Rolf Heissler (1948 – 2023)

Rolf Heissler was een terrorist van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Hij behoorde tot de zogenaamde tweede generatie RAF-leden. Hij werd binnen de RAF als een absolute hardliner beschouwd. Vanwege zijn brute optreden kreeg hij de codenaam ‘Fury’ (woede) toebedeeld. Heissler werd onder meer verdacht van betrokkenheid bij de moord op twee Nederlandse douanebeambten in Kerkrade in 1978. In de zomer van 1979 werd hij gearresteerd in Frankfurt en later veroordeeld tot een levenslange celstraf. In 2001 werd hij vervroegd vrijgelaten. Rolf Heissler overleed in 2023.

Studie

Aansluiting bij de RAF

Ontvoering Peter Lorenz

Gevangenenruil

Vlucht naar Aden

Schietpartij in Kerkrade

Vermist paspoort

Rolf Heissler of Christian Klar?

Arrestatie

Sleepnetmethode

Veroordeling

 

Studie

Rolf Heissler werd in 1948 geboren in Bayreuth (Beieren). Nadat hij zijn middelbareschooltijd had afgerond in Hildesheim in Nedersaksen, ging hij twee jaar in militaire dienst bij de West-Duitse strijdkrachten. In het voorjaar van 1967 verliet hij het leger om gezondheidsredenen. Vervolgens ging Heissler studeren aan de Filosofische Faculteit van de Universiteit van München. In deze periode werd hij lid van de linkse radicale terreurgroep Tupamaros München (TM), die gewelddadige aanslagen pleegde in de Bondsrepubliek. De leden van deze terreurorganisatie voerden onder meer aanvallen uit op de Universiteit van München, het gerechtshof, politie-faciliteiten en pleegden een bankoverval.

 

Aansluiting bij de RAF

In München ontmoette Rolf Heissler de jonge Brigitte Mohnhaupt met wie hij een liefdesrelatie kreeg. Van 1968 tot 1970 was hij met haar getrouwd. Via haar kwam Heissler bij de Rote Armee Fraktion terecht. Op 13 april 1971 was hij betrokken bij een bankoverval, waarvoor hij in 1972 werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. In 1975 werd Rolf Heissler samen met een aantal leden van de 2 Juni-Beweging uit de gevangenis vrijgelaten, na de ontvoering van de christendemocratische politicus Peter Lorenz.

 

Ontvoering Peter Lorenz

Op 27 februari 1975 werd de CDU-politicus Peter Lorenz (kandidaat voor het burgemeesterschap van West-Berlijn) ontvoerd door leden van de 2 Juni-Beweging, een anarchistische terreurorganisatie. Deze terreurgroep had niet net zoals de RAF een duidelijke ideologie, maar werd vooral gedreven door een diepe haat tegen de West-Duitse staat en de generatie van hun ouders. Die generatie had er volgens de leden van 2 Juni-Beweging voor gezorgd dat oorlogsmisdadigers uit het nazitijdperk, nog altijd belangrijke vooraanstaande posities innamen in de Bondsrepubliek Duitsland. Daar zaten hele foute mensen tussen die nog nooit enige verantwoordelijkheid hadden genomen voor de gruwelijkheden van dertig jaar eerder, maar nog altijd de touwtjes in het land stevig in handen hadden.

De West-Duitse autoriteiten zijn geschokt

Op het moment dat Peter Lorenz door zijn chauffeur naar het partijkantoor van de CDU in West-Berlijn werd gereden, werd de auto plotseling geramd door een ander voertuig. De chauffeur zag dat een van de mensen in de andere wagen een machinepistool bij zich droeg. Hij zag echter kans om uit de auto te vluchten en dekking te zoeken achter een boom. Lorenz verdedigde zich tegen de aanvallers en verzette zich fel. Een van de terroristen haalde een injectiespuit tevoorschijn en injecteerde de politicus met een vloeistof, waardoor hij werd uitgeschakeld. Vervolgens kreeg Peter Lorenz een blinddoek voor zijn ogen en werd hij met hoge snelheid ontvoerd naar een kelder in Berlijn-Kreuzberg. Na de ontvoering verkeerden de West-Duitse autoriteiten in shock. Ze stonden machteloos. In de dagen daarna volgden de overheid en de politie dan ook alle instructies van de 2 Juni-Beweging op.

