Margrit Schiller (1948)

Margrit Schiller is een voormalig lid van de links-extremistische terreurgroep Rote Armee Fraktion (RAF). Ze behoorde tot de zogenaamde tweede generatie RAF-leden. Tijdens haar RAF-periode had ze vooral een ondersteunende taak, bij de voorbereiding van terreurdaden in de Bondsrepubliek Duitsland. In 1972 werd ze gearresteerd en veroordeeld voor onder meer valsheid in geschrifte en verboden wapenbezit. Na meer dan 6 jaar in de gevangenis te hebben doorgebracht, kwam ze in 1979 op vrije voeten. Schiller wordt door terrorisme-experts niet gezien als een echt hardliner die voorop ging in de revolutionaire strijd van de RAF, maar meer als een meeloper.

Jeugd

Geïnspireerd door de SDS

Lidmaatschap van het Socialistisch Patiëntencollectief

Aansluiting bij de RAF

Dood van Norbert Schmid

Eerste arrestatie en veroordeling

Tweede arrestatie en veroordeling

Emigratie naar Cuba

Verhuizing naar Uruguay en terugkeer naar Duitsland

Biografie

Cubaans communistisch systeem

Ballingschap, ballingschap en verbanning

 

Jeugd

Margrit Schiller werd in 1948 geboren in Bonn (Noordrijn-Westfalen). Ze groeide op als oudste kind van een militair, die actief was voor de contraspionagedienst van de Duitse krijgsmacht. Haar moeder was lerares en als gemeenteraadslid in Bonn politiek actief voor het CDU. Margrit Schiller zou later verklaren dat ze haar jeugd als eenzaam had ervaren. Die eenzaamheid zou naar eigen zeggen zijn oorsprong hebben gehad in de kapitalistische sociale orde, van het naoorlogse West-Duitsland. Ze wilde nooit zo leven zoals haar ouders, die volgens haar een kleinburgerlijk en beklemmend bestaan hadden. Toen Schiller iets ouder was zocht ze haar vriendinnen op en besprak ze met hen het existentialisme, van de Franse filosoof en schrijver Jean-Paul Sartre. Ze ging uit in dancings en genoot van de muziek van The Animals, Janis Joplin en The Rolling Stones. Toch bleef de eenzaamheid aan Schiller knagen.

 

Geïnspireerd door de SDS

Eind jaren 60 raakte Margrit Schiller getriggerd door bepaalde ontwikkelingen binnen de studentenbeweging. Zo was er in 1968 een moordaanslag op de charismatische Duitse studentenleider en antiautoritair marxist Rudi Dutschke en waren er heftige protesten tegen de Vietnamoorlog. Dutschke stond vooral bekend om zijn vurige toespraken, over de nutteloosheid van het parlementaire systeem in de Bondsrepubliek. De aanslag op zijn leven zorgde voor een schokgolf binnen de studentenbeweging en daarbuiten. Veel socialistische jongeren radicaliseerden na de aanslag op Rudi Dutschke nog verder en kozen uiteindelijk voor de gewapende revolutionaire strijd. Hieronder waren Andreas Baader en Gudrun Ensslin, maar ook de journaliste Ulrike Meinhof en de advocaat Horst Mahler, die in 1970 de Rote Armee Fraktion zouden oprichten.

 

Lidmaatschap van het Socialistisch Patiëntencollectief

Toen Schiller 22 jaar oud was ging ze psychologie studeren en werd ze lid van het Socialistisch Patiëntencollectief (SPK). Het concept van het SPK stond in het teken van de revolutionaire antipsychiatrie. Het was een radicale groepering die van mening was dat veel psychische aandoeningen, een direct gevolg waren van de kapitalistische consumptiemaatschappij. Ze kwam met dit omstreden collectief in aanraking, omdat ze op zoek was naar meer zingeving in haar leven en iets wilde betekenen voor gemarginaliseerde mensen, aan de onderkant van de samenleving. Kort na haar aansluiting bij het SPK vond ze een project in Heidelberg dat zich specifiek richtte op hulp aan drugsverslaafden.

Rebelleren tegen de klassieke psychiatrie

Leden van het Socialistisch Patiëntencollectief rebelleerden tegen de traditionele geneeskunde en de klassieke psychiatrie. Ze vonden dat er werd geprobeerd om mensen met een psychiatrisch ziektebeeld weer ‘fit’ te maken, voor de in hun opvatting ‘ernstig zieke samenleving’. De leden van het SPK vonden dat eerst de samenleving moest worden ‘hersteld’, voordat genezing van psychiatrische patiënten daadwerkelijk mogelijk was. Het omstreden SPK had als motto: ‘Verander ziekte in een wapen!’, en verzette zich tegen de macht van doktoren. Het SPK beschouwde artsen als de heersende klasse van het kapitalistische systeem. De medische wereld had dan ook veel kritiek op de radicale denkbeelden van SPK-aanhangers. Nadat het SPK in de zomer van 1971 was ontbonden, stapten veel aanhangers over naar de RAF. Zo ook Margrit Schiller.

