Subversive Aktion (1963 – 1966)

De Subversive Aktion-groep werd gevormd door mensen die kritisch waren over de Duitse consumptiemaatschappij en het kapitalisme in het algemeen. Deze groep was actief tussen 1963 en 1966 en opereerde voornamelijk in de buurt van West-Berlijn, München, Stuttgart en Erlangen. Het collectief was ontsproten uit de kunstenaarsgroep ‘SPUR’ en hing de kritische theorie van de zogenaamde ‘Frankfurter Schule’ aan. Een Duitse sociologische en filosofische stroming die zich bezighield met de maatschappijkritische, neomarxistische theorie. Op basis van deze theorie voerden de leden van Subversive Aktion tal van provocerende acties uit. Deze provocaties hadden tot doel om een culturele revolutie op gang te brengen. Een van de meest bekende leden van Subversive Aktion was Rudi Dutschke die eind jaren 60 een belangrijke rol zou spelen, binnen de buitenparlementaire oppositie (APO) in West-Duitsland en de socialistische studentenbeweging SDS. Ook de socioloog Bernd Rabehl is een tijdlang lid geweest van de groep.

Oprichting door Dieter Kunzelmann

Lidmaatschap van Dutschke en Rabehl

Predikers van de onderdrukking

Posteracties bij universiteiten

Actie op Katholikentag

Staatsbezoek Moïse Tshombe

Wat betekent Subversive Aktion?

 

Oprichting door Dieter Kunzelmann

Subversive Aktion werd opgericht door Dieter Kunzelmann, een links-radicale politiek activist en terrorist. Kunzelmann was in 1967 een van de oprichters van de omstreden leefgemeenschap ‘Kommune 1’ en zou later de leider worden van de marxistische terreurgroep ‘Tupamaros West-Berlin (de voorloper van de 2 Juni Beweging)’. Tupamaros West-Berlin (TW) was een zeer kleine terreurgroep (met hooguit 15 kernleden) die eind jaren 60 een aantal bomaanslagen en brandstichtingen pleegden. Hun gewelddadige acties waren vooral gericht tegen West-Duitse overheidsinstellingen, maar ook Amerikaanse en Israëlische gebouwen in de Bondsrepubliek waren doelwit.

Tijdschrift Anschlag

Vanaf 1964 publiceerde Subversive Aktion het tijdschrift ‘Anschlag’, waarin een breed scala aan linkse theorieën aan de orde kwam. Het tijdschrift werd vooral ingezet om nieuwe actievormen te bespreken, nieuwe leden te werven en inkomsten te genereren. Ook studentenleider Rudi Dutschke schreef artikelen voor het blad. Zijn bijdragen hadden meestal betrekking op het neomarxisme, de vrijheidsbewegingen en de schrijnende situatie in derdewereldlanden. Daarnaast werd er in het blad ook gediscussieerd over de rol van de socialistische, antikapitalistische Sovjet-Unie voor de marxistische socialisten elders in de wereld. Het tijdschrift zou bestaan totdat Subversive Aktion in 1966 werd opgeheven.

Moord op Kennedy

Na de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy in 1963, publiceerde Subversive Aktion een provocerend pamflet met de titel:

‘Jij hebt Kennedy ook neergeschoten!’.

In het pamflet insinueert de actiegroep dat ‘de kogel van ons allemaal afkomstig was’ en dat de moord op Kennedy ‘een logisch uitvloeisel is van onze westerse welvaartsmaatschappij’. Subversive Aktion zag de massale sympathie van de bevolking na de aanslag, als een uitdrukking van collectieve doodsdrift, die was vervuld namens Kennedy.

 

Lidmaatschap van Dutschke en Rabehl

Rudi Dutschke en Bernd Rabehl werden in het najaar van 1963 lid van Subversive Aktion, nadat ze de actieleden Herbert Nagel en Rodolphe Gasché hadden ontmoet. Op dat moment was het collectief alleen nog maar een discussiegroep, die af en toe ongecoördineerde spontane acties uitvoerde. Subversive Aktion had geen centraal bestuur, geen reglement van orde en er werd geen contributie betaald door de leden.

Kritiek op gevestigde studentenverenigingen

In februari 1964 verspreidden ze een folder aan de Vrije Universiteit in Berlijn, waarin ze de bestaande nationalistische, machtige studentenverenigingen hekelden. Subversive Aktion had vooral kritiek op de manier waarop deze bonden in de praktijk functioneerden. Zo was er bijvoorbeeld de situatie rondom Eberhard Diepgen (de latere CDU-politicus en burgemeester van Berlijn). Diepgen was die in die periode lid van de christen-democratische studentenbond RCDS en werd gekozen tot voorzitter van de algemene studentencommissie. Deze keuze viel niet bij iedereen in goede aarde. Er braken gewelddadige protesten uit en Diepgen werd vervolgens uit zijn ambt gestemd. Een jaar later wilde een andere studentenvereniging – Obotritia – zich zelfs laten registreren als een commerciële broederschap. Daarom probeerde Subversive Aktion om de gevestigde studentenverenigingen belachelijk te maken.

