Ralf Reinders (1948)
Ralf Reinders is een voormalig lid van de terreurorganisatie 2 Juni-Beweging. Hij is betrokken geweest bij verschillende terreurdaden, waaronder de ontvoering van de CDU-politicus Peter Lorenz in 1975. Na zijn arrestatie werd hij veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. In 1990 kwam hij vrij.
Aansluiting bij de 2 Juni-Beweging
Jeugd
Ralf Reinders werd op 27 augustus 1948 geboren in Berlijn. Zijn vader was een Nederlander en zijn moeder had de Duitse nationaliteit. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zijn vader door de Wehrmacht voor dwangarbeid naar Duitsland gedeporteerd. Voor gedeporteerde Nederlandse mannen was er een keuzemogelijkheid om te kiezen tussen dwangarbeid of aansluiting bij de zogenaamde ‘Germaanse SS’, die bestond uit verschillende paramilitaire groepen. Een totale weigering van zijn vader zou onherroepelijk betekenen, dat hij in een van de concentratiekampen zou zijn terechtkomen. Maar omdat hij niet wilde meevechten met de fascisten, besloot hij om dwangarbeid te verrichten.
Nederlandse nationaliteit
In Berlijn ontmoette hij de Duitse moeder van Ralf en ze werden verliefd. Het stel kreeg speciale toestemming om te trouwen, maar door het huwelijk verloor Ralfs moeder na de oorlog wel haar Duitse staatsburgerschap. Daarom had Ralf Reinders bij zijn geboorte in 1948 automatisch de Nederlandse nationaliteit.
Socialistische ideeën
Ralf Reinders groeide op in het naoorlogse Berlijn en doorliep daar zijn lagereschooltijd. Na zijn middelbare schoolperiode ging hij stage lopen als rota-printer. Onder invloed van een aantal ontwikkelingen in de Duitse politiek werd de jonge Reinders steeds kritischer op de burgerlijke Duitse samenleving, die werd gedomineerd door kapitaal en macht. Halverwege de jaren 60 raakte Reinders geïnspireerd door socialistische ideeën en net zoals veel andere jongeren in de Bondsrepubliek Duitsland, kwam hij op het pad van politiek verzet.
Fascistische elementen
De jongeren waren vooral boos over de vele oud-nazi’s die nog steeds belangrijke posities innamen in hooggeplaatste functies in West-Duitsland. Volgens de jongeren hadden deze oorlogsmisdadigers nog steeds zeer veel macht in het land en waren er binnen het politieapparaat nog tal van fascistische elementen aanwezig. Ook waren de jongeren boos over de oorlog van de Verenigde Staten tegen de Vietnamese bevolking en de uitbuiting van arbeiders in de Bondsrepubliek. Tevens kwamen ze in opstand tegen de conservatieve rechtse mediaconcerns die zeer negatief schreven, over bijna alle socialistische ontwikkelingen in de Bondsrepubliek.
Studentenprotesten
In 1965 was Ralf Reinders betrokken bij de Waldbühne-rellen. Tijdens een optreden van de Rolling Stones in een openluchttheater in het Olympiapark in West-Berlijn, bestormden fans het podium. Het Waldbühne-theater raakte daarbij zwaar beschadigd. Het optreden moest al na een half uur worden afgebroken. De politie probeerde de jongeren in toom te houden met rubberen knuppels en brandslangen. In deze periode nam Reinders ook deel aan verschillende studentenacties en demonstraties tegen de Vietnamoorlog. Deze protesten werden door politie steeds vaker met harde hand en veel geweld beëindigd.
Benno Ohnesorg
Op 2 juni 1967 was er in West-Berlijn een grote betoging tegen het staatsbezoek van de sjah van Perzië. Ook deze demonstratie werd door de autoriteiten met veel politiegeweld beantwoord. Tijdens de protesten werd een vreedzaam demonstrerende student doodgeschoten door een West-Berlijnse politieagent. De dood van deze student – Benno Ohnesorg – werd door de andere studenten gezien als een aanval op hen allemaal en was een van de triggers, voor een verdere radicalisering onder linkse jongeren.
