn gevangenisstraf alsnog in Nederland moest uitzitten. Vijf jaar later op 16 juni 2011 verklaarde de hogere regionale rechtbank van Hamburg het verzoek om wederzijdse bijstand, om evenredigheidsredenen niet-ontvankelijk. Folkerts heeft zijn Nederlandse gevangenisstraf dan ook nooit uitgediend. In een interview in 2007 met het Duitse weekblad Der Spiegel bevestigde Knut Folkerts, dat hij niet direct betrokken was bij de moordaanslag op Siegfried Buback in Keulen. Naar eigen zeggen was hij wel op de hoogte van de plannen voor de aanslag op de procureur-generaal, maar was hij op de dag van de liquidatie in Amsterdam. Naar verluidt woont Folkerts tegenwoordig in Hamburg waar hij werkzaam is als accountant.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