Ingrid Schubert (1944 – 1977)
Ingrid Schubert was een terroriste van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Ze behoorde tot de zogenaamde eerste generatie RAF-leden. In 1970 was ze betrokken bij de bevrijding van Andreas Baader. Daarnaast nam ze deel aan verschillende bankovervallen. In het najaar van 1970 werd ze in West-Berlijn gearresteerd en later veroordeeld tot 13 jaar gevangenisstraf. In 1977 pleegde Ingrid Schubert zelfmoord door zich in haar cel te verhangen.
Aansluiting bij de RAF en militaire trainingen in Jordanië
Studie
Ingrid Schubert werd op 7 november 1944 geboren in Ebern (Beieren) als dochter van de NSDAP-politicus Franz Schubert. Haar jeugd bracht ze voor een groot deel door in het Beierse Maroldsweisach en in Koblenz (Rijnland-Palts). In maart 1970 voltooide ze haar medische studie aan de Vrije Universiteit van Berlijn. Net zoals veel andere Duitse jongeren in die tijd, kwam ze in opstand tegen de fascistische trekken van de generatie van haar ouders.
Oud-nazi’s op invloedrijke posities
Eind jaren 60 werden veel belangrijke vooraanstaande functies in de Bondsrepubliek nog steeds bekleed door oud-nazi’s. Veel jongeren wilden dan ook dat deze belangrijke posities in West-Duitsland, zouden worden gezuiverd van alle oorlogsmisdadigers. De woede over de macht die de oud-nazi’s nog steeds in het land hadden, ging gepaard met een kritische analyse van het kapitalistische systeem en de consumptiemaatschappij. Ingrid Schubert was fel gekant tegen de bourgeoisie. De burgerlijke morele opvattingen en de regels van fatsoen, werden door haar dan ook zeer gehaat.
Aansluiting bij de RAF en militaire trainingen in Jordanië
Niet lang nadat Ingrid Schubert haar medische opleiding aan de universiteit had afgerond, werd ze lid van de Rote Armee Fraktion. Tijdens haar lidmaatschap nam ze samen met Irene Goergens, Astrid Proll, Gudrun Ensslin en Ulrike Meinhof, deel aan de gewelddadige bevrijdingsactie van Andreas Baader uit de universiteitsbibliotheek in West-Berlijn. Hierbij raakten een aantal mensen zwaar gewond. Schubert vluchtte daarna samen met andere RAF-leden naar Jordanië, waar ze meedeed aan militaire trainingen in kampen van de Palestijnse Al Fatah-beweging. In de maanden daarvoor waren nauwe banden ontstaan tussen Palestijnse organisaties en links-radicale groepen in West-Duitsland.
Said Dudin
Vooral Said Dudin (een Palestijnse politicoloog) zou een belangrijke rol hebben gespeeld in het contact tussen de Rote Armee Fraktion en Palestijnse bevrijdingsorganisaties. Hij is de zoon van Mustafa Dudin, een Palestijnse politicoloog die in Berlijn woonde. Said Dudin zou voor de RAF-leden een reis hebben georganiseerd naar Libanon, waar ze in juni 1970 een paramilitaire training ondergingen. Said heeft hen hier toen ook ontmoet. Later bleek uit geheime documenten dat hij nauwe contacten had met de Stasi in Oost-Duitsland en de KGB in de Sovjet-Unie. Hierdoor wordt door sommige journalisten aangenomen dat deze geheime diensten, op de hoogte waren van de plannen van de RAF. Een aantal van hen beweert zelfs dat de Stasi en de KGB destijds een ondersteunende rol hebben gespeeld, bij de voorbereiding van de aanslagen in de Bondsrepubliek. Echter is nooit helemaal duidelijk geworden op welke manieren Said Dudin precies met de RAF verbonden was.
Bankovervallen en arrestatie
Op 29 september 1970 was Ingrid Schubert weer terug in de Bondsrepubliek. Tijdens een bankoverval op een spaarbank in West-Berlijn bestuurde zij de vluchtauto. Datzelfde jaar zou ze ook bij twee andere bankovervallen betrokken zijn geweest. Daarbij werden flinke geldbedragen buitgemaakt. Op 8 oktober 1970 werd Schubert samen met Irene Goergens, Horst Mahler Monika Berberich en Brigitte Asdonk in Berlijn opgepakt. Ze werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar, wegens haar aandeel bij de bevrijdingsactie van Andreas Baader, poging tot moord en verschillende bankovervallen. Van 1976 tot 1977 werd ze samen met andere RAF-leden – waaronder Baader, Ensslin en Meinhof – overgebracht naar een zwaarbeveiligde vleugel van de Stammheim-gevangenis in Stuttgart.