Hasj-rebellen
Er werden politiek gemotiveerde woongroepen opgericht, waarin werd geëxperimenteerd met alternatieve samenlevingsvormen. Geleidelijk aan ontstond er een tegencultuur die allerlei nieuwe denkbeelden voortbracht. De jongeren wilden hun ideeën ook daadwerkelijk praktisch vormgeven en velen van hen sloten zich aan bij politieke bewegingen en actiegroepen. Een aantal van deze groeperingen vormden samen een buitenparlementaire oppositie (APO). De APO ageerde vooral tegen de Grote Coalitie van bondskanselier Kurt Georg Kiesinger, die een aantal ingrijpende wetswijzigingen in de Bondsrepubliek wilde doorvoeren. Ralf Reinders sloot zich aan bij de zogenaamde ‘Hasj-rebellen’ die deel uitmaakte van de ‘Berlin Blues’, een anarchistische ondergrondse groepering in West-Berlijn, die actie voerde tegen het strenge drugsbeleid in de stad.
Drugsinvallen
Bijna dagelijks voerde de politie invallen uit in cafés en woningen. Daarbij werden tal van jongeren gearresteerd. Bij de Berlin Blues ontmoette Ralf Reinders de Hasj-rebellen Michael Baumann, Georg von Rauch, Dieter Kunzelmann, Ronald Fritzch, Norbert Kröcher, Thomas Weisbecker en Bernhard Braun. In juli 1969 werd de ‘Centrale Raad van de Zwervende Hasj-rebellen’ opgericht. Deze naam moest de indruk wekken dat de Centrale Raad verschillende links-radicale groeperingen vertegenwoordigde. De Hasj-rebellen organiseerden gewelddadige protesten tegen de drugsinvallen door de politie. Ook Ralf Reinders (die de bijnaam ‘Bär’ had) deed aan de rellen mee. Reinders werd gearresteerd en veroordeeld tot 6 weken gevangenisstraf.
Aansluiting bij de 2 Juni-Beweging
In november 1970 werd er een klopjacht op Ralf Reinders geopend, waarna hij onderdook. In januari 1972 werd onder leiding van onder andere Michael Baumann de 2 Juni-Beweging opgericht. Deze terroristische organisatie pleegde vooral aanslagen op Amerikaanse en Britse doelen in de Bondsrepubliek. Daarnaast waren de terreuracties gericht tegen verschillende imperialistische instellingen, de politie en justitie. Ook Ralf Reinders sloot zich bij de 2 Juni-Beweging aan. Deze terreurbeweging zag zichzelf als een gewapend onderdeel van ondogmatisch links in de Bondsrepubliek. Het voornaamste doel van de terreurgroep was het bevorderen van een sociaal-revolutionaire tegenmacht.
Arrestatie
Op 9 september 1975 werd Reinders, samen met zijn kameraden Ronald Fritzsch, Inge Viett en Juliane Plambeck gearresteerd in West-Berlijn. Op dat moment had hij bijna 5 jaar ondergronds gezeten. Tweeënhalf jaar later – op 10 april 1978 – begon in Berlijn het ‘Lorenz Drenkmann-proces’, tegen zes leden van de 2 Juni-Beweging. Onder hen waren Ralf Reinders, Till Meyer, Fritz Teufel, Ronald Fritzsch, Andreas Vogel en Gerald Klöpper. Ze werden beschuldigd van betrokkenheid bij de ontvoering van de CDU-politicus Peter Lorenz en de moord op de jurist en voorzitter van het Berlijnse Hof van Beroep Günter von Drenkmann. De rechtbank kon de misdrijven echter niet specifiek aan een van de terroristen toewijzen.
Veroordeling en vrijlating
Ralf Reinders werd door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar, voor meerdere terroristische misdrijven, waaronder betrokkenheid bij de Lorenz-ontvoering. Hij werd vrijgesproken van de beschuldiging van de moord op Von Drenkmann. Op 14 september 1990 werd Reinders vrijgelaten. Vanwege zijn Nederlandse nationaliteit werd hij door de Duitse autoriteiten tijdelijk bedreigd met uitzetting uit de Bondsrepubliek.
In opspraak
Reinders kwam in opspraak toen hij in 2007 tijdens de ‘revolutionaire 1 mei-demonstratie’ in Berlijn, de spot dreef met slachtoffers van links terrorisme. Daarbij rechtvaardige hij de moorden op de Duitse procureur-generaal Siegfried Buback en de Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer in 1977. Zowel Buback als Schleyer werden door de marxistische terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF) om het leven gebracht.