 

Predikers van de onderdrukking

In mei van datzelfde jaar verstoorden de leden van Subversive aktion in Stuttgart een bijeenkomst van West-Duitse reclamemanagers en reclameadviseurs met een zogenaamde ‘happening’. Ze verspreidden pamfletten waarin ze de reclamebureaus ervan beschuldigden de massa te bedwelmen met hun reclame-uitingen. Ze zouden voorbijgaan aan de werkelijke behoeften van mensen en een denkbeeldig verlangen bij hen creëren. Met hun misleidende reclamecampagnes zouden ze de consumptiesamenleving steeds verder aanwakkeren. Volgens de actiegroep waren reclamemanagers dan ook de ‘predikers’ van de onderdrukking. De distributeurs van de pamfletten werden aangehouden, ondervraagd en kregen een boete, maar werden uiteindelijk door de rechter vrijgesproken.

 

Posteracties bij universiteiten

Nog geen maand later hingen de leden van de actiegroep posters op bij de universiteiten van West-Berlijn, München, Stuttgart en Tübingen. Op deze posters stond de titel: ‘Gezocht.’ Vervolgens citeerden ze maatschappelijke uitspraken van de sociologen en filosofen Theodor W. Adorno, Max Horkheimer en Günter Anders. Ook werden er teksten gebruikt van de schrijver en dichter André Breton. Op de posters stond:

‘De Duitse intellectueel en kunstenaar weet dit allemaal al heel lang. Maar daar blijft het bij. Wij geloven dat weten niet alles is. Als de onevenredigheid tussen analyse en actie ook voor jou ondraaglijk is, schrijf dat dan onder het kernwoord ‘Antithesis’ en stuur deze naar Theodor W. Adorno…’wiens postadres is opgegeven.’

Adorno diende hierop een strafrechtelijke klacht in tegen de auteurs van de posters. Subversive Aktion-lid Frank Böckelmann werd veroordeeld tot een boete.

 

Actie op Katholikentag

Ook de herverkiezing van de christendemocraat Heinrich Lübke als bondspresident in de zomer van 1964 werd door de actiegroep stevig bekritiseerd. Ze plakten onder meer posters waarmee ze hem bespotten. Begin september hingen leden van Subversive Aktion in Stuttgart affiches op voor de Duitse ‘Katholikentag’ (een manifestatie waar doorgaans duizenden gelovigen op afkwamen) waarop stond:

‘Boodschap aan de lammeren des Heren op Katholiekendag. Wij wensen de genadeslag voor de repressieve samenleving’.

Hiermee werd de verbondenheid tussen christenen en het kapitalisme bekritiseerd. Er werd vooral verwezen naar de inquisitie en de rol die de Rooms-Katholieke Kerk had gespeeld, bij de opkomst van het fascisme. De actieleden Böckelmann en Günter Maschke – die de affiches hadden bedrukt werden aangehouden en veroordeeld tot een boete van 16.000 Duitse mark wegens materiële schade. Een andere poster uitte kritiek op de dubbele maatstaven van de kerk, die niets deed tegen het kapitalistische winstbejag en de wereldwijde hongersnoden.

 

Staatsbezoek Moïse Tshombe

In december 1964 organiseerde de actiegroep samen met de SDS, de Arguments Club, de African Student League en een aantal Latijns Amerikaanse studenten, een demonstratie tegen het staatsbezoek van de Congolese premier Moïse Tshombe aan West-Berlijn. Die zou in 1961 betrokken zijn geweest bij de moord op zijn voorganger Patrice Lumumba. Bovendien nam Tshombe het niet zo nauw met de mensenrechten in zijn land. Omdat Tshombe na aankomst op de luchthaven onopvallend langs de betogers werd geleid, trokken de 700 demonstranten naar het stadhuis van Schöneberg. Ze braken door de afzettingen en eisten een gesprek met de toenmalige burgemeester van West-Berlijn Willy Brandt. Die stemde toe en liet Tshombe en zijn delegatie wachten.