Stammheim-gevangenis
De vleugel van de Stammheim-gevangenis waarin de RAF-leden werden vastgezet, was in 1975 speciaal voor de linkse terroristen gebouwd. Het complex gold destijds als een van de veiligste gevangenissen ter wereld. Het dak en de binnenplaats van het complex waren bedekt met stalen gaas, zodat ontsnappen (met behulp van bijvoorbeeld een helikopter) nagenoeg onmogelijk was. Daarnaast werd het gebouw verlicht door tientallen schijnwerpers en neonlampen. Op het dak zaten speciale troepen – waaronder sluipschutters – die iedere beweging in en om de penitentiaire inrichting, nauwlettend in de gaten hielden.
Grote belangen
Vierhonderd politieagenten en bewakers patrouilleerde continu in en rondom het gebouw. Zelfs de agenten van de bereden politie draaiden dubbele ploegendiensten in die periode. De belangen voor de Bondsrepubliek waren groot. Ook de internationale belangstelling voor het juridisch proces was enorm. Er werd dan ook alles aan gedaan om te voorkomen dat er RAF-terroristen konden ontsnappen. Tijdens het proces werd de politie versterkt door de antiterreureenheid GSG-9. Agenten van de Duitse Federale Recherche bewaakten de voorkant van de rechtbank en boven het gebied vlogen helikopters.
Hongerstakingen
De RAF-leden verklaarden dat ze ‘in oorlog waren met de West-Duitse staat’. In de Stammheim-gevangenis nam Ingrid Schubert deel aan verschillende hongerstakingen, uit protest tegen het strenge gevangenisregime en de isolatie waarin de gedetineerden zaten. De terroristen eisten dat ze bij elkaar zouden worden gezet en dat ze op een humane manier zouden worden behandeld. Bij een van die hongerstakingen kwam RAF-lid Holger Meins in november 1974 om het leven. De 1,83 meter lange Meins woog op dat moment nog maar 39 kg.
Gewelddadige Duitse herfst
Inmiddels was er buiten de gevangenismuren een tweede generatie RAF-terroristen opgestaan, die probeerde om de gevangen RAF-leden van de eerste generatie vrij te krijgen. Deze tweede generatie – die grotendeels werd aangestuurd door Brigitte Mohnhaupt en Christian Klar – was nog gewelddadiger dan de eerste lichting. Door tal van terreuracties waaronder moorden, ontvoeringen en een vliegtuigkaping, probeerden zij om de druk op de Bondsregering (om Baader en de andere gevangenen vrij te laten), steeds verder op te voeren. Deze periode – waarin onder meer een Duitse procureur-generaal, een bankdirecteur en een werkgeversvoorzitter werden omgebracht – staat bekend als ‘De Duitse herfst’.
Overlijden
De grote onrust die door de terreuracties in de Bondsrepubliek ontstond, leidde al snel tot een nationale crisis. Nadat Duitse antiterreureenheden op 18 oktober 1977 een eind hadden gemaakt aan een vliegtuigkaping in het Somalische Mogadishu, pleegden Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe – naar verluidt – zelfmoord in hun cel in de Stammheim-gevangenis. In reactie daarop werd werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer door de Rote Armee Fraktion geliquideerd. Zijn lichaam werd aangetroffen in de kofferbak van een auto in de Elzas. Ingrid Schubert – die op dat moment was overgeplaatst naar een gevangenis in München – maakte enkele weken later (op 12 november 1977) zelf ook een einde aan haar leven. Ze had zich verhangen met een laken aan het kruisvenster van het raam.
Ingrid Schubert Commando
Na de tweede generatie RAF-terroristen is er ook nog een derde generatie RAF-terroristen geweest. En hoewel deze generatie links-radicalen minder terreurdaden pleegde, kwamen er verschillende mensen om het leven. Een van die mensen was Gerold von Braunmühl, een hoge West-Duitse diplomaat, die op 10 oktober 1986, door derde generatie RAF-leden werd doodgeschoten. De moordenaars van Von Braunmühl noemden zichzelf het ‘Ingrid Schubert Commando’. Na de moord op de diplomaat werden de RAF-leden Barbara Meyer en haar echtgenoot Horst Ludwig Meyer gezien als de belangrijkste verdachten. Echter was er niet voldoende bewijs tegen hen. Bij het forensisch onderzoek van de gebruikte kogels bleek dat ze waren afgevuurd uit eenzelfde soort wapen, als waarmee werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer negen jaar daarvoor was geliquideerd.
Lees ook:
Een volledig overzicht van RAF-terroristen