Barbara Meyer (1956)
Barbara Meyer is een vermoedelijke voormalige terroriste van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Ze behoorde naar verluidt tot de zogenaamde derde generatie RAF-leden. Meyer werd ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij de moord op CEO Ernst Zimmermann, de overval op een geldkoerier in Kirchentellinsfurt, en diefstal van explosief materiaal uit een steengroeve in het Zwarte Woud. Halverwege de jaren 80 dook ze onder in Libanon waar ze een aantal jaren woonde. In het voorjaar van 1999 meldde ze zich vrijwillig bij de Duitse ambassade in Beiroet. Vervolgens werd ze uitgeleverd aan Duitsland.
Flinterdun bewijs
Het bewijs tegen Barbara Meyer was flinterdun en de beschuldiging van lidmaatschap van een terroristische organisatie was inmiddels verjaard. Daarom kon ze niet meer worden veroordeeld. In oktober 1999 werd ze vrijgelaten. Een jaar later – in november 2000 – werd het onderzoek tegen Meyer afgesloten.
Rote Hilfe en Antifoltercomité
Geen verband Egon Bush en de RAF
Rote Hilfe en Antifoltercomité
Barbara Meyer werd op 2 juli 1956 geboren in Stuttgart. Ze trouwde met Horst Ludwig Meyer, een hoogspanningselektricien uit Schwenningen. Samen met hem was ze actief binnen de ‘Rote Hilfe’ en het ‘Antifoltercomité’, twee mensenrechtenorganisaties die zich inzetten voor de rechten van gevangen RAF-terroristen. Volgens de RAF-sympathisanten werden de terroristen binnen de gevangenismuren op een onmenselijke manier behandeld en psychologisch gefolterd, zodat de West-Duitse autoriteiten hun politieke ideologie konden breken. RAF-gevangenen mochten geen enkel contact hebben met andere gedetineerden en werden in totale isolatie afgezonderd. In 1984 sloten Barbara en Horst Ludwig Meyer zich actief aan bij de ondergrondse RAF-leden.
Moordaanslag Ernst Zimmermann
Meyer werd onder meer verdacht van betrokkenheid bij de moord op topmanager Ernst Zimmermann op 1 februari 1985. Zimmermann was de CEO van de Motor- und Turbinen-Union (MTU), een bedrijf dat gespecialiseerd was in de productie en het onderhoud van motoren voor de burger en militaire luchtvaart. De MTU speelde ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van onderdelen voor gevechtsvliegtuigen van de NAVO. Dit was dan ook de voornaamste reden dat Zimmermann door de Rote Armee Fraktion werd uitgekozen als doelwit voor een moordaanslag.
Door het hoofd geschoten
Toen er in de vroege morgen bij de 55-jarige CEO en zijn echtgenote werd aangebeld, stonden er twee RAF-terroristen voor de deur. Ze bedreigden het echtpaar met automatische vuurwapens, knevelden hen en sleepten Ernst Zimmermann naar de slaapkamer. Daar werd hij op een stoel gezet en vanachter door het hoofd geschoten. De CEO overleed later in het ziekenhuis. De RAF-terroristen van de derde generatie gingen zeer professioneel te werk en lieten nauwelijks sporen zoals vingerafdrukken achter. De politie had sterke vermoedens dat Barbara en Horst Ludwig Meyer verantwoordelijk waren voor de moordaanslag op Zimmermann, maar dit kon nooit worden bewezen.
Overval Esbella-Markt
Ook werd Barbara Meyer verdacht van betrokkenheid bij de overval op de geldkoerier Egon Busch, bij de Esbella-Markt in Kirchentellinsfurt op 3 juni 1985. Twee onbekende schutters schoten de koerier in zijn nek. Vervolgens renden ze met de geldkisten met daarin 160.000 DM aan contant geld en 24.000 DM aan cheques naar een geparkeerde rode Audi 80. Daarna reden ze met hoge snelheid weg. Klanten van de Esbella-Markt op het parkeerterrein slaagden er nog wel in om het kenteken van de wagen te noteren. De politie zette een klopjacht op de daders in gang, maar de schutters werden niet meer gevonden. Wel werd een uur later de Audi 80 aangetroffen.
Valse identiteitsgegevens
Uit het politieonderzoek werd al snel duidelijk dat de Audi 80 op 23 mei 1985 (11 dagen voor de overval) in Stuttgart was verkocht aan een 30- tot 35-jarige vrouw. De verkoper van de auto kon zich nog herinneren dat deze vrouw gele rokerstanden had. Ook vertelde de verkoper aan de politie dat de vrouw tijdens de aankoop valse identiteitsgegevens had getoond. De identiteitspapieren die de vrouw had laten zien behoorden namelijk toe aan een 80-jarige vrouw uit Möhringen. Desondanks had hij de Audi toch aan haar verkocht, voor een bedrag van 1300 DM. Dat bedrag werd contant voldaan.
