Till Meyer (1944)

Till Meyer is een voormalige terrorist van de terreurorganisatie 2 Juni-Beweging. Hij was onder meer betrokken bij de ontvoering van de CDU-politicus Peter Lorenz in 1975. Daarnaast werd hij ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij de moordaanslag op de rechtbankpresident Günter von Drenkmann. Dit laatste kon echter niet worden bewezen. In 1980 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar. Na zes jaar in detentie te hebben gezeten werd hij in 1986 alweer vrijgelaten. In 1992 werd bekend dat Meyer tijdens zijn lidmaatschap van de 2 Juni-Beweging een informant was van de Oost-Duitse geheime dienst.

Jeugd

APO

Oprichting 2 Juni-Beweging

Bevrijdingsactie

Arrestatie in Bulgarije

Veroordeling

Na zijn vrijlating

 

Jeugd

Till Meyer werd op 31 maart 1944 geboren in Luckenwalde, zo’n 70 km onder Berlijn. Een half jaar voor zijn geboorte moesten zijn moeder en vijf oudere broers en zussen vanwege de Tweede Wereldoorlog, worden geëvacueerd van Berlijn naar het dorp Sernow. In oktober 1944 werd Meyers vader voor de Wehrmacht opgeroepen om zich te melden aan het front. Hij sneuvelde op 26 december 1944 tijdens de Slag om de Ardennen, het laatste grote offensief van het Duitse leger aan het westfront. Na de oorlog keerde zijn moeder met haar gezin weer terug naar het compleet verwoeste Berlijn. Hun oude appartement in het stadsdeel Friedenau was flink gehavend. Het gezin probeerde het normale leven weer op te pakken en Till Meyer doorliep de lagere school.

 

APO

Na zijn lagereschooltijd ging Till Meyer naar de middelbare praktijkschool, waar hij zijn diploma behaalde. Vervolgens volgde hij een opleiding tot matroos. Hij brak deze opleiding echter voortijdig af om in Berlijn als dagloner te gaan werken. De toen 17-jarige Meyer was op dat moment echter nog steeds leerplichtig en daarom werd hij door de rechtbank veroordeeld tot 3 maanden jeugddetentie. Na zijn vrijlating – vlak voor zijn 18e verjaardag – vertrok hij naar Trier (Rijnland-Palts). Daar ontmoette hij Christa, met wie hij in het voorjaar van 1964 in het huwelijksbootje stapte. Drie maanden na hun bruiloft werd hun zoontje geboren. In Trier werd Till Meyer politiek actief en kwam hij in contact met leden van de buitenparlementaire oppositie (APO), die fel actie voerden tegen de vorming van de Grote Coalitie onder Bondskanselier Kiesinger en de zogenaamde ‘Noodwetten’, die de regering wilde invoeren.

Socialistische Basisgroep Trier

In de zomer van 1968 was Meyer een van de medeoprichters van de ‘Socialistische Basisgroep Trier’. In november 1968 werd hij lid van de Duitse Communistische Partij (DKP). Naar eigen zeggen zou Till Meyer in deze periode steeds verder zijn geradicaliseerd en zou hij betrokken zijn geweest bij een brandaanslag, op het secretariaat van het Friedrich-Wilhelm-Gymnasium. In 1969 werd Meyer als informant ingelijfd bij de Oost-Duitse geheime dienst (Stasi). Vervolgens verhuisde Meyer met zijn gezin terug naar West-Berlijn.

Verzet tegen de staatsmacht

Zijn huwelijk hield geen stand en hij en zijn echtgenote Christa gingen uit elkaar. Till Meyer nam de opvoeding van hun zoon op zich. In deze periode nam Meyer deel aan demonstraties en andere protestacties tegen de West-Duitse overheid. Na zijn deelname aan een anti-verkiezingscampagne, werd hij vervolgd wegens ‘verzet tegen de staatsmacht’. Hij werd echter niet veroordeeld, in verband met een amnestieregeling voor demonstratiemisdrijven.