Eisen van de terroristen

Al snel werd duidelijk wat de terroristen van de 2 Juni-Beweging precies wilden. Een dag na de ontvoering ontving het Duitse persbureau een foto, waarop de CDU-politicus te zien was. Met een aangedane blik keek Peter Lorenz recht in de camera. Hij hield een poster vast waarop stond: ‘Peter Lorenz, gevangene van de 2 Juni-Beweging’. De ontvoerders eisten de vrijlating van de gevangen RAF-leden Rolf Heissler, Horst Mahler, Verena Becker en Rolf Pohle. Daarnaast eiste de 2 Juni-Beweging ook dat Gabriele Kröcher-Tiedemann en Ingrid Siepmann – leden van de eigen terreurgroep – uit de gevangenis werden vrijgelaten.

 

Gevangenenruil

Voor West-Duitse politici zoals Helmut Kohl van de CDU en Franz Josef Strauß van de CSU (de andere christendemocratische partij in de Bondsrepubliek Duitsland) stond het leven van Peter Lorenz op de voorgrond. Ook Klaus Schütz, de toenmalige sociaaldemocratische burgemeester van West-Berlijn, vond het verstandig om op de eisen van de terroristen in te gaan. Bondskanselier Helmut Schmidt dacht daar echter anders over en wilde niet onderhandelen met de terroristen. Uiteindelijk ging de federale regering van de Bondsrepubliek toch overstag en de eisen van de 2 Juni-Beweging werden ingewilligd. De gevangenen zouden worden vrijgelaten en met een vliegtuig naar een locatie in het Midden-Oosten worden gevlogen. Wanneer de terroristen daar eenmaal zouden zijn aangekomen, dan zou ook Peter Lorenz door zijn ontvoerders in vrijheid worden gesteld.

 

Vlucht naar Aden

Niet alle terroristen wilde echter worden vrijgelaten. Horst Mahler weigerde om te worden uitgewisseld tegen Lorenz en bleef vastzitten. De andere vijf terroristen werden naar Aden in Zuid-Jemen gevlogen. Tijdens hun vlucht werden ze begeleid door Heinrich Albertz, een oud-burgemeester van West-Berlijn. Na aankomst van de terroristen in Aden werd Peter Lorenz op 4 maart 1975 door zijn ontvoerders vrijgelaten. In oktober 1976 keerde Rolf Heissler onopgemerkt terug naar de Bondsrepubliek, ondanks het feit dat hij op de opsporingslijst van de politie stond. Eenmaal terug op West-Duitse bodem sloot hij zich direct weer aan bij de andere RAF-leden.

 

Schietpartij in Kerkrade

Op 1 november 1978 schoten Rolf Heissler en RAF-lid Adelheid Schulz vier Nederlandse douaniers neer, bij een paspoortcontrole aan de Nieuwstraat in Kerkrade (precies op de Duits-Nederlandse grens). Op het moment dat ze Heissler opmerkten vroegen ze hem naar zijn identiteitsbewijs. Heissler overhandigde vervolgens zijn paspoort aan de douanebeambten. De douaniers zagen dat het om een Zwitsers paspoort ging, waarmee iemand destijds niet vrij de grens over mocht gaan. Het identiteitsdocument stond op naam van Ernst Thomas Stenzel. De douaniers verzochten Heissler vervolgens om met hen mee te gaan naar de douanepost.

Geen schijn van kans

Op dat ogenblik haalde de RAF-terrorist zijn revolver tevoorschijn en begon te schieten. Adelheid Schulz (die inmiddels ook de grens was overgestoken) haalde een machinepistool tevoorschijn. Ook zij vuurde de nodige kogels op de douaniers af. De grenswachters hadden geen schijn van kans. Een douanier stierf ter plekke, een andere raakte zeer zwaargewond en overleed twee later in het ziekenhuis. Een derde douanier raakte lichtgewond. De vierde beambte werd niet geraakt en bleef ongedeerd.

 

Vermist paspoort

De Nederlandse autoriteiten realiseerden zich al snel dat het hier om een terreurdaad van de RAF ging, vanwege de zeer gewelddadige manier van handelen en het soort vuurwapens dat bij de aanslag was gebruikt. Echter bleef het voor de autoriteiten in ons land nog lange tijd onduidelijk, wie nu precies de daders van de schietpartij waren. Tijdens het politieonderzoek bleek dat het in beslag genomen Zwitserse paspoort vermist was. Pas vier maanden later dook het identiteitsdocument weer op.