RAF-appartement Tübingen
Drie maanden na de overval bij de Esbella-Markt – op 13 september 1985 – kwam de West-Duitse politie een RAF-schuilplaats op het spoor in Tübingen. Dit appartement aan de Friedrich-Zundel-Strasse was gehuurd door Barbara Meyer, onder de schuilnaam ‘Gabi krauss’. In het appartement werden vingerafdrukken gevonden van verschillende RAF-terroristen, waaronder Horst Ludwig Meyer, Wolfgang Grams, Eva Haule, Christoph Seidler, Thomas Simon en Sabine Callsen. In de woning werden ook een aantal documenten aangetroffen die betrekking hadden op verschillende aanslagen van de RAF. Tussen deze documenten trof de politie ook de kentekenpapieren aan van de rode Audi 80, die bij de Esbella-Markt als vluchtvoertuig werd gebruikt.
Internationaal opsporingsbevel
Vervolgens werd er tegen Barbara Meyer een internationaal opsporingsbevel uitgevaardigd, op verdenking van lidmaatschap van een terroristische organisatie. Ze werd in die periode door de politie beschouwd als een van de gevaarlijkste personen van de Bondsrepubliek. De recherche vermoedde dat de RAF-terroriste Birgit Hogefeld de vrouw was die de auto in Stuttgart had gekocht. De betrokkenheid van zowel Barbara Meyer als van Birgit Hogefeld bij de overval kon echter nooit worden bewezen.
Vreemde wending
De overval bij de Esbella-Markt kreeg nog een vreemde wending. De verwondingen van de geldkoerier bleken uiteindelijk mee te vallen. De kogel had de halsslagader niet geraakt. Twee dagen na de overval mocht Egon Busch het ziekenhuis verlaten en vier dagen later ging hij – ondanks zijn ziekteverlof – alweer aan het werk. De geldkoerier had meestal een vaste route. Als hij klaar was met zijn dienst, dan legde hij de opgehaalde geldkisten in de nachtkluis van de Commerzbank in Ludwigshafen.
Lege geldkisten
Op 6 juli 1985 (ruim een maand na de overval) volgde hij zijn dagelijkse routine. Hij legde de geldkisten zoals gewoonlijk in de kluis en ging naar huis. De volgende dag ontdekten medewerkers van de Commerzbank echter dat de geldkisten leeg waren en dat geldkoerier Egon Busch niet meer bereikbaar was voor commentaar. Hij had de inhoud ter waarde van 650.000 DM uit de geldboxen gehaald en deze leeg in de kluis achtergelaten.
De broers Passarelli
Korte tijd later werd de geldkoerier door Interpol opgespoord in Paraguay. Egon Busch was daar in het gezelschap van de West-Duitse topworstelaar en olympisch kampioen Pasquale passarelli. Hij zou de geldloper hebben geholpen om een gedeelte van het gestolen geld naar Frankrijk te brengen. Daar zou hij het geld weer aan Egon Busch hebben overhandigd. De koerier was vervolgens door naar Spanje gereisd waar hij een deposito opende. Vervolgens was hij met 150.000 DM naar Zuid-Amerika gevlogen. Passarelli vloog hem korte tijd later achterna met een bedrag van ongeveer 175.000 DM.
Een deel van de buit verstopt
Ook de broer van Passarelli (Thomas) – eveneens een topworstelaar en de schoonzoon van geldkoerier Egon Busch – zou betrokken zijn geweest bij de diefstal. Thomas Passarelli zou een deel van de buit hebben verstopt in de buurt van Mutterstadt in Rijnland-Palts. Dat deel van het geld werd echter nooit meer door de politie teruggevonden. Egon Bush en Pasquale Passarelli werden uitgeleverd aan West-Duitsland en na aankomst op de luchthaven van Frankfurt gearresteerd. Ook Thomas Passarelli werd aangehouden.
Geen verband Egon Bush en de RAF
Egon Bush werd door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaar. Worstelaar Pasquale Passarelli werd veroordeeld tot een celstraf van 1 jaar en 8 maanden en een geldboete. Zijn broer Thomas kreeg 1 jaar voorwaardelijk opgelegd. Nadat bekend werd dat de geldkoerier het geld had gestolen werd er al snel gespeculeerd over de mogelijkheid, dat het drietal lid was van de RAF en dat de overval wellicht in scène was gezet. Egon Bush was immers nauwelijks gewond geraakt bij de overval en was na vier dagen alweer volop aan het werk gegaan.