 

Oprichting 2 Juni-Beweging

Naar eigen zeggen zou Till Meyer in de zomer van 1971 betrokken zijn geweest bij de oprichting van de terreurorganisatie 2 Juni-Beweging. Daarom gaf hij hun zoon weer terug aan zijn ex-vrouw. Bij de oprichting van de terreurgroep waren ook de links-radicalen Michael Baumann, Thomas Weisbecker, Norbert Kröcher en Gabriële Tiedemann betrokken. Op 2 februari 1972 planden terroristen van de 2 Juni-Beweging een aantal bomaanslagen in West-Berlijn. Als een van de eerste doelwitten werd de Britse Jachtclub in West-Berlijn uitgekozen. Daarnaast werden er een aantal explosieven geplaatst onder geparkeerde auto’s met Britse kentekenplaten.

Botenbouwer Erwin Beelitz komt om het leven

De bom bij de jachtclub ging echter niet af en werd de volgende ochtend gevonden door de 66-jarige botenbouwer Erwin Beelitz. Hij nam het explosief mee naar zijn werkplaats en schroefde de bom tussen de klemmen van zijn werkbank. Toen hij het apparaat met een hamer en een beitel probeerde te openen ontplofte de bom alsnog. Beelitz raakte zeer zwaargewond en overleed korte tijd later.

Ontsnapping uit de gevangenis

Op 28 februari 1972 werd Till Meyer gearresteerd in Bielefeld (Noordrijn-Westfalen). Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar wegens verschillende misdrijven. Omdat hij bang was dat de kroongetuige Heinz Brockmann belastende verklaringen tegen hem zou afleggen, ontsnapte hij op 11 november 1973 (enkele weken voordat hij zou worden vrijgelaten) uit de penitentiaire inrichting van Castrop-Rauxel. Na zijn ontsnapping sloot hij zich weer aan bij de ondergrondse leden van de 2 Juni-Beweging.

Lorenz-kidnapping

Till Meyer zou een belangrijke rol hebben gespeeld bij de voorbereidingen en uitvoering van de Lorenz-kidnapping in 1975. Tijdens deze ontvoering werd de West-Duitse overheid onder druk gezet om zes gedetineerde terroristen uit de gevangenis vrij te laten. De overheid ging op de eisen van de 2 Juni-Beweging in en liet uiteindelijk vijf gevangenen naar Zuid-Jemen in het Midden-Oosten vliegen. De ontvoerde CDU-politicus Peter Lorenz werd daarna ongedeerd vrijgelaten.

 

Bevrijdingsactie

Op 6 juni 1975 werd Till Meyer in West-Berlijn opnieuw opgepakt door de politie. Tijdens zijn arrestatie werd hij neergeschoten. Bijna drie jaar later – op 10 april 1978 – begon het zogenaamde ‘Lorenz-Drenkmann-proces’. Daarin boog de rechtbank zich niet alleen over de Lorenz-ontvoering, maar ook over de moordaanslag op de president van het West-Berlijnse gerechtshof Günter von Drenkmann. Tijdens het strafproces werden naast Till Meyer ook de 2 Juni-leden Fritz Teufel, Ralf Reinders, Ronald Fritzsch, Andreas Vogel en Gerald klöpper aangeklaagd voor betrokkenheid bij de terreurdaden.

Nabil Harb Commando

Terwijl het proces nog gaande was werd Till Meyer op 27 mei 1978, met geweld bevrijd uit de gevangenis in het Berlijnse stadsdeel Moabit. De bevrijdingsactie werd uitgevoerd door het zogenaamde ‘Nabil Harb Commando’ van de 2 Juni-Beweging, waarvan ook de terroriste Inge Viett deel uitmaakte. Het commando probeerde tegelijkertijd ook om het 2 Juni-lid Andreas Vogel te bevrijden, maar die poging mislukte.

