Willy Peter Stoll (1950 – 1978)

Willy Peter Stoll was een terrorist van de terreurgroep Rote Armee Fraktion (RAF). Hij behoorde tot de zogenaamde tweede generatie RAF-leden. Stoll was onder meer betrokken bij de ontvoering van de West-Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer in de herfst van 1977. In september 1978 werd Stoll in Düsseldorf door de politie doodgeschoten.

Jeugd

Woongemeenschap Birkendörfle

Contact met Klaus Croissant

Aansluiting bij de RAF

Schleyer-ontvoering

Willy Peter Stoll wordt gedood door politiekogels

Begrafenis

 

Jeugd

Willy Peter Stoll werd op 12 juni 1950 geboren in Stuttgart. Hij groeide op in een familie van ambachtslieden. Zijn ouders hadden een kuiperij, een ciderfabriek en een herberg. Zijn zus zou hem later omschrijven als een ‘zeer gevoelige jongen’. Stoll doorliep een gedeelte van zijn middelbareschooltijd aan het Vaihinger Hegel-Gymnasium in Stuttgart. In de achtste klas werd hij echter van school afgestuurd, wegens een gebrek aan discipline. Hij vervolgde zijn opleiding aan een particuliere bedrijfsschool. In 1969 studeerde Willy-Peter Stoll af als belastingassistent en kreeg hij een baan op een kantoor in Möhringen.

Pacifist

Toen Willy Peter Stoll werd opgeroepen voor de militaire dienstplicht in het West-Duitse leger, weigerde hij om zich hiervoor te melden. Hij was een pacifist en niet van plan om deel te nemen aan militaire activiteiten. Stoll werd echter opgepakt en door politieagenten naar de kazerne gebracht, waar hij als straf dagenlang de vloeren moest schrobben. Later werd Stoll officieel erkend als gewetensbezwaarde.

 

Woongemeenschap Birkendörfle

In het begin van de jaren 70 verhuisde Willy Peter Stoll met zijn vrouw en hun dochtertje, naar een woongemeenschap in een pand in de Stuttgartse wijk Birkendörfle. Binnen deze woongemeenschap woonden verschillende RAF-terroristen, zoals onder meer Volker en Angelika Speitel (die met elkaar getrouwd waren). In deze periode werd Stoll actief voor de Rote Hilfe, een organisatie die zich richtte op de ondersteuning van linkse activisten, die vanwege hun politieke activiteiten in conflict waren gekomen met de West-Duitse justitie. Willy Peter Stoll voerde campagne voor betere omstandigheden voor RAF-leden die vastzaten in de zwaarbewaakte vleugel van de Stammheim-gevangenis. De gedetineerde terroristen zouden niet alleen slecht en inhumaan worden behandeld, maar ook volledig worden geïsoleerd van andere gevangenen.

 

Contact met Klaus Croissant

Tijdens het voeren van campagne voor de gevangen RAF-leden kwam Willy Peter Stoll in contact met de advocaat Klaus Croissant, die Andreas Baader verdedigde tijdens het Stammheim-proces. Niet lang daarna ging Stoll zelfs werken op het advocatenkantoor van Croissant en ging hij steeds meer met de Rote Armee Fraktion sympathiseren. Op 30 oktober 1974 nam Stoll (net zoals verschillende andere latere RAF-terroristen) deel aan de bezetting van het kantoor van Amnesty International in Hamburg. Deze bezettingsactie vond plaats uit protest tegen de detentieomstandigheden van de RAF-top.

 

Aansluiting bij de RAF

De gewetensbezwaarde Willy Peter Stoll transformeerde langzaam maar zeker tot een RAF-krijger, die zich schaarde achter de gewapende revolutionaire strijd. Hij werd steeds radicaler en pleegde in datzelfde jaar een mislukte aanslag met een molotovcocktail, op het Stuttgarter Ärtzekammer-Haus (een medische vereniging in Stuttgart). Uit angst dat de brandbare fles in zijn hand zou ontploffen, gooide hij de molotovcocktail te vroeg weg. De fles kwam tegen de muur van het gebouw aan, zonder verder enige schade aan te richten. Eind 1976 verliet Stoll zijn gezin en ging hij ondergronds bij de RAF.