Wandeldemonstratie

Toen hij alsnog vertrok zongen de betogers protestliederen. Ze liepen door de stad en scandeerden leuzen. De leden van Subversive Aktion ondermijnden met succes de politiestrategie, om de betogers bij Brandt en Tshombe weg te houden. Er werden tomaten naar de Congolese premier gegooid en het kwam tot een handgemeen met de politie. Deze ‘wandeldemonstratie’ zou het model worden voor de latere studentenprotesten in West-Berlijn. De activiteiten en opvattingen van Subversive Aktion zijn sterk van invloed geweest op de Socialistische Duitse Studentenbond (SDS). Na de opheffing van de actiegroep in 1966, werden een aantal ideeën en protestvormen door de SDS overgenomen.

 

Wat betekent Subversive Aktion?

De naam Subversive Aktion was niet toevallig gekozen. Subversie verwijst naar het Latijnse woord ‘subvertere’, dat zoveel betekent als ‘omverwerping’. Subversie is in principe synoniem aan woorden zoals rebels, oproerig, dwars, opstandig, ongehoorzaam en recalcitrant. Deze woorden worden vaak gebruikt in een context waarbij de normen, waarden en principes van een bestaand systeem worden tegengesproken, in een poging om de gevestigde sociale orde en de maatschappelijke structuren van macht, autoriteit en hiërarchie te veranderen. Door middel van subversieve actie wordt meestal door bepaalde bevolkingsgroepen geprobeerd om de politieke, economische, psychologische of militaire macht van een regerende autoriteit te ondermijnen. De subversieve acties zijn er vooral op gericht om politieke doelstellingen te bereiken, door mensen of groeperingen te beïnvloeden.

Arbeidsintensieve strategie

Subversieve actie is een arbeidsintensieve strategie om politieke of maatschappelijke doelen te bereiken en vereist over het algemeen veel sociale connecties. Daarom maken terreurorganisaties meestal geen gebruik van deze methodiek. Het komt echter wel regelmatig voor dat als de subversieve acties geen effect hebben, de leden van de subversieve groep overgaan tot de gewapende strijd en zich aansluiten bij een terreurgroep. De vorm waarin een subversieve actie wordt gegoten hangt meestal af van de specifieke politieke, economische, sociale, historische en culturele verschillen die een land heeft. Voorbeelden van subversieve acties zijn:

  • Radicale groeperingen die bestaande politieke partijen of vakbonden binnendringen en daar interne processen manipuleren.
  • Groepen die infiltreren in het leger, de politieorganisatie of andere overheidsinstellingen en daar doelbewust onjuiste informatie verspreiden.
  • Militante organisaties die onrust creëren onder de bevolking door middel van protesten, stakingen en boycots. Deze onrust kan vervolgens worden gebruikt om bij de overheid een gewelddadige reactie uit te lokken.
  • Groepen die universiteiten of bedrijven infiltreren en daar heimelijke acties uitvoeren, die schadelijk zijn voor het imago van de instellingen.
  • Ook omkoping en corruptie kunnen worden gezien als een vorm van subversieve actie, omdat hiermee kan worden aangetoond dat het morele gedrag van de overheid kan worden ondermijnd. Dit zou de positie van een zittende regering kunnen verzwakken.
  • Ontplooien van culturele activiteiten zoals films, boeken, muziek, media of kunst om het publiek te beïnvloeden, de ideeën van de tegenstander in diskrediet te brengen of facties binnen de organisatie van de vijand te splitsen.

Opheffing

Door het infiltreren van staatsorganisaties of veiligheidstroepen kunnen subversieve groepen veel informatie vergaren over de capaciteiten van de overheid. Met deze kennis kunnen zij vervolgens hun strategie bepalen en hun activiteiten plannen. Infiltratie binnen overheidsorganisaties biedt ook de mogelijkheid om valse informatie te verspreiden, waardoor een regering verkeerde beslissingen neemt. Hierdoor kan de legitimiteit van een zittende regering onder druk komen te staan. Nadat Subversive Aktion in 1966 ophield te bestaan, sloten verschillende leden zich aan bij de socialistische Duitse studentenbeweging (SDS). Door deze overstap hadden zij meer kans om de West-Duitse politiek effectiever te beïnvloeden. Ook Dieter Kunzelmann sloot zich aan bij de SDS, hoewel hij geen student was. In deze periode was hij ook betrokken bij de oprichting van de politiek gemotiveerde woongemeenschap ‘Kommune 1’ en de terreurorganisatie ‘Tupamaros West-Berlin.’

 

Bronnen:

Alexander Sedlmaier: Consumptie en geweld: radicaal protest in de Bondsrepubliek.

Ulrich Chaussy: Rudi Dutschke – De biografie.

Aribert Reimann: Dieter Kunzelmann: avant-gardist, demonstrant, radicaal.

 


Terug naar boven ↑