Alicante
Uit het politieonderzoek bleek later dat Busch van 1972 tot 1978 in Alicante had gewoond en een strafblad had. Nadat hij weer naar de Bondsrepubliek was teruggekeerd zat hij een tijdlang zonder werk, totdat hij vier maanden voor de overval werd aangenomen als geldkoerier. Desondanks heeft de politie nooit enig verband kunnen ontdekken tussen Egon Busch en de RAF.
Libanon
Op 28 juli 1985 zou Barbara Meyer betrokken zijn geweest bij een mislukte poging van de Rote Armee Fraktion, om explosief materiaal te stelen uit een steengroeve in de buurt van Ottenhöfen, in het Zwarte Woud. Korte tijd later vluchtten Meyer en haar man naar Noorwegen. Van daaruit reisden ze verder naar Oostenrijk. Ook verbleven ze een tijdje in Syrië. Daarna vertrokken ze naar Libanon, waar ze een aantal weken doorbrachten in een kamp van de Palestijnse verzetsorganisatie PFLP.
Uitlevering
Barbara Meyer scheidde van Horst Ludwig en ontmoette een Libanese man met wie ze een zoon kreeg. De vader van haar kind – een guerrillastrijder van de PFLP – kwam echter in 1991 bij een militaire operatie om het leven. Barbara werkte een tijdlang als verpleegster in een ziekenhuis in de Libanese stad Saïda (Sidon). In mei 1999 gaf Barbara Meyer zich vrijwillig over aan de autoriteiten van de Duitse ambassade in Beiroet. Vervolgens werd ze uitgeleverd aan haar geboorteland.
Niet veel bewijs
Ondanks de aanhouding van Barbara Meyer waren de Duitse autoriteiten niet erg opgetogen over deze nieuwe ontwikkeling in het RAF-dossier, want ze bleken erg weinig in handen te hebben om haar te laten veroordelen. En dat was geen unieke situatie want van alle dodelijke terroristische misdrijven die de RAF na 1985 had gepleegd, waren er maar een paar opgelost. De politie had enkele vingerafdrukken, een paar sigarettenpeuken en wat haren. Meer bewijs hadden ze niet tegen Barbara Meyer.
Minder grote rol binnen de RAF
Er bleef eigenlijk alleen een arrestatiebevel over, voor de overval op de geldkoerier bij de Esbella-Markt (de kentekenpapieren van de rode Audi 80 werden immers gevonden in een door haar gehuurd appartement) en de poging tot diefstal van explosieven uit de steengroeve in Ottenhöfen. Maar ook in deze zaken was het bewijs flinterdun. Vandaag de dag denkt de politie dat de rol die Barbara en Horst Ludwig Meyer destijds binnen de RAF hebben gespeeld, minder groot was dan men aanvankelijk vermoedde.
Geen veroordeling
Op 11 oktober 1999 werd Barbara Meyer op verzoek van haar advocaat vrijgelaten uit voorlopige hechtenis, omdat er geen ontsnappingsgevaar meer was. Ze had zich immers vrijwillig bij de autoriteiten aangegeven. Meyer ontkende elke betrokkenheid bij de haar ten laste gelegde misdrijven. De strafbare feiten konden niet worden bewezen en ook de beschuldiging van lidmaatschap van een terroristische organisatie tussen 1984 en 1986 was inmiddels verjaard. Barbara Meyer kon niet worden veroordeeld en in november 2000 werd het onderzoek tegen haar afgesloten.
Dood Horst Ludwig Meyer
Barbara’s ex-man Horst Ludwig kwam op 15 september 1999 in Wenen door politiekogels om het leven. Hij was op dat moment in het gezelschap van de RAF-terroriste Andrea Klump. Een buurtbewoner had de politie gebeld en gemeld dat er een verdacht stel op de hoek van de straat stond. Toen de politieagenten ter plaatse kwamen wilden ze het tweetal controleren. De twee terroristen probeerden echter om aan de controle te ontsnappen. Horst Ludwig Meyer slaagde erin om het dienstwapen en de autosleutels van een van de agenten af te pakken en probeerde weg te komen.
In de borst geschoten
Even later opende hij het vuur op officieren van een opgeroepen speciale eenheid. Met zijn eigen pistool in de ene hand en het pistool van de agent in de andere hand, schoot hij in het rond. Vervolgens raakte hij een agent in zijn been. De politie schoot terug en raakte Horst Ludwig Meyer in zijn borst, waarna hij aan zijn verwondingen overleed. Andrea Klump gaf zich over en werd gearresteerd.
Lees ook:
Een volledig overzicht van RAF-terroristen