Andrea Klump (1957)
Andrea Klump is een voormalige terroriste van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Ze behoorde tot de zogenaamde derde generatie RAF-leden. Ze werd onder meer verdacht van betrokkenheid bij een bomaanslag op de president van Deutsche Bank Alfred Herrausen in 1989. Dit kon echter nooit worden bewezen. Wel werd ze veroordeeld voor een mislukte bomaanslag op een Spaanse discotheek in 1988 en een aanslag op een bus met Joodse emigranten in Boedapest in 1991.
Arrestatiebevel tegen Andrea Klump blijft van kracht
Christoph Seidler meldt zich bij de politie
Aansluiting bij de RAF
Andrea Klump werd geboren op 13 mei 1957 in Wiesbaden. In 1976 ging ze etnologie, sociologie en politieke wetenschappen studeren aan de Universiteit van Frankfurt. In 1981 brak Klump haar studie af. Drie jaar later (in 1984) ging ze ondergronds bij de RAF. Naar eigen zeggen vertrok ze in 1987 samen met de RAF-leden Horst Ludwig Meyer, Barbara Meyer, Christoph Seidler en Thomas Simon naar Syrië. Eerst woonde ze tijdje in de Syrische hoofdstad Damascus, daarna ging ze naar Libanon waar ze een jaar verbleef.
Relatie met Horst Ludwig Meyer
Tijdens haar RAF-lidmaatschap kreeg ze een relatie met haar kameraad Horst Ludwig Meyer, die kort daarvoor was gescheiden van zijn vrouw en tevens vermeend RAF-lid Barbara Meyer. De handel en wandel van Andrea Klump tussen 1988 en 1993 is nooit precies duidelijk geworden. RAF-experts vermoeden dat ze in deze periode een schakel was tussen de RAF en de Palestijnse verzetsorganisatie PFLP. Al sinds de oprichting van de Rote Armee Fraktion in 1970 bestonden er nauwe banden tussen deze twee terreurbewegingen. De Palestijnen leverde vuurwapens en geld aan de RAF en boden RAF-terroristen de mogelijkheid om guerrillatrainingen te volgen in het Midden-Oosten. In ruil daarvoor verlangden ze dat de RAF hen steunde in de Palestijnse strijd tegen Israël.
Studentenhuis in Wenen
In 1993 waren Andrea Klump en Horst Ludwig Meyer weer even terug in het inmiddels herenigde Duitsland. Sinds 1995 woonde het stel in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Daar hadden ze een tweekamerappartement betrokken in een studentenhuis, dat door een nietsvermoedende rechtenstudente aan hen werd onderverhuurd. Klump en Meyer deden zich in deze periode voor als Jens Jensen en Heidi Vieri. Ze hadden het financieel niet breed. Om toch gebruik te kunnen maken van het openbaar vervoer, vervalsten ze trein-, bus-, tram- en metrokaartjes. Andrea Klump verdiende soms wat geld als oppas.
Argwaan
In de zomer van 1999 was het mensen opgevallen dat Andrea Klump en Horst Ludwig Meyer dagenlang op dezelfde straathoek in de Weense wijk Donaustadt stonden. Het koppel leek iets of iemand te bespioneren. In de omgeving van de straathoek waren verschillende banken en een wedkantoor gevestigd, waardoor hun dagelijkse aanwezigheid wellicht nog meer argwaan wekte bij buurtbewoners. Klump en Meyer vielen niet alleen op door hun dagelijkse aanwezigheid op de hoek van de straat, maar ook door de opvallende kleren die ze droegen. Zo droegen ze op een snikhete dag (waarbij de mussen bijna van het dak vielen) shirts met lange mouwen of zelfs jassen.
Dood Horst Ludwig Meyer
Op 15 september 1999 stonden Andrea Klump en Horst Ludwig Meyer weer op hun vaste stek. Ze droegen baseballpetjes en zonnebrillen Een buurtbewoner vertrouwde het niet, maakte een foto van het duo en belde de politie. Toen de politie op de locatie aankwam vroeg een vrouwelijke agent de RAF-leden om hun ID te tonen. Vrijwel direct haalde Meyer zijn Beretta tevoorschijn en richtte het op de agente. Op dat moment greep ook de agente naar haar dienstwapen. Er ontstond een handgemeen en Klump en Meyer werkten de agente hardhandig tegen grond. Vervolgens pakte Meyer haar dienstwapen af. Daarna vluchtten de twee RAF-leden weg.
