Ingrid Siepmann (1944)
Ingrid Siepmann (Ina) was een terroriste van de terreurorganisatie 2 Juni-Beweging. Tevens had ze nauwe banden met de RAF. Ze werd ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij verschillende bankovervallen. Daarnaast zou ze hebben deelgenomen aan de ontvoering van de Oostenrijkse textielmagnaat Walter Michael Palmers. In 1975 was Siepmann een van de gedetineerde terroristen die werden uitgeruild tegen de ontvoerde CDU-politicus Peter Lorenz. Vermoedelijk is ze omgekomen tijdens de Libanonoorlog in 1982.
Aansluiting bij de 2 Juni-Beweging
Ontvoering Walter Michael Palmers
Jeugd en studie
Siepmann werd op 12 juni 1944 geboren in het Saksische Marienberg. Ze groeide op in Schwelm (Noordrijn-Westfalen) als dochter van een apotheker en studeerde Grieks aan de universiteit in Tübingen (Baden-Württemberg). Ze kreeg een relatie met Eckhard Siepmann, een schoolvriend die er sterke marxistische sympathieën op na hield. Ingrid Siepmann raakte in verwachting en beviel in 1964 van een zoon. Nadat ze was bevallen begon ze aan een opleiding tot farmaceutisch assistent. In 1965 trouwde ze met Eckhard Siepmann en het stel verhuisde een jaar later naar West-Berlijn. Haar huwelijk hield echter geen stand. Na de moordaanslag op de charismatische socialistische studentenleider Rudi Dutschke in 1968 werd ze politiek actief.
APO
In 1969 kreeg Ingrid Siepmann een relatie met Dieter Kunzelmann, een van de oprichters van de politiek gemotiveerde woongemeenschap Kommune 1. Deze woongemeenschap zag zichzelf als een onderdeel van de APO, die buitenparlementaire oppositie voerde, tegen de Grote Coalitie van Bondskanselier Kiesinger. Ook Kunzelmann – die verslaafd was aan heroïne – was betrokken bij de revolutionaire strijd tegen de conservatieve gevestigde orde in de Bondsrepubliek. Siepmann bracht haar kind onder bij haar ouders en trok in bij de leden van Kommune 1. Nadat er conflicten waren ontstaan tussen Kunzelmann en een aantal andere leden van Kommune 1, verlieten hij en Ingrid Siepmann de woongemeenschap. Vervolgens zwierf het koppel een tijdje rond tussen verschillende andere communes in West-Berlijn.
Wieland-kommune
In de zomer van 1969 richtte Dieter Kunzelmann binnen de zogenaamde ‘Wieland-kommune’ een militante groepering op. Deze groepering – de Centrale Raad van de Zwervende Hasj-Rebellen – richtte zich vooral op de stadsguerrilla in West-Berlijn. Later dat jaar vertrokken Siepmann en Kunzelmann, samen met de links-radicalen Michael Baumann en Georg von Rauch naar Jordanië. Daar sloten ze zich aan bij een militair trainingskamp van de Palestijnse verzetsorganisatie al-Fatah, om zich voor te bereiden op de gewapende strijd in de Bondsrepubliek. Ze leerden hoe ze zelf bommen konden maken en leerden schieten met zware automatische wapens. In Jordanië werd het plan opgevat om in de Bondsrepubliek een geheel nieuwe marxistische terreurorganisatie op te richten. Deze extreemlinkse groepering moest de strijd aangaan met het Amerikaanse imperialisme en het zionisme.
Aansluiting bij de 2 Juni-Beweging
Eind 1969 keerde Dieter Kunzelmann terug naar West-Duitsland, waar hij samen met 15 andere links-radicalen de terreurgroep Tupamaros West-Berlijn (TW) op poten zette. TW was onder meer betrokken bij een mislukte bomaanslag op een Joods gemeenschapscentrum, een aantal bomaanslagen en brandstichtingen bij politie-instellingen, rechters en Amerikaanse en Israëlische doelen. Nadat Kunzelmann in 1970 was gearresteerd en Georg von Rauch in 1971 werd doodgeschoten, werd TW ontbonden. Een aantal TW-leden – waaronder Michael Baumann – vormden de nieuwe terreurgroep 2 Juni-Beweging, een aantal anderen stapten over naar de Rote Armee Fraktion (RAF). Ingrid Siepmann koos ervoor om zich bij de groepering van Baumann aan te sluiten.
Veroordeling
Tijdens haar lidmaatschap van de 2 Juni-Beweging was ze betrokken bij meerdere bankovervallen. Na haar arrestatie 1973 werd Siepmann veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar. In februari 1975 werd de CDU-politicus Peter Lorenz ontvoerd, door leden van de 2 Juni-Beweging. De terreurgroep eiste dat hun gevangen kameraden per direct uit de penitentiaire inrichting zouden worden bevrijd. De West-Duitse overheid ging daar uiteindelijk mee akkoord en Ingrid Siepmann, Verena Becker, Rolf Heissler, Gabriele Kröcher-Tiedemann en Rolf Pohle werden vrijgelaten. De terroristen werden overgevlogen naar Zuid-Jemen, waarna Peter Lorenz door zijn ontvoerders werd vrijgelaten. Siepmann en haar kameraden verbleven daarna een tijdlang in een trainingskamp van de Palestijnse bevrijdingsorganisatie PFLP.
Ontvoering Walter Michael Palmers
In november 1977 zou Ingrid Siepmann betrokken zijn geweest bij de ontvoering van de Oostenrijkse textielindustrieel Walter Michael Palmers in Wenen. Bij deze ontvoering werd door de familie van Palmers een bedrag van 30,5 Oostenrijkse schilling betaald, waarna de industrieel ongedeerd door de 2 Juni-Beweging werd vrijgelaten. In 1981 was Siepmann een van de meest gezochte terroristen van de Bondsrepubliek. Desondanks slaagden de autoriteiten er niet in om haar op te sporen. Men vermoedt dat ze is omgekomen tijdens de Israëlisch-Libanese Oorlog van 1982. In Libanon zou ze lid zijn geweest van een Palestijnse vrouwenbrigade. Het arrestatiebevel tegen haar werd ingetrokken.
Lees ook:
Een volledig overzicht van RAF-terroristen