Adelheid Schulz (1955)

Adelheid Schulz is een voormalige terroriste van de terreurorganisatie Rote Armee Fraktion (RAF). Ze wordt gerekend tot de tweede generatie RAF-leden. Ze was onder meer betrokken bij de liquidaties van de bankier Jürgen Ponto en de Duitse werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer. Daarnaast is ze betrokken geweest bij meerdere bankovervallen. In 1985 werd ze door de rechtbank veroordeeld tot drie keer levenslang. In 2002 kwam ze op vrije voeten.

Liquidatie Ponto

Ontvoering Schleyer en moord op douaniers

Arrestatie bij Heusenstamm

Veroordeling

Tweede veroordeling

Vrijlating

 

Liquidatie Ponto

Adelheid Schulz werd op 31 maart 1955 geboren in Lörrach in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. Begin jaren zeventig verhuisde Schulz naar een appartement in Karlsruhe, waar ze ging samenwonen met de RAF-leden Christian Klar (haar geliefde), Günter Sonnenberg en Knut Folkerts. In de zomer van 1977 huurde Adelheid Schulz onder een valse naam een appartement in een flatgebouw, vlakbij de woning van Jürgen Ponto, de bestuursvoorzitter van de Dresdner Bank. Van hieruit kon de RAF de bankier eenvoudig observeren. Op 30 juli 1977 ging Schulz’ vriend Christian Klar, samen met de RAF-leden Susanne Albrecht en Brigitte Mohnhaupt het huis van Ponto en zijn familie binnen. Niet veel later schoten ze de bankdirecteur in koelen bloede dood.

 

Ontvoering Schleyer en moord op douaniers

In het najaar van 1977 was Adelheid Schulz betrokken bij de ontvoering van werkgeversvoorzitter Hanns-Martin Schleyer. Ze zou vooral bij de planning en uitvoering ervan een belangrijke rol hebben gespeeld. Zo maakte ze deel uit van de telefoonketen die was opgezet om de exacte locatie van de auto van de werkgeversvoorzitter en het voertuig van zijn lijfwachten, door te geven aan de uiteindelijke ontvoerders. Anderhalve maand na de ontvoering werd het lichaam van Schleyer aangetroffen in de Franse Elzas. Hij was met schoten om het leven gebracht. Ruim een jaar later op 1 november 1978 was Adelheid Schulz samen met Rolf Heissler, betrokken bij een vuurgevecht in het Limburgse Kerkrade. Daarbij kwamen twee Nederlandse douaniers om het leven en raakte een douanebeambte gewond.

 

Arrestatie bij Heusenstamm

Op 11 november 1982 werd Adelheid Schulz samen met de RAF-terroriste Brigitte Mohnhaupt opgepakt in de bossen vlakbij de plaats Heusenstamm in de Duitse deelstaat Hessen. Op het moment van de arrestatie probeerde het tweetal om toegang te verkrijgen tot een geheim ondergronds wapendepot van de Rote Armee Fraktion, dat al een tijdje door de politie in de gaten werd gehouden. De vrouwen waren van plan om daar een machinepistool te verbergen. Later zou uit onderzoek blijken dat dit vuurwapen vier jaar eerder was gebruikt bij de fatale schietpartij in Kerkrade. Op het moment van hun arrestatie werden Schulz en Mohnhaupt al een aantal jaren door de West-Duitse autoriteiten gezocht.

 

Veroordeling

Op 13 maart 1985 werd Adelheid Schulz veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee keer levenslang. De rechtbank achtte voldoende bewezen dat ze een belangrijke rol had gespeeld, bij de moorden op Jürgen Ponto en Hanns-Martin Schleyer. Tijdens haar proces heeft Schulz nooit antwoord gegeven op vragen. Het zou niet bij deze ene veroordeling blijven, want een aantal jaren later kwam er nieuwe informatie naar buiten over de betrokkenheid van Schulz bij RAF-aanslagen. Veel voormalig leden van de Rote Armee Fraktion waren in de jaren tachtig naar de DDR gevlucht, om daar een nieuw leven te kunnen beginnen. Deze zogenaamde RAF-uitvallers konden in Oost-Duitsland relatief veilig onderduiken, omdat ze door de Stasi werden beschermd en werden voorzien van een geheel nieuwe identiteit.

 

Tweede veroordeling

Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 kwam aan die bescherming een einde en werd het voor de West-Duitse autoriteiten eenvoudiger, om de voortvluchtige terroristen op te sporen. Veel oud-RAF-leden werden gearresteerd. Op basis van verklaringen die deze RAF-leden na ‘die Wende’ hadden afgelegd, kon Adelheid Schulz alsnog in verband worden gebracht met het vuurgevecht in Kerkrade. In 1994 werd Schulz door de rechtbank veroordeeld, voor de dubbele moord op de Nederlandse douaniers en poging tot moord op twee andere grenswachters. Vervolgens kreeg ze een derde levenslange gevangenisstraf opgelegd.

 

Vrijlating

In oktober 1998 – ze zat toen inmiddels 16 jaar achter slot en grendel – werd Adelheid Schulz voorlopig vrijgelaten, vanwege haar slechte gezondheid. Die slechte gezondheid was voor een groot deel te wijten aan de hongerstakingen in de gevangenis, waaraan ze had deelgenomen. Toenmalig bondspresident Johannes Rau verleende haar op 26 februari 2002 gratie, waardoor ze definitief op vrije voeten kwam. Na haar vrijlating ging ze in Frankfurt wonen. Als gevolg van de hongerstakingen is ze gehandicapt geraakt.

 

Lees ook:

Een volledig overzicht van RAF-terroristen

 

Terug naar boven ↑