Speciale elite-eenheid
De politie zette een speciale elite-eenheid in en er volgde een klopjacht op de vermeende terroristen. Een half uur later werden Andrea Klump en Horst Ludwig Meyer aangetroffen in de buurt van een kleuterschool. Meyer had zowel zijn eigen vuurwapen als het dienstwapen van de agente in zijn handen en schoot op de elite-officieren. Daarbij werd een van de officieren door een kogel in zijn been getroffen. De elite-agenten schoten vervolgens op Meyer, die geraakt werd in zijn borst. Hij overleed aan zijn verwondingen.
Arrestatie
Andrea Klump gaf zich over aan de politie en werd gearresteerd. Ze bleek in het bezit te zijn van een identiteitsbewijs op naam van ‘Monica Arini’. Meyer droeg een gestolen Italiaans paspoort bij zich op naam van ‘Francesco Spinola’. Uit het politieonderzoek bleek dat de Beretta waarmee Meyer op de agenten had geschoten, ruim drie jaar eerder was gebruikt bij het neerschieten van een caissière in een Weense supermarkt. Andrea Klump werd op 23 december 1999 uitgeleverd aan Duitsland.
Aanslag Alfred Herrhausen
Klump werd beschuldigd van lidmaatschap van een terroristische organisatie. Daarnaast werd ze verdacht van de moordaanslag op de president van de Deutsche Bank Alfred Herrhausen op 30 november 1989. Toen de bankier ’s morgens met zijn chauffeur in een gepantserde Mercedes onderweg was van zijn woning in Bad Homburg vor der Höhe naar zijn kantoor in Frankfurt, ontplofte er een krachtige bom die langs de kant van de weg was opgesteld. De auto werd compleet verwoest. Herrhausen raakte zwaargewond en overleed korte tijd later. Zijn chauffeur raakte ook gewond, maar overleefde de aanslag. De aanval werd opgeëist door het ‘Wolfgang Beer Commando’ van de RAF. De individuele daders van deze aanslag konden niet worden geïdentificeerd.
Verklaringen Siegfried Nonne
In januari 1992 – twee jaar na de aanslag op Alfred Herrhausen – leek er een oplossing te komen in de zaak. Een links-radicale activist – Siegfried Nonne – verklaarde tegenover de politie dat hij samen met de RAF-leden Andrea Klump en Christoph Seidler had deelgenomen aan de bomaanslag op Herrhausen. Deze Siegfried Nonne zou Klump, Seidler en twee andere RAF-terroristen een tijdje onderdak hebben verleend in zijn appartement in Bad Homburg vor der Höhe (enkele kilometers boven Frankfurt). Nonne vertelde de recherche dat hij zijn kelder destijds aan hen beschikbaar had gesteld als ‘werk- en opslagruimte’.
Andere springstof
Na de verklaringen van Siefried Nonne deed de politie huiszoeking in het appartement. In de kelder werden inderdaad zeer kleine sporen van springstof aangetroffen. Deze springstof was echter van een ander materiaal, dan het explosieve materiaal dat was gebruikt bij de aanslag op Alfred Herrhausen. Omdat Nonne verslavingsproblemen had werd hij psychisch instabiel en onbetrouwbaar geacht. Veel mensen hechtten dan ook weinig waarde aan zijn verklaringen. Bovendien woonden er in die periode nog zeven andere huurders in het appartement, die hebben verklaard dat ze daar nooit vreemdelingen zagen.
Halfbroer
De verklaringen van Siegfried Nonne werden nog verder ontkracht, toen zijn halfbroer Hugo Föller aan de politie vertelde dat ook hij in het appartement nooit onbekenden heeft gezien. De halfbroer van Siegfried Nonne had een tijdlang met zijn vrouw in het appartement gewoond en verhuisde pas twee maanden na de aanslag op de bankpresident naar elders. Als er in die periode RAF-terroristen in de woning hadden gebivakkeerd, dan had Hugo Föller dat ongetwijfeld opgemerkt. Op het moment dat Hugo Föller door de politie werd ondervraagd, was hij ernstig ziek en hij overleed een aantal dagen later aan een longontsteking. De recherche kon hem dus niet nogmaals ondervragen. Ook de vrouw van Hugo Föller kon niet meer worden ondervraagd, omdat ook zij enige tijd later stierf aan de gevolgen van kanker.
