Christoph Seidler
Christoph Seidler is een vermeende voormalige terrorist van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Hij werd ervan verdacht dat hij behoorde tot de zogenaamde derde generatie RAF-leden. Door verklaringen van de kroongetuige Siegfried Nonne werd Seidler lange tijd gezien, als de belangrijkste verdachte van de bomaanslag op de bankier Alfred Herrhausen in 1989. Deze kroongetuige werd echter zeer onbetrouwbaar geacht. Ook was er niet voldoende ander sluitend bewijs voor een veroordeling, waardoor Seidler uiteindelijk werd vrijgesproken.
Moordaanslag op Alfred Herrhausen
Aansluiting bij de RAF
In 1984 ging Christoph Seidler ondergronds bij de Rote Armee Fraktion. Vervolgens zou hij zijn vertrokken naar Libanon, waar hij zich aansloot bij een Palestijnse verzetsbeweging. Op 13 september 1985 ontdekten de West-Duitse autoriteiten een RAF-appartement in Tübingen. In deze woning werden verschillende vingerafdrukken gevonden van RAF-terroristen, waaronder de vingerafdrukken van Christoph Seidler.
Overval op een geldkoerier
In het appartement vond de politie ook documenten die gelinkt konden worden aan verschillende aanslagen. Zo vonden ze onder meer de kentekenpapieren van het vluchtvoertuig, dat was gebruikt bij een overval op een geldkoerier in Kirchentellinsfurt drie maanden daarvoor. Het RAF-lid Andrea Klump zou later verklaren dat ze in 1987 samen met Christoph Seidler naar Syrië en Libanon was gereisd. Ook de RAF-leden Horst Ludwig Meyer, Barbara Meyer en Thomas Simon verbleven in die periode in het Midden-Oosten.
Moordaanslag op Alfred Herrhausen
Christoph Seidler werd lange tijd gezien als de belangrijkste verdachte van de bomaanslag op de president van de Deutsche Bank Alfred Herrhausen, op 30 november 1989 in Bad Homburg vor der Höhe (Hessen). Bij deze terreurdaad werd een zwaar (radiografisch gestuurd) explosief tot ontploffing gebracht. De Mercedes waarin Herrhausen en zijn chauffeur Jakob Nix zaten werd de lucht ingeblazen en kwam compleet verwrongen weer op het wegdek neer. Herrhausen was zwaargewond en overleed even later aan zijn verwondingen. Zijn chauffeur raakte ook gewond maar overleefde de aanslag.
Kroongetuige Siegfried Nonne
Na de bomaanslag werd er in de buurt van de plaats delict een bekentenisbrief gevonden met het RAF-logo erop. In deze bekentenisbrief eiste het ‘Wolfgang Beer Commando’ de aanval op. Een aantal dagen later ontvingen ook drie persdiensten een bekentenisbrief van de RAF. Er was echter geen concreet spoor naar de daders. Pas twee jaar na de aanslag – in januari 1992 – leek er een doorbraak te komen in de zaak. De Duitse justitie kwam met een kroongetuige op de proppen die verklaarde dat Christoph Seidler betrokken was geweest bij de aanval op Alfred Herrhausen.
Fabricage van explosieven
Deze getuige – Siegfried Nonne – had aan de politie verteld dat hij zijn woning in Bad Homburg vor der Höhe (niet ver van de plek van de aanslag), ter beschikking had gesteld aan vier terroristen van de RAF. Onder hen waren Christoph Seidler en Andrea Klump. De twee andere terroristen kende Nonne alleen onder de namen ‘Peter’ en ‘Stefan’. De RAF-leden zouden gebruik hebben gemaakt van de kelder om hun explosieven te fabriceren. Siegried Nonne zou naar eigen zeggen ook betrokken zijn geweest bij de voorbereidingen van de aanslag.
Sporen in de kelder
Na de verklaringen van Siegfried Nonne werd er door de politie huiszoeking gedaan in de woning. Met name in de kelder werd uitgebreid onderzoek gedaan. Er werden inderdaad zeer kleine sporen van springstof aangetroffen. De springstof was alleen niet van hetzelfde materiaal als de springstof die gebruikt was bij de moordaanslag op Alfred Herrhausen. Aanvankelijk werd er aan de verklaringen van Siegfried Nonne niet veel waarde gehecht. Hij had verslavingsproblemen en werd daarom psychisch instabiel geacht. Bovendien waren er ook een aantal verklaringen die de beweringen van Nonne ontkrachtten. Zo woonden er in het huis van Siegfried Nonne destijds nog zeven andere huurders. Geen van hen kon zich herinneren dat er in die periode vreemdelingen over de vloer kwamen.