 

Aansluiting bij de RAF

Pas nadat ze de RAF-kopstukken Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Ulrike Meinhof had ontmoet, raakte Margrit Schiller ervan overtuigd dat er haar hele leven tegen haar gelogen was. Ze verbrandde al haar foto’s, aandenkens en brieven en besloot om alle schepen achter zich te verbranden. Schiller wilde zich volledig gaan wijden aan de marxistische revolutionaire strijd. Ze vertelde haar huisbaas dat ze een ernstig ongeluk had gehad en verliet haar appartement. Vervolgens voegde ze zich bij de RAF-leden die inmiddels ondergronds waren gegaan. Enkele maanden nadat ze zich had aangesloten bij de zogenaamde ‘illegalen’, werd ze samen met RAF-kameraad Holger Meins tijdens een politiecontrole staande gehouden, in de buurt van Freiburg im Breisgau (Baden-Württemberg). Meins haalde een wapen tevoorschijn en vuurde een aantal kogels af, waardoor het tweetal kon ontsnappen. Twee politieagenten raakten gewond. Een van hen was er ernstig aan toe.

 

Dood van Norbert Schmid

Niet lang daarna raakte Margrit Schiller weer betrokken bij een schietpartij. Ditmaal in de omgeving van Hamburg. Ook de RAF-leden Irmgard Möller en Gerhard Müller waren hierbij aanwezig. In de vroege ochtend van 22 oktober 1971 werd Margrit Schiller bij een winkelcentrum herkend door de politieagenten Norbert schmid en Heinz Lemke. Op dat moment was er al een klopjacht gaande op de RAF-terroristen en de dienders hadden haar waarschijnlijk op gezocht-posters gezien. Margrit Schiller ontweek de controle en zag kans om weg te vluchten. De politiemannen zetten vervolgens de achtervolging in. Müller en Möller werden niet herkend door de agenten en trokken hun vuurwapens. In de kogelregen die hierop volgde werd de 33-jarige Norbert Schmid dodelijk geraakt. Zijn collega Lemke raakte gewond door een kogel in zijn voet.

 

Eerste arrestatie en veroordeling

Vervolgens zagen ook Gerhard Müller en Irmgard Möller kans om te ontsnappen. Zij zouden pas in de zomer van 1972 worden opgepakt. Margrit Schiller kon later op de dag alsnog worden ingerekend. Uit onderzoek bleek dat het fatale schot door Gerhard Müller was gelost. Margrit Schiller werd later vrijgesproken van de beschuldiging van de moord op Norbert Schmid. Wel werd ze veroordeeld voor ondersteuning van een criminele organisatie, verboden wapenbezit en vervalsing van identiteitsdocumenten. Nadat Schiller in 1973 uit de penitentiaire inrichting werd vrijgelaten, sloot ze zich opnieuw aan bij haar ondergrondse RAF-kameraden.

 

Tweede arrestatie en veroordeling

Op 4 februari 1974 werd Margrit Schiller wederom gearresteerd en later nogmaals veroordeeld voor lidmaatschap van een criminele organisatie, valsheid in geschrifte en verboden wapenbezit. Dit keer zou ze ruim 6 jaar in gevangenschap doorbrengen. Tijdens haar gevangenschap werd Schiller meermaals van de andere gevangenen geïsoleerd, door middel van eenzame opsluiting. Ze nam deel aan verschillende hongerstakingen om te protesteren tegen de inhumane omstandigheden, waaraan RAF-terroristen binnen de gevangenismuren werden blootgesteld. Na haar vrijlating in 1979 vertrok Margrit Schiller uit de Bondsrepubliek en begon ze in het buitenland een nieuw leven. Schiller werd zeker niet gezien als een echte revolutionaire strijder, maar meer als een meeloper die altijd werd gedreven en gecontroleerd door anderen. Tijdens haar lidmaatschap van de Rote Armee Fraktion heeft Schiller voor zover bekend nooit zelf iemand vermoord of zelfs maar geschoten met een vuurwapen.

 

Emigratie naar Cuba

In 1985 emigreerde Margrit Schiller naar Cuba, waar ze trouwde met een Cubaanse muzikant. Samen met hem kreeg ze twee kinderen. In de periode dat ze in Cuba woonde verkeerde het communistische land in een langdurige economische crisis. Dat kwam voornamelijk door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie, waardoor de belangrijkste handelspartner wegviel. De Cubaanse bevolking werd gedwongen om te leven zonder veel goederen en diensten, die sinds het begin van de 20ste eeuw wel altijd beschikbaar waren geweest. Cuba balanceerde een aantal jaren op de rand van de afgrond. Pas aan het eind van de jaren 90 verbeterde de situatie in het land, doordat Hugo Chávez van Venezuela naar voren kwam als Cuba’s belangrijkste handelspartner.