Vriendschappelijke contacten met de familie Herrhausen
Tijdens het onderzoek kwamen er signalen dat de moeder van Siegfried Nonne en Hugo Föller in het verleden vriendschappelijke contacten zou hebben gehad met de familie Herrhausen. Dit verhaal werd echter door de veiligheidsdienst van de Deutsche Bank ontkend. De moeder van de halfbroers kon echter niet meer door de politie worden ondervraagd, omdat ook zij kort daarna overleed.
Informant
Het onderzoek kreeg een nieuwe wending toen Siegfried Nonne zijn verklaring over het helpen van RAF-terroristen weer introk, tijdens een uitzending (in juli 1992) van het politiek georiënteerde tv-programma ‘Monitor’. Nonne beweerde dat hij door medewerkers van de inlichtingen- en veiligheidsdienst in Hessen was gedwongen om een valse verklaring af te leggen. Daarbij zou hij zelfs met de dood zijn bedreigd. Siegfried Nonne zou tussen 1982 en 1986 een informant zijn geweest van de geheime dienst en hebben gespioneerd in de extreemlinkse scene in Frankfurt. Aan de samenwerking tussen Nonne en de geheime dienst zou in 1986 een einde zijn gekomen, omdat hij door zijn verslaving niet meer betrouwbaar was als informant.
Verslavingsproblematiek
Een paar dagen na zijn verklaringen in het tv-programma Monitor, werd het verhaal van Nonne bevestigd door een rechercheur van de politie. Deze politieman presenteerde een aantal documenten, waaruit bleek dat medewerkers van de geheime dienst destijds op eigen initiatief, contact met Siegfried Nonne hadden gezocht. Uit de documenten kwam ook naar voren dat Nonne kampte met verslavingsproblematiek en meerdere psychiatrische behandelingen had ondergaan.
Arrestatiebevel tegen Andrea Klump blijft van kracht
De Duitse autoriteiten hadden de opdracht gegeven om een aantal deskundigenrapporten op te stellen, om de geloofwaardigheid van Siegfried Nonne’s laatste verklaringen te toetsen. De deskundigen oordeelden dat zijn laatste verklaringen waarschijnlijk juist waren. Hierdoor ontstond grote twijfel bij het Openbaar Ministerie of nu zijn eerste verklaringen als geloofwaardig moest worden aangemerkt, of zijn herroeping van de verklaringen in het tv-programma Monitor.
Klump en Seidler blijven verdachten
Justitie besloot uiteindelijk om de eerste verklaringen van Nonne als geloofwaardig aan te merken. De herroeping van de verklaringen werd van tafel geveegd. Daardoor bleven Andrea Klump en Christoph Seidler verdachten in de zaak herrhausen en bleven hun arrestatiebevelen van kracht. Een tijdje later kwam Siegfried Nonne óók terug op zijn tweede verklaring, omdat hij naar eigen zeggen weer zou zijn bedreigd. Dit keer niet door medewerkers van de geheime dienst, maar door journalisten van het tv-programma Monitor.
Geen sluitend bewijs
In 1994 werd het politieonderzoek naar de medeplichtigheid van Siegfried Nonne aan de bomaanslag op Alfred Herrhausen – op basis van een kroongetuigenregeling – afgesloten. Desondanks bleven veel mensen twijfelen over de geloofwaardigheid van Nonne. Ze vonden dat zijn verklaringen veel te onsamenhangend waren en geen uitsluitsel gaven, over de werkelijke daders van de aanslag. Procureur-generaal Alexander von Stahl bleef vasthouden aan de eerste verklaringen van Nonne. De springstofsporen in Nonne’s kelder, waren volgens hem ‘objectief’ bewijs van zijn eerdere verklaringen.
Twee afzonderlijke componenten
Echter, waren de in de kelder ontdekte springstofsporen in feite twee afzonderlijke componenten, van de explosieve stoffen die bij de aanval op Herrhausen waren gebruikt. De forensisch onderzoekers hadden in de kelder van Siegfried Nonne onder meer de stoffen 2,4-dinitrotolueen, 2,4-dinitro-ethylbenzeen en sporen van nitroglycerine aangetroffen. Deze stoffen kon samen wel een explosief vormen, maar het was andere springstof dan de 2,4,6-trinitrotolueen die bij de aanslag op Alfred Herrhausen was gebruikt. De minieme hoeveelheid springstofsporen die in de kelder was gevonden, vormden dan ook geen sluitend bewijs.