 

Schleyer-ontvoering

Nadat Willy Peter Stoll zich had aangesloten bij de ondergrondse RAF-leden, nam hij deel aan de voorbereidingen voor de ontvoering van de West-Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer. Zo zou hij op 1 juli 1977 samen met RAF-terrorist Knut Folkerts betrokken zijn geweest, bij de overval op een wapenwinkel in Frankfurt am Main. Bij deze overval werden zeker vijftien revolvers en drie pistolen buitgemaakt. Uit verklaringen van RAF-lid Peter-Jürgen Boock en andere RAF-leden, zou later blijken dat Stoll zeer nauw betrokken is geweest bij de ontvoering en uiteindelijke moord op Schleyer. Bij deze ontvoering werden ook de chauffeur van de werkgeversvoorzitter en drie van zijn lijfwachten doodgeschoten. Echter, is nooit officieel bewezen dat Willy Peter Stoll ook daadwerkelijk medeverantwoordelijk was voor de moord op Hanns-Martin Schleyer.

 

Willy Peter Stoll wordt gedood door politiekogels

Op 6 september 1978 – een jaar nadat de Schleyer-ontvoering had plaatsgevonden – bracht Willy Peter Stoll een bezoek aan een Chinees restaurant in Düsseldorf. Daar werd hij herkend door andere restaurantgasten, die hem op gezocht-posters van de politie hadden gezien. Vervolgens werd de politie ingelicht. Op het moment dat de rechercheurs (die in burger waren gekleed) Stoll wilden controleren, trok hij een pistool en ontstond er een vuurgevecht. Willy Peter Stoll werd getroffen door vier politiekogels en raakte zeer ernstig gewond. Vervolgens werd hij naar het ziekenhuis gebracht, maar de 28-jarige Stoll stierf nog voordat hij daar aankwam.

Suicide by cop

De Duitse autoriteiten hebben aanwijzingen dat Willy Peter Stoll door zijn betrokkenheid bij de ontvoering van Hanns-Martin Schleyer en de daaropvolgende gebeurtenissen – zoals de kaping van Lufthansa-vlucht 181 – in psychisch opzicht was veranderd. RAF-terrorist Peter-Jürgen Boock zou later verklaren dat Stoll de situatie in het Chinese restaurant doelbewust had uitgelokt en wilde sterven door middel van ‘suicide by cop.

 

Begrafenis

Na zijn overlijden werd het lichaam van Willy Peter Stoll overgebracht van Düsseldorf naar zijn geboorteplaats Stuttgart. Voor zijn dood had Stoll aan zijn echtgenote kenbaar gemaakt, dat als hij zou sterven, hij begraven wilde worden op de grote Dornhaldenfriedhof in de Stuttgartse wijk Degerloch. Op deze begraafplaats waren een jaar eerder namelijk ook de RAF-leiders Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Jan-Carl Raspe begraven. Deze RAF-kopstukken hadden in de Stammheim-gevangenis in dezelfde nacht een einde aan hun leven gemaakt, nadat de vliegtuigkaping van vlucht 181 in Mogadishu was beëindigd door een Duitse antiterreureenheid. Er werd gevreesd voor een massale toeloop tijdens de uitvaart van Willy Peter Stoll . Niet alleen zouden er veel journalisten op afkomen, maar men was ook bang voor een massale toestroom van RAF-sympathisanten.

Verzoek van de burgemeester

Daarom vroeg de Stuttgartse burgemeester Manfred Rommel de nabestaanden van Stoll om hem stilletjes te begraven op de oude begraafplaats in Vaihingen, een deelgemeente even ten zuidwesten van Stuttgart. De familie voldeed aan het verzoek van de burgervader. Het lukte echter niet om Willy Peter Stoll in stilte te begraven, want door achteloosheid van de begrafenisondernemer, lekte de locatie van de teraardebestelling (die op 9 september 1978 plaatsvond) toch uit. Tal van omstanders en vertegenwoordigers van de pers waren bij de begrafenis in Vaihingen aanwezig.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