Gevonden in uniformbroek

Een verpleegster van het ziekenhuis in Kerkrade had het paspoort gevonden in de uniformbroek van de douanier, die tijdens het vuurgevecht lichtgewond was geraakt. Deze douanier vertelde later aan de rechercheurs dat er iets merkwaardigs aan de hand was met het paspoort. Op de foto van het Zwitserse legitimatiebewijs dat hij in de Nieuwstraat in Kerkrade (voorafgaand aan de schietpartij) had gecontroleerd, droeg de man een bril en was de foto met nietjes vastgeniet. Echter, op de foto in het paspoort dat door de verpleegster in het ziekenhuis was teruggevonden, droeg de man géén bril en was de foto vastgeplakt met lijm.

 

Rolf Heissler of Christian Klar?

De andere douanier die de aanval in Kerkrade had overleefd onderging in de zomer van 1979 een getuigenverhoor onder hypnose bij een psychotherapeut. Tijdens de hypnosesessie kwam niet Rolf Heissler naar voren als vermoedelijke dader, maar RAF-lid Christian Klar. Terrorist Klar werd in eerste instantie al door de West-Duitse politie in verband gebracht met de gebeurtenissen in Limburg, omdat hij de valse naam Ernst Thomas Stenzel (de naam op het paspoort) al eerder had gebruikt. Toch concludeerden de West-Duitse autoriteiten eind juni 1979, dat de man op de foto in het Zwitserse paspoort wel degelijk Rolf Heissler betrof (die een paar weken eerder in Frankfurt am Main was gearresteerd).

Liefdeskoppel

De vrouw met het machinepistool werd later door ex-leden van de Rote Armee Fraktion geïdentificeerd als Adelheid Schulz. Het was bij de inlichtingendienst van de Bondsrepubliek bekend, dat Adelheid Schulz en Christian Klar een liefdeskoppel vormden. Beide RAF-terroristen werden eind jaren zeventig meerdere keren als stelletje gesignaleerd. Of Christian Klar op de een of andere manier betrokken was bij de aanval in Kerkrade, is tot op de dag van vandaag onduidelijk gebleven.

 

Arrestatie

Rolf Heissler werd op 9 juni 1979 opgepakt in Frankfurt am Main. Alle terroristen waarmee hij vier jaar daarvoor in 1975 naar Zuid-Jemen was gevlogen, waren intussen bijna allemaal weer opgepakt en zaten in de Bondsrepubliek weer achter slot en grendel. Alleen Ingrid Siepmann liep nog vrij rond en was in die periode een van de meest gezochte terroristen van West-Duitsland. Er wordt aangenomen dat Siepmann inmiddels niet meer leeft. Ze zou lid zijn geworden van een Palestijnse vrouwenbrigade en zijn omgekomen tijdens de Libanonoorlog. Dit is echter nooit vast komen te staan.

 

Sleepnetmethode

Tijdens zijn arrestatie in Frankfurt werd Rolf Heissler in zijn hoofd geschoten, waardoor hij ernstig gewond raakte. De politie had hem opgespoord dankzij ‘rasterfahndung’, een soort sleepnetmethode. Bij deze fijnmazige opsporingsmethode – die in die tijd nog relatief nieuw was – werd allerlei informatie uit externe databases automatisch vergeleken met andere databases, om bepaalde personen te identificeren. Daarbij werden specifieke groepen mensen uit openbare of privédatasystemen gefilterd door te zoeken naar kenmerken, waarvan wordt aangenomen dat ze van toepassing zijn op de gezochte personen. Het doel van de sleepnetmethode is om de groep te controleren personen drastisch te beperken, aangezien er (in tegenstelling tot een conventionele zoekopdracht) geen bekende doelpersoon is.

 

Veroordeling

Op 10 november 1982 werd Rolf Heissler veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor de moord op de douaniers in Kerkrade. Negentien jaar later (op 25 oktober 2001) werd hij voorwaardelijk vrijgelaten. In 2007 beweerde RAF-terrorist Peter-Jürgen Boock dat Rolf Heissler samen met het RAF-lid Stefan Wisniewski, de fatale schoten had gelost waardoor de werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer in de herfst van 1977 om het leven kwam. Vervolgens werd daar uitgebreid onderzoek naar gedaan, maar er is nooit bewijs gevonden die de verklaringen van Boock bevestigen. Rolf Heissler overleed op 18 mei 2023 op 74-jarige leeftijd in Offenbach am Main.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