Christoph Seidler meldt zich bij de politie
Halverwege de jaren 90 hadden de Duitse autoriteiten een drop-out-programma opgezet, voor terroristen die de RAF wilde verlaten. In 1996 meldde de verdachte Christoph Seidler zich bij de politie. Hij had een alibi voor het moment van de aanslag op Herrhausen. Daarop werd het arrestatiebevel tegen hem vernietigd. Dit tot onvrede van procureur-generaal Alexander von Stahl, die vervolgens een klacht indiende tegen deze beslissing. De klacht van Von Stahl werd echter in 1997 afgewezen, met een verwijzing naar de onbetrouwbaarheid van kroongetuige Siegfried Nonne.
Seidler wordt vrijgelaten
Tevens werd Christoph Seidler vrijgesproken van de beschuldiging van lidmaatschap van een terroristische organisatie, omdat ook deze puur was gebaseerd op de verklaringen van Siegfried Nonne. Daarop werd Seidler vrijgelaten. Van Andrea Klump ontbrak op dat moment nog steeds ieder spoor. Wie de werkelijke daders waren van de aanslag op Alfred Herrhausen is nooit opgehelderd. Na haar arrestatie in 1999 in Wenen werd Klump beschuldigd van lidmaatschap van een terroristische organisatie. Er was echter onvoldoende sluitend bewijs om haar daarvoor ook daadwerkelijk te veroordelen en de beschuldiging werd ingetrokken.
Eerste veroordeling
In 2001 werd Andrea Klump veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar, voor een mislukte bomaanslag in 1988 op een discotheek in de Spaanse toeristenplaats Rota. De discotheek was als doelwit uitgekozen omdat deze veel door Amerikaanse militairen werd bezocht. De aanslag mislukte echter omdat er een probleem was met het ontstekingsmechanisme. Tijdens het politieonderzoek werden er vingerafdrukken gevonden van Andrea Klump op de gestolen rode motorfiets, waaraan de bom was vastgemaakt. Na de mislukte aanval zou Klump een Brits echtpaar hebben gegijzeld en hen hebben gedwongen haar naar Sevilla te rijden.
Palestijnse terreurgroep
Andrea Klump heeft toegegeven dat ze bij de mislukte bomaanslag in Spanje betrokken was, maar volgens haar was het nooit de bedoeling geweest om daadwerkelijk slachtoffers te maken. Ze ontkende ten stelligste dat ze ooit lid is geweest van de Rote Armee Fraktion. Klump beweerde dat de bomaanslag in Rota was gepland door een Palestijnse terreurgroep. Het Duitse OM was ervan overtuigd dat Klumps partner – de in Wenen omgekomen Horst Ludwig Meyer – ook bij de mislukte aanslag in Rota betrokken was.
Tweede veroordeling
Andrea Klump heeft ook verklaard dat haar partner Horst Ludwig Meyer op 23 december 1991 betrokken was bij de aanslag op een bus, met 31 Joodse emigranten in de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Samen met een aantal andere terroristen had Meyer volgens haar een voertuig langs de kant van de weg gezet, met daarin explosieven die op afstand konden worden gedetoneerd. Toen de bus passeerde werd de ontploffing in gang gezet. Door een ontwerpfout in het explosief werd niet het verwachte effect bereikt. De twee inzittende van een politieauto – die voor de bus uit reed – raakten zwaargewond. Vier Joodse emigranten in de bus liepen slechts lichte verwondingen op.
12 jaar gevangenistraf
Klump zou haar partner bij de voorbereidingen van de aanslag hebben geholpen. Zo zou ze het appartement in Boedapest hebben gehuurd, waarin Horst Ludwig Meyer zich schuilhield. Tijdens het politieonderzoek werden ook daadwerkelijk DNA-sporen aangetroffen, die aan Andrea Klump konden worden toegewezen. Op 28 september 2004 werd Klump door de hogere regionale rechtbank in Stuttgart veroordeeld tot een totale gevangenisstraf van 12 jaar, wegens medeplichtigheid aan 32 keer poging tot moord.
Lees ook:
Een volledig overzicht van RAF-terroristen