 

Arrestatie in Bulgarije

Na de ontsnapping probeerden Till Meyer en de leden van het Nabil Harb Commando, naar de DDR te vluchten. Bij de grensovergang aan de Friedrichstrasse in Berlijn werden de terroristen door de Oost-Duitse grenspolitie aangehouden, omdat ze in het bezit waren van valse identiteitspapieren. Toen ze werden gefouilleerd troffen de agenten vuurwapens bij hen aan. Inge Viett had contacten bij de Stasi, waardoor het gezelschap zonder verdere problemen toegang kreeg tot de DDR. Vervolgens reisden de terroristen door naar Bulgarije. Op 21 juni 1978 werd Till Meyer samen met de 2 Juni-leden Gabriele Rollnik, Gudrun Stürmer en Angelika Goder door de Bulgaarse politie opgespoord. De terroristen waren in de badplaats Burgas herkend door West-Duitse rechercheurs.

Informant van de Oost-Duitse geheime dienst

De Bulgaarse autoriteiten gaven de West-Duitse antiterreureenheid GSG 9, toestemming om de terroristen te arresteren op hun eigen grondgebied. Iets dat in die tijd bijzonder ongebruikelijk was, omdat de Oostbloklanden niet officieel met het Westen samenwerkten. Het viertal werd op de luchthaven van Burgas gearresteerd. De volgende dag werden ze uitgeleverd aan de Bondsrepubliek. De samenwerking tussen de West-Duitse en Bulgaarse autoriteiten viel niet in goede aarde bij de Oost-Duitse overheid. Stasi-chef Erich Mielke was woedend over de arrestatie, omdat Till Meyer (zo zou later blijken) een belangrijke informant van de Oost-Duitse geheime dienst was.

 

Veroordeling

In oktober 1980 werd Till Meyer veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar, wegens lidmaatschap van een criminele organisatie en betrokkenheid bij de Lorenz-ontvoering. Zijn betrokkenheid bij de moordaanslag op Günter von Drenkmann kon echter niet worden bewezen. Ook de andere verdachten konden niet als individuele daders van de moord op de rechtbankpresident worden aangewezen.

Vrijlating

Tijdens zijn gevangenschap verklaarde Till Meyer dat hij na zijn detentieperiode niet meer zou terugkeren naar de gewapende strijd. Daarom werd hij begin 1982 overgeplaatst van de extra zwaarbewaakte vleugel van de Moabit-gevangenis, naar een gevangenis met een normaal gevangenisregime in het stadsdeel Tegel. Tijdens zijn detentie kreeg hij een geheime relatie met een maatschappelijk werkster. In november 1983 trouwde hij met haar. Vanaf november 1985 mocht hij de gevangenis verlaten om een opleiding tot drukker te volgen. Op 2 november 1986 werd hij definitief vrijgelaten.

 

Na zijn vrijlating

Na zijn vrijlating werkte Till Meyer als redacteur voor het Duitse dagblad Die Tageszeitung (taz). Ook verrichtte hij werkzaamheden als correspondent voor het marxistisch georiënteerde dagblad Junge Welt. In 1992 kwam aan het licht dat Meyer jarenlang als informant actief is geweest voor de Stasi. Zo zou hij niet alleen hebben gespioneerd binnen de links-radicale scene in Berlijn, maar bespioneerde hij ook zijn collega’s bij taz.

Staatsvijand

In 1996 publiceerde hij zijn biografie ‘Staatsvijand’. Daarin vertelt hij onder meer over zijn jaren binnen de linkse terreurscene en de gewapende strijd tegen het West-Duitse ‘systeem’. Samen met de medeoprichter van de 2 Juni-Beweging, Michael Baumann, schreef hij het boek ‘ Radicaal Amerika: hoe de Amerikaanse protestbeweging Duitsland veranderde’. Daarin leggen de voormalige terroristen het verband tussen de protesten in de Verenigde Staten en de Duitse studentenprotesten eind jaren 60. In het boek documenteren ze onder andere de opkomst van de (Afro-Amerikaanse) burgerrechtenbeweging, de Black Panther Party en de extreemlinkse terreurgroep Weathermen.

 

Terug naar boven ↑