Ronald Augustin (1949)

Ronald Augustin is een voormalige Nederlandse terrorist van de Rote Armee Fraktion (RAF). Hij behoorde tot de zogenaamde eerste generatie RAF-leden. Tijdens zijn lidmaatschap ondersteunde hij de RAF voornamelijk met logistieke processen, zoals wapensmokkel en het vervalsen van identiteitsdocumenten. In 1973 werd Augustin gearresteerd in de internationale trein van Utrecht naar Hamburg. In 1975 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7,5 jaar. Daarnaast kreeg hij 6 maanden extra celstraf opgelegd, omdat hij weigerde tegen zijn RAF-kameraden te getuigen. In 1980 werd Ronald Augustin vrijgelaten.

Grafisch ontwerper

Vervalsing van paspoorten

Solidariteit met de Vietcong

Arrestatie van de RAF-top

Arrestatie van Augustin

Hongerstaking

Veroordeling

Geen spijt

 

Grafisch ontwerper

Ronald Augustin werd op 20 november 1949 geboren in Amsterdam en groeide op in een Nederlands-Duitse familie. Na zijn middelbare schoolperiode liep hij een tijdje stage als grafisch ontwerper. In zijn jeugd werd hij politiek actief en nam hij deel aan protesten tegen de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Vietnam. Vanaf 1967 ging hij aan de slag op de redactie van verschillende alternatieve tijdschriften, in zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk. In 1969 verhuisde hij van Londen naar West-Berlijn. Daar kwam hij in 1971 in contact met leden van de RAF. Al snel sloot hij zich bij de terreurorganisatie aan. In deze periode raakte hij bevriend met Andreas Baader en Gudrun Ensslin.

 

Vervalsing van paspoorten

De activiteiten van Augustin bestonden vooral uit het vervalsen van identiteitsdocumenten. Zijn kennis als graficus kwam daarbij goed van pas. Ook hield hij zich bezig met logistieke processen. Zo regelde hij bijvoorbeeld de voertuigen die konden worden gebruikt bij terreuraanslagen. Ook discussieerde Augustin mee over het plegen van aanslagen. Het provoceren van de staat en de West-Duitse maatschappij stond daarbij centraal. In de gewapende strijd van de RAF waren vooral de Amerikanen de vijand. Na een reeks zware aanslagen op Amerikaanse doelwitten en de uitgeverij van Axel Springer in 1972, werden Andreas Baader, Gudrun Ensslin, Holger Meins, Jan-Carl Raspe en Ulrike Meinhof, de meest gezochte mensen van West-Duitsland.

 

Solidariteit met de Vietcong

De aanslagen op de Amerikaanse kazerne in Frankfurt am Main en de aanslag op het Europese hoofdkwartier van het Amerikaanse leger in Heidelberg, moesten vooral worden gezien als solidariteitsacties met de Vietcong. Bij deze aanslagen vielen vier doden en tientallen gewonden. Een van de dodelijke slachtoffers van de aanslag in Frankfurt was kolonel Paul Bloomquist, een Amerikaanse piloot en Vietnamveteraan die in de Bondsrepubliek was gestationeerd.

 

Arrestatie van de RAF-top

Drie weken na de aanslagen (op 1 juni 1972) werden een aantal kopstukken van de RAF gearresteerd. Onder hen waren Andreas Baader, Holger Meins en Jan-Carl Raspe. Een aantal dagen later volgde de arrestatie van Gudrun Ensslin (op 7 juni 1972) en de arrestatie van Ulrike Meinhof (op 15 juni 1972). Na deze arrestaties zat de hele RAF-top achter slot en grendel. De Duitse autoriteiten gingen er dan ook van uit dat de terreurorganisatie vleugellam was gemaakt. Ze dachten dat ze het onderzoek konden afsluiten en de strafzaken konden voorbereiden. Niets bleek minder waar. De gevangen RAF-leden zetten hun strijd voort vanuit hun cel en buiten de gevangenismuren werden nieuwe terroristen gerekruteerd.

 

Arrestatie van Augustin

Op 24 juli 1973 werd ook Roland Augustin gearresteerd terwijl hij in de trein zat van Utrecht naar Hamburg. Hij viel op omdat hij een internationale reis maakte en geen koffer bij zich had, maar alleen een heel klein handtasje. In plaats van dat Augustin zijn vuurwapen in zijn gordel hield, had hij het pistool verstopt in het tasje. Tijdens een controle werd Augustin verzocht om het tasje te openen. Op dat moment had hij het vuurwapen kunnen trekken en de controleurs kunnen neerschieten. Echter, besloot hij om zich over te geven, omdat hij in een coupe zat met twee onschuldige meisjes die hij verder niet kende. Wanneer hij in de paniek toch zou hebben geschoten, dan waren er waarschijnlijk slachtoffers gevallen.

 

Hongerstaking

Ronald Augustin werd overgebracht naar de gevangenis in Hannover en in voorarrest geplaatst. Later werd hij overgebracht naar een zwaarbewaakt detentiecentrum tussen Hannover en Osnabrück. In de gevangenis deed hij samen met een aantal andere RAF-leden mee aan hongerstakingen, om een beter gevangenisregime af te dwingen. In reactie op de weigering om te eten, kregen Augustin en de andere terroristen dwangvoeding toegediend. Ondanks deze dwangvoeding kwam RAF-gevangene Holger Meins op 9 november 1974 door uithongering om het leven. Op het moment van zijn overlijden woog de 1,86 lange Meins minder dan 40 kg.

 

Veroordeling

De strafzaak tegen Augustin werd gezien als proef voor het grote proces tegen Andreas Baader en de andere leiders van de RAF. Tijdens zijn proces werd hij bijgestaan door de Nederlandse strafrechtadvocaat Pieter Herman Bakker Schut. Ronald Augustin werd op 24 april 1975 door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven en een half jaar vanwege lidmaatschap van een criminele organisatie, het vervalsen van ID-documenten en misdrijven tegen de wapenwet. Daarnaast werd Augustin veroordeeld tot zes maanden cel omdat hij had geweigerd te getuigen in het proces tegen Irmgard Möller en Bernhard Braun. Beiden hadden een belangrijke rol gespeeld bij de bomaanslag op het Amerikaanse hoofdkwartier in Heidelberg. In 1980 kwam Ronald Augustin weer op vrije voeten.

 

Geen spijt

Na zijn vrijlating ging Ronald Augustin werken als consultant. Jaren later vertelt hij in een interview met de makers van het programma ‘Andere Tijden’, dat hij zijn periode in de Duitse gevangenis niet beschouwt als verloren jaren. Naar eigen zeggen heeft hij tijdens zijn detentie de strijd voortgezet en zichzelf verder ontwikkeld. Augustin vindt dat de prijs die hij zelf heeft moeten betalen voor het lidmaatschap van de Rote Armee Fraktion nog relatief laag is, in vergelijking met andere RAF-leden die in gevangenschap – al dan niet door zelfdoding – om het leven kwamen. Augustin heeft geen spijt van zijn acties. Op de vraag of hij zich vandaag de dag weer bij eenzelfde soort terreurgroep zou aansluiten antwoordt Augustin:

‘Onder dezelfde politieke omstandigheden denk ik dat ik het precies zo zou doen, en misschien beter.’

Als hem wordt gevraagd wat hij bedoelt met ‘beter’, dan antwoordt hij:

‘Nou, ik zou me misschien niet zo snel hebben laten pakken.’

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