 

Verhuizing naar Uruguay en terugkeer naar Duitsland

In 1993 – toen de situatie in Cuba het ernstigs was – verhuisde Margrit Schiller samen met haar gezin naar Montevideo, de hoofdstad van Uruguay. Dit land werd op dat moment geregeerd door een militaire dictatuur. In Montevideo ging Schiller Duitse les geven. Later raakte ze betrokken bij politieke projecten, in samenwerking met oud-leden van de voormalige gewapende ondergrondse stadsguerrillabeweging Tupamaros. Bij de vorming van de RAF begin jaren 70 hadden Andreas Baader, Gudrun Ensslin, Horst Mahler en Ulrike Meinhof deze Uruguayaanse terreurorganisatie als voorbeeld genomen, voor hun eigen gewapende strijd in de Bondsrepubliek. Tien jaar later in 2003 (toen ook Uruguay werd getroffen door een economische crisis) keerde Schiller samen met haar familie terug naar het inmiddels herenigde Duitsland.

 

Biografie

Margrit Schiller ging in Berlijn wonen en werkte in de jaren daarna aan meerdere autobiografische boeken. In 2000 publiceerde ze haar levensverhaal: ‘Het was een harde strijd voor mijn geheugen’. Voormalige leden van de RAF geven zelden informatie over hun leven, vooral niet wanneer ze definitief hebben gebroken met hun verleden en de revolutionaire strijd de rug hebben toegekeerd. Dit boek is dan ook een zeldzame getuigenis van een onschuldige, eenzame, jonge vrouw, die zich op een bepaald moment aansluit bij een keiharde, nietsontziende terroristische organisatie. Margrit Schiller reflecteert kritisch en met een bijna pijnlijke oprechtheid, op hoe ze de jaren van 1971 tot 1979 heeft ervaren. Ze beschrijft de eenzame opsluiting in de gevangenis, de hongerstakingen om te protesteren tegen het gevangenisregime en de genadeloze hardheid van de West-Duitse autoriteiten, tegen de leden van de Rote Armee Fraktion.

 

Cubaans communistisch systeem

In 2011 publiceerde Margrit Schiller het boek ‘Zo zie je er helemaal niet uit! Een autobiografisch verhaal over ballingschap in Cuba en Uruguay’. Daarin beschrijft ze tot in detail hoe ze de zelfverkozen ballingschap in Cuba heeft ervaren. Ze weerspiegelt de moeilijke omstandigheden waarin ze moest leven, door de langdurige economische malaise in het land. Zeker de eerste periode na haar emigratie vanuit de Bondsrepubliek was schrijnend. Ze sprak geen Spaans, ze had geen werk en was volledig overgeleverd aan de Cubaanse autoriteiten. Het boek geeft een weergave van de huiveringwekkende eigenaardigheden van het Cubaanse communistische systeem, de bureaucratie en de hiërarchische beslissingen die er genomen worden.

Cubaans racisme

Tevens gaat Margrit Schiller in op het bijzondere Cubaanse racisme, dat sinds de Cubaanse Revolutie ‘officieel’ niet meer bestond, maar in de dagelijkse praktijk op een subtiele manier nog overal aanwezig was op het Caraïbische eiland. Maar ook in Uruguay stuitte ze op vooroordelen en bekrompenheid, zelfs onder politieke activisten.

 

Ballingschap, ballingschap en verbanning

In 2015 publiceerde Margrit Schiller haar autobiografie ‘Ballingschap, ballingschap en verbanning’, een intiem en hartverscheurend relaas over haar jaren in Cuba en Uruguay. In dit boek vertelt ze over de onmogelijkheid om terug te keren naar haar thuisland en de constante angst om opnieuw gearresteerd te worden. Daarnaast beschrijft ze wat het leven in ballingschap en de ontworteling met haar gedaan hebben. In een interview werd Margrit Schiller gevraagd of ze na al die jaren inmiddels vrede had gesloten met de Duitse staat. Daarop antwoordde ze dat, omdat ze nooit openlijk afstand had genomen van de ideologie van de RAF, ze nooit door de Duitse autoriteiten volledig met rust zou worden gelaten. Voor de rest van haar leven zou ze in meer of mindere mate onder toezicht staan.

Geen gewapende strijd meer

Toen aan Margrit Schiller gevraagd werd of ze zich heden ten dage weer zou aansluiten bij een vergelijkbare revolutie, gaf ze een helder antwoord. Natuurlijk zou ze het pistool niet meer oppakken en zich bij de gewapende revolutionaire strijd voegen, maar volgens Schiller was het systeem vandaag de dag nog veel erger dan toen. Er is nog steeds kapitalisme, imperialisme en de kansenongelijkheid is nog steeds enorm. Ondanks de technologische ontwikkelingen en de toegang tot globale diensten, vallen er nog steeds veel te veel mensen buiten de boot. De RAF beweerde een antwoord te hebben op deze problematiek, maar of dat nu ook daadwerkelijk zo was? De terreurorganisatie had volgens Margrit Schiller in ieder geval een deel van de weg naar een oplossing in gedachten.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