Hugo Föller
Ook de verklaringen van Hugo Föller spraken de beweringen van Siegfried Nonne tegen. Hugo Föller was de halfbroer van Nonne en ook hij had samen met zijn vrouw, een tijdlang in het appartement van Nonne gewoond. Hij woonde daar tot twee maanden na de bomaanslag op Herrhausen, dus als daar destijds RAF-terroristen hadden gebivakkeerd dan had hij dat ongetwijfeld opgemerkt. Toen de politie Hugo Föller ondervroeg over zijn halfbroer, was hij al ernstig ziek. Föller stierf een aantal dagen na de ondervraging aan een longontsteking. Daarom kon de politie hem later niet nogmaals ondervragen. Ook de vrouw van Föller kon niet meer worden ondervraagd omdat zij korte tijd later overleed aan de gevolgen van kanker.
Nonne trekt verklaringen in
In juli 1992 kwam Siegfried Nonne plotseling terug op zijn verklaringen. In het politiek georiënteerde tv-programma ‘Monitor’, vertelde hij aan journalisten dat hij door medewerkers van de geheime dienst in de deelstaat Hessen, was gedwongen om een valse verklaring af te leggen. Daarbij zouden ze hem met de dood hebben bedreigd. Tussen 1982 en 1986 zou Siegfried Nonne als informant hebben gespioneerd in de links-radicale scene in Frankfurt. Echter, zou deze samenwerking in 1986 zijn beëindigd vanwege zijn verslavingsproblemen en psychische gesteldheid. De geheime dienst zou hem niet langer capabel en betrouwbaar hebben geacht, om nog langer als informant te functioneren.
Geloofwaardigheid kroongetuige
Een aantal dagen nadat Siegfried Nonne zijn verklaringen had ingetrokken, presenteerde een rechercheur een aantal documenten waarin het verhaal van de kroongetuige werd bevestigd. Medewerkers van de geheime dienst zouden inderdaad op eigen initiatief contact met Nonne hebben gezocht. Uit de documenten bleek ook dat Siegfried Nonne ernstig leed onder zijn verslavingsproblematiek en dat hij meerdere keren psychiatrisch was behandeld. Ook een aantal deskundigenrapporten die in opdracht van justitie waren opgesteld, getuigden van de geloofwaardigheid van de tweede verklaring van Nonne.
Arrestatiebevel tegen Christoph Seidler blijft in stand
Voor de autoriteiten ontstond grote twijfel over welke verklaringen nu het meest aannemelijk waren. Justitie besloot uiteindelijk toch om de eerste verklaringen van Siegfried Nonne als het meest geloofwaardig aan te merken. Daardoor bleef het arrestatiebevel tegen Christoph Seidler in stand. Vanwege een kroongetuigenregeling werd het onderzoek naar de medeplichtigheid van Siegfried Nonne aan de moordaanslag op Alfred Herrhausen in 1994 afgesloten. Desondanks bleven veel partijen twijfelen over de geloofwaardigheid van Siegfried Nonne. Ze merkten zijn verklaringen steevast aan als zeer onsamenhangend.
Andere springstof
Alexander von Stahl – de toenmalige procureur-generaal – bleef echter van mening dat het de juiste keuze was om aan Nonne’s eerste verklaringen vast te houden. Deze verklaringen werden immers ondersteund door het ‘objectieve bewijs’ van de springstofsporen in de kelder. Toch konden de gevonden sporen niet dienen als sluitend bewijs. De in de kelder aangetroffen sporen waren eigenlijk twee afzonderlijke componenten van de springstof die bij de aanslag op Alfred Herrhausen was gebruikt. Bij het materiaal in de kelder ging het om sporen van 2,4-dinitrotolueen, 2,4-dinitro-ethylbenzeen en nitroglycerine. Deze afzonderlijke stoffen konden samen wel een explosief vormen, maar het was een andere springstof dan de trinitrotolueen die bij de bom was gebruikt. De sporen zouden in principe ook afkomstig kunnen zijn van cosmetische producten of gewasbeschermingsmiddelen.
Vrijspraak
In 1996 meldde Christoph Seidler zich bij de politie, in het kader van een drop-out-programma voor terroristen. Hij wilde graag zijn onschuld bewijzen en had een alibi voor de tijd van de aanslag op Herrhausen. Kort daarna werd het arrestatiebevel tegen Seidler vernietigd. Procureur-generaal Von Stahl was het daar niet mee eens en diende een klacht in tegen de beslissing van het Federale Hof van Justitie. Deze klacht werd in 1997 afgewezen, met een verwijzing naar de onbetrouwbaarheid van kroongetuige Siegfried Nonne. Vervolgens werd Seidler vrijgelaten. Omdat ook de beschuldiging van lidmaatschap van een terroristische organisatie was gebaseerd op de verklaringen van Nonne, werd Seidler ook hiervan vrijgesproken. Christoph Seidler heeft altijd ontkend dat hij lid is geweest van de Rote Armee Fraktion. Wel gaf hij toe dat hij contacten met RAF-leden heeft gehad.
Lees ook:
Een volledig overzicht van RAF-terroristen