Sigurd Debus (1942 – 1981)

Sigurd Debus was een vermeende terrorist van de terreurorganisatie Rote Armee Fration (RAF). In 1975 werd hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar. Tijdens zijn gevangenschap werd er een bomaanslag gepleegd op de penitentiaire inrichting in Celle (Nedersaksen), waar hij gevangenzat. In eerste instantie leek het erop dat de RAF een ontsnappingspoging op poten had gezet, om hun kameraad Debus te bevrijden. Later zou blijken dat deze gebeurtenis een operatie onder ‘valse vlag‘ betrof, uitgevoerd door de West-Duitse geheime dienst en de antiterreureenheid GSG 9. Nadat deze heimelijke operatie jaren later door een journalist werd onthuld, werd er een parlementaire onderzoekscommissie ingesteld om de ware toedracht te achterhalen. Sigurd Debus overleed in 1981 in de gevangenis aan de gevolgen van een hongerstaking.

KPD/ML en HAZ

Stadsguerrillagroep

Celler Loch

Aktion Feuerzauber

Berger en Loudil

Explosie

Politieonderzoek

Dellwo-document

Onthullingen Ulrich Neufert

Hongerstaking

Overlijden

 

KPD/ML en HAZ

Sigurd Debus (die voor een oliemaatschappij werkte) had al op jonge leeftijd communistische sympathieën. In 1969 werd hij lid van de pas opgerichte KPD/ML, een afsplitsing van de verboden Communistische Partij van Duitsland (KPD). Nog geen jaar later verliet hij de KPD/ML weer en raakte hij betrokken bij het HamburgerAktionsZentrum (HAZ). In het voorjaar van 1972 riep het HAZ zijn achterban op om de straat op te gaan en te protesteren tegen de oorlog in Vietnam. Aan deze oproep werd gehoor gegeven en demonstrerende jongeren verzamelden zich in de binnenstad van Hamburg.

Protest

Het protest in de binnenstad van Hamburg liep echter uit de hand en de betogers gooiden stenen tegen het gebouw van het ‘Hamburger Abendblatt’, dat werd uitgegeven door de conservatieve uitgeverij van Axel Springer. Sinds de moordaanslag op de socialistische studentenleider Rudi Dutschke in 1968, werd deze uitgeverij gezien als vijand van de linkse beweging in de Bondsrepubliek. Volgens veel socialistische jongeren hadden de Springer-kranten door hun eenzijdige berichtgeving over de socialistische studentenbeweging, het maatschappelijke klimaat gecreëerd waarin de moordaanslag op Dutschke kon plaatsvinden. Ook Sigurd Debus deed mee aan deze  en andere demonstraties.

 

Stadsguerrillagroep

In 1973 dook Sigurd Debus onder in de Hamburgse linkse terreurscene en was hij betrokken bij het opzetten van een stadsguerrillagroep. Hij nam deel aan verschillende bankovervallen en was betrokken bij een poging tot een bomaanslag op het gebouw van de Hamburgse Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en een bomaanslag op het gebouw van het ‘Haus der Industrie’ in Keulen. In februari 1974 werd hij bij een bankoverval in Hamburg gearresteerd. De West-Duitse politie vermoedde toen al dat Debus een eigen terroristische organisatie aan het oprichten was, die geheel onafhankelijk was van de Rote Armee Fraktion.

Eigen koers

Vandaag de dag gaat men ervan uit dat Sigurd Debus nooit betrokken is geweest bij de RAF of de 2 Juni-Beweging, maar dat hij een geheel eigen koers vaarde. Het denken en handelen van Debus werd bepaald door een fundamenteel besef: de omsingeling en nationalisatie van de onderdrukte klasse in de Bondsrepubliek zal alleen worden doorbroken, door de opmars en het initiatief van revolutionaire krachten samen en in een wereldwijde bevrijdingsstrijd. Debus leefde en vocht om zowel de politieke en praktische, als de theoretische voorwaarden en acties te creëren en te verdiepen.

 

Celler Loch

Op 30 mei 1975 werd Sigurd Debus door de rechtbank veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf. Vervolgens werd hij gevangengezet in de zwaarbewaakte penitentiaire inrichting van Celle in Nedersaksen. Op 25 juli 1978 ontplofte er een bom bij de buitenmuur van het gevangeniscomplex. Er vielen weliswaar geen doden of gewonden, maar de explosie veroorzaakte wel een gat van ongeveer 40 centimeter in de omheining. Deze gebeurtenis is bekend geworden als ‘Celler Loch’ oftewel ‘Het gat van Celle’. In eerste instantie leek het alsof deze aanslag gepleegd was door terroristen van de Rote Armee Fraktion, in een poging om Sigurd Debus te bevrijden. Acht jaar later – in 1986 – bleek dat de RAF nooit iets met de aanslag te maken had gehad, maar dat de West-Duitse geheime dienst en leden van de antiterreureenheid GSG 9 erachter zaten.

 

Aktion Feuerzauber

De aanslag in Celle was onderdeel van een operatie onder ‘valse vlag’, die bedoeld was om informanten van de geheime dienst binnen te smokkelen in de linkse terreurscene. Door de operatie – die werd uitgevoerd onder de naam ‘Aktion Feuerzauber’ – werden de bevolking en de West-Duitse rechthandshavingsdiensten, moedwillig misleid over de werkelijke daders van de bomaanslag. Toen dat in 1986 aan het licht kwam, werd er een parlementaire onderzoekscommissie ingesteld, om alle feiten boven tafel te krijgen.

Voorbereiding

Aktion Feuerzauber was naar alle waarschijnlijkheid ruim van tevoren voorbereid, want een half jaar voor de aanval hadden medewerkers van de geheime dienst een gestolen Mercedes Benz aangetroffen die aan de zaak kon worden gelinkt. In het voertuig lagen onder meer munitie en vervalste ID-documenten. Daarbij zat ook een vervalst paspoort met de foto van Sigurd Debus. Alle papieren en officiële zegels op de documenten, waren afkomstig van inbraken bij overheidsinstellingen. Begin 1978 was de auto in beslag genomen bij een politiecontrole in Salzgitter (Nedersaksen). De bestuurder van de wagen, was een informant van de geheime dienst. Hij ontsnapte destijds aan de politie en had de Mercedes achtergelaten.

 

Berger en Loudil

In de maanden voor de aanslag hadden medewerkers van de geheime dienst verschillende ontsnappingswerktuigen naar de cel van Sigurd Debus gesmokkeld. Zo zou het lijken alsof Debus zelf bij de voorbereidingen van de ontsnappingspoging betrokken was. De geheime dienst had twee zware criminelen gerekruteerd om deel te nemen aan de voorbereidingen van Aktion Feuerzauber. Deze twee mannen – Manfred Berger en Klaus-Dieter Loudil – hadden samen met Debus in Celle gevangengezeten.

Undercover

Berger en Loudil gingen undercover in de extreemlinkse scene, waar ze rondbazuinden dat ze bezig waren met de voorbereidingen van een ontsnappingspoging van Sigurd Debus. Binnen de links-radicale kringen moest iedereen denken dat zij voor de aanslag verantwoordelijk waren. Berger en Loudil zouden dan het vertrouwen winnen van de links-radicalen en vervolgens eenvoudig in de linkse terreurscene kunnen infiltreren.

 

Explosie

Aanvankelijk was het de bedoeling geweest om de bomaanslag op de gevangenis in Celle al in de nacht van 24 juli 1978 te laten plaatsvinden, maar de terreuractie moest op het laatste moment worden afgeblazen. Een verliefd koppeltje (dat net van de vlakbij gelegen kermis kwam gelopen) bevond zich exact in de gevarenzone. Als de bom zou ontploffen dan zouden zij dat waarschijnlijk niet overleven. Daarom werd de aanval uitgesteld tot de volgende nacht. Dit keer was er niemand in de buurt die enig risico liep en kon de aanslag doorgaan. Iets voor 3.00 ging het explosief af. De schade was gering en alleen in de buitenmuur van de gevangenis was een gat geslagen. Niemand van de gedetineerden kon ontsnappen.

 

Politieonderzoek

Tijdens het politieonderzoek ontdekte de rechercheurs een blauw-gele rubberboot in de rivier Aller, die achter de penitentiaire inrichting langs stroomde. Het bootje lag bij een pijler van een naburige spoorbrug. Even verderop werd wat gereedschap gevonden. Mogelijk werd het bootje en het gereedschap bewust achtergelaten om de politie te misleiden. De daders hadden ook een 450 meter lange kabel achtergelaten. Deze kabel liep vanaf het ontploffingspunt naar de parkeerplaats van een bedrijventerrein, waarvandaan de bom waarschijnlijk was gedetoneerd. Al vrij snel legde de politie het verband tussen de aanslag en de eerder in Salzgitter in beslag genomen Mercedes.

Aangescherpt gevangenisregime

Toen de politie bij de cel van Sigurd Debus ging kijken, zagen ze dat hij nog lag te slapen. Hij had niets van de explosie gemerkt en leek al helemaal niet voorbereid op een eventuele ontsnapping. Bij het doorzoeken van zijn cel werden echter wel de heimelijk naar binnengebrachte ontsnappingswerktuigen aangetroffen. Terwijl het politieonderzoek nog gaande was, brachten de West-Duitse autoriteiten een verklaring naar buiten, dat het vermoedelijk ging om een RAF-aanslag met het doel om Sigurd Debus te bevrijden. Na de aanslag werd het gevangenisregime voor Debus aangescherpt.

 

Dellwo-document

Er waren verschillende aanwijzingen die erop duidden dat de Rote Armee Fraktion achter de aanslag in Celle zat. Naast de in Salzgitter in beslag genomen Benz en de ontsnappingswerktuigen in de cel van Sigurd Debus, was er ook nog het zogenaamde ‘Dellwo-document’. Dit was een strategiedocument waarin werd gezinspeeld op aanslagen op gevangenissen in West-Duitsland. Het document was in beslag genomen bij de arrestatie van het RAF-lid Stefan Wisniewski in mei 1978 in Parijs. Het acht pagina’s tellende document zou zijn ondertekend door het RAF-lid Karl-Heinz Dellwo, met zijn initialen K. -H. Deze laatste heeft overigens altijd ontkend dat het document van zijn hand afkomstig was. Hoewel er in het document wel werd gesproken over aanslagen op gevangenissen, was er geen rechtstreekse verwijzing naar de aanslag op de penitentiaire inrichting in Celle.

 

Onthullingen Ulrich Neufert

Na Aktion Feuerzauber lieten Manfred Berger en Klaus-Dieter Loudil geen gelegenheid onbenut om te pochen over hun poging om Sigurd Dubus te bevrijden. Binnen de extreemlinkse scene lieten ze overal hun vuurwapens zien. Een aantal dagen na de aanslag in Celle verscheen er in de West-Duitse media een politiefoto van de ‘verdachte’ Loudil. Korte tijd later kwamen er geruchten op gang dat de aanslagplegers misschien toch niet tot de RAF behoorden, maar dat de daders in een geheel andere hoek moesten worden gezocht. Toch zou het nog acht jaar duren voordat de ware toedracht van de aanslag werd onthuld.

 

Op 25 april 1986 bracht de journalist Ulrich Neufert het nieuws naar buiten dat de aanslag in Celle niet door de RAF werd gepleegd, maar in scène was gezet door de geheime dienst en de antiterreureenheid GSG 9. Hij publiceerde zijn verhaal in de krant Hannoversche Allgemeine Zeitung (HAZ). Volgens Neufert zou de deelstaatsregering in Nedersaksen destijds opdracht hebben gegeven tot de valse vlag operatie. Niet alleen de Nedersaksische premier Ernst Albrecht zou in 1978 op de hoogte zijn geweest van Aktion Feuerzauber, maar ook de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Werner Maihofer en zelfs de gevangenisdirectie, wisten vooraf dat er een explosie zou plaatsvinden.

Verontwaardiging

De verontwaardiging in West-Duitsland was groot en er werd een parlementaire onderzoekscommissie in het leven geroepen. Ernst Albrecht verklaarde voor de commissie dat Aktion Feuerzauber moest worden gezien als een succesvolle operatie. Door de actie hadden informanten van de geheime dienst cruciale informatie vergaard, waarmee in de jaren daarna verschillende aanslagen konden worden verijdeld. Door de publicatie van Ulrich Neufert liep het vertrouwen van de West-Duitse bevolking in de politiek en de veiligheidsdiensten een flinke deuk op. Want hoe konden mensen nu nog het onderscheid maken tussen aanslagen door terroristen en aanslagen door de overheid? Het politieonderzoek tegen alle betrokkenen van de bomaanslag werd uiteindelijk stopgezet, omdat er niet genoeg aanwijzingen waren voor strafbare feiten. Bovendien waren de beschuldigingen inmiddels verjaard.

 

Hongerstaking

In 1979 werd Sigurd Debus vanuit Celle overplaatst naar een gevangenis in Hamburg. Tijdens zijn detentie deed hij meerdere verzoeken tot vrijlating, maar deze werden steeds afgewezen. In februari 1981 nam hij deel aan een collectieve hongerstaking door RAF-gedetineerden, om te protesteren tegen het strenge gevangenisregime voor terroristen. Volgens de gevangenen werden ze psychologisch gefolterd en hanteerden de gevangenisautoriteiten verschillende methoden, om de politieke identiteit en persoonlijkheid van de gedetineerden te breken.

Coma

De gezondheidstoestand van Sigurd Debus ging snel achteruit en daarom werd hem dwangvoeding toegediend. Dat mocht echter niet meer baten, want hij raakte in coma en moest kunstmatig worden beademd. RAF-sympathisanten beweerden dat zijn coma het gevolg was van urenlange fixaties en infusiebehandelingen, waardoor hij inwendige bloedingen zou hebben opgelopen. Ze beschuldigden de West-Duitse autoriteiten zelfs van een verhulde ‘behandelingsmarteling’.

 

Overlijden

Op 11 april 1981 deden er al geruchten de ronde dat Sigurd Debus was overleden. Daardoor braken er in een aantal West-Duitse steden rellen uit tussen links-radicalen en de politie. Hij overleed echter pas op 16 april 1981 op 38-jarige leeftijd. Hoewel Debus een extreemlinkse militant was, is het nooit bewezen dat hij ook daadwerkelijk een terrorist van de Rote Armee Fraktion was. Wel was hij een van de 26 gevangenen waarvoor de RAF vrijlating eiste tijdens de gijzelingsactie op de West-Duitse ambassade in Stockholm. Het RAF-commando dat op 31 augustus 1981 een bomaanslag pleegde op het militaire vliegveld van de Amerikaanse luchtmacht in Ramstein-Miesenbach, werd naar Sigurd Debus vernoemd. Tevens werd hij in 1998 genoemd in de ontbindingsverklaring van de RAF, als een van de gesneuvelden in de gewapende revolutionaire strijd